Wageningen University & Research (WUR) en Universiteit Utrecht richten samen een nieuwe onderzoeksfaciliteit in voor onderzoek naar fenotypering; de ontwikkeling van planten onder verschillende omstandigheden. De faciliteit met de naam Netherlands Plant Eco-phenotyping Centre (NPEC) heeft een budget tot zijn beschikking van 22 miljoen euro.

Het NPEC maakt nieuw onderzoek mogelijk naar de relatie tussen het genotype (de genen van een plant) en het fenotype (de prestaties en het uiterlijk van een plant) van gewassen. Het fenotype van planten wordt naast de genen van de plant ook bepaald door de omgeving waarin de plant groeit. Voorbeelden hiervan zijn de manier waarop de teler een plant opkweekt, de soort grond waar de plant in groeit en de aanwezigheid van ziekten en plagen.

Onderzoeksonderdelen Universiteit Utrecht

Wanneer het NPEC af is, zal het uit zes fysieke onderdelen bestaan; drie in Wageningen en drie in Utrecht. De Universiteit Utrecht maakt kleine ruimtes voor het bestuderen van micro-ecosystemen. Daarnaast bouwt de Universiteit Utrecht een serie kleine klimaatkamers om onderzoek te doen naar de wisselwerking tussen planten, omgeving en microben onder wisselende condities. Er gaat ook geld naar ICT-middelen om alle verzamelde data te verwerken.

Onderzoeksonderdelen WUR

WUR doet in de toekomst in grote klimaatkamers en kascompartimenten genetisch onderzoek bij planten en gewassen die worden blootgesteld aan verschillende groeicondities. De Wageningse universiteit ontwikkelt verder een mobiele veldmodule en drones. De drones bestuderen de effecten van de omgeving op de ontwikkeling van de planten en gewassen.

Nieuwe plantengenen

De initiatiefnemers van het NPEC willen met hun onderzoek de relatie tussen genen en omgevingsfactoren van modelsoorten en vele land- en tuinbouwgewassen nagaan. Met het onderzoek naar fenotypering bij planten hopen WUR en Universiteit Utrecht nieuwe plantengenen te vinden die veredelingsbedrijven kunnen gebruiken om hun gewassen beter bestand te maken tegen veranderende klimaatomstandigheden.

Duurzamer telen

Nieuwe plantengenen kunnen eventueel ook helpen bij de vraag naar hogere gewasopbrengsten onder duurzamere teeltomstandigheden. “Van veel plantensoorten kennen we de DNA-volgorde en weten we hoe we ze goed kunnen laten groeien”, zegt Mark Aarts, persoonlijk hoogleraar Erfelijkheidsleer. Hoe de omgeving de ontwikkeling en opbrengst van verschillende variëteiten beïnvloedt, weten we echter nog niet. Met NEPC kunnen we dit systematisch nagaan.”

‘Hard nodig’

Volgens Aarts zijn onderzoeksfaciliteiten als het NEPC broodnodig. “Als we meer voedsel willen produceren met zo min mogelijk chemische middelen, dan moeten we veel beter begrijpen hoe de opbrengst van onze gewassen wordt gelimiteerd door biotische stress en weersomstandigheden. En omgekeerd, hoe nieuwe variëteiten in combinatie met evenwichtige bodemflora tot hogere gewasopbrengsten en gezondere ecosystemen kunnen leiden.”

Financiering

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) draagt een kleine 11,3 miljoen euro bij aan het totaalbudget van 22 miljoen dat het NEPC tot zijn beschikking heeft. Dit geld komt uit een fonds voor Large-scale Research Infrastructure. WUR en de Universiteit Utrecht betalen gezamenlijk de andere helft van het budget voor onderzoek naar fenotypering.

Bron en foto: WUR Resource.





Gerelateerd