Al meer dan twintig jaar maakt de glastuinbouw werk van verduurzaming, maar de opgaven ten aanzien van energie, gewasbescherming en waterkwaliteit blijven groot. De overheid ondersteunt de transitie met subsidies, beprijzing en onderzoeksgelden, en stelt samen met de sector nieuwe doelen vast. Adri Bom-Lemstra van Glastuinbouw Nederland en Inge Lardinois van het Ministerie van LNV schetsen wat er op ons afkomt en hoe we grip kunnen houden op een gezond perspectief.
De transitie van de glastuinbouw strekt zich uit over meerdere beleidsvelden. Op al die terreinen – energie, water, plantgezondheid/gewasbescherming en arbeid/welzijn – zet Glastuinbouw Nederland zich in om binnen de wettelijke kaders het pad voor de ondernemers te effenen. Onder andere door collectieve afspraken te maken met de overheid en zich in te zetten voor beleidsmaatregelen die de sector vooruit helpen. Daar zijn verschillende departementen bij betrokken, waarvan LNV het voornaamste is. Nieuwe wetten en regels werpen af en toe nieuwe drempels op, waartegen de belangenorganisatie in het geweer komt. Dat levert soms goede resultaten op, zoals de recente afzwakking van het wetsvoorstel voor de nieuwe energiebelasting illustreert.
Goede bekenden
Als voorzitter van Glastuinbouw Nederland en voormalig gedeputeerde kent Adri Bom-Lemstra de weg in Den Haag en spreekt zij met tal van hoge ambtenaren en beleidsmakers. Onder andere met Inge Lardinois van LNV, MT-lid van de directie Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit. Op het Energiek Event in juni 2023 stonden zij nog samen op het podium.
“Wij zitten regelmatig samen aan tafel en kennen elkaar goed”, zegt Lardinois bij aanvang van het gesprek. “Binnen LNV ben ik verantwoordelijk voor de maatschappelijke opgaven op de terreinen klimaat en energie glastuinbouw, klimaatadaptatie, duurzaam bodembeheer en biologische landbouw. De energietransitie bepaalt een groot deel van onze gezamenlijke agenda.”
Twee spannende jaren
Bom-Lemstra stelt dat de energietransitie 2023 opnieuw tot een spannend jaar maakte. Uit het klimaatakkoord zijn diverse maatregelen voortgekomen die de glastuinbouw hard raakten en zullen raken. Na de enorme impact van de Opslag Duurzame Energie- en Klimaattransitie (ODE) in 2020 op de energiekosten van bedrijven, brachten de voorgenomen maatregelen rond de Energiebelasting de sector opnieuw in beroering.
“Wij hebben hemel en aarde bewogen om het nieuwe regime af te zwakken”, zegt de voorzitter. “Gelukkig met enig succes, want het bood de bedrijven veel te weinig ruimte om in energiebesparing en verdere transitie te investeren. De tariefsverhoging wordt nu over een langere periode geleidelijk doorgevoerd. Dat maakt een aanzienlijk verschil.”
Lardinois: “Als overheid volgen we de ontwikkelingen in de sector goed en sturen we bij waar nodig. Zo werken we samen in het behalen van de doelen.”
Ook 2024 wordt een spannend jaar. De kabinetsformatie duurt voort en er komen Europese verkiezingen aan, die kunnen leiden tot nieuwe beleidswijzigingen. “De sector heeft bestendig overheidsbeleid nodig”, zegt Bom. “De energietransitie gaat immers gepaard met fundamentele keuzes, die hoge investeringen vergen.”
“Er ligt wel een gezamenlijk opgesteld energieconvenant met duidelijke afspraken voor 2030 en tussenliggende jaren”, merkt Lardinois op. “Het laat zien dat de glastuinbouw iets wil en iets kan. De sector loopt voorop in de energietransitie en dat wordt ook gezien op andere departementen en in de Tweede Kamer.”
Energievisie
Volgens Bom-Lemstra blijven de uitdagingen groot en zal er in Den Haag en Brussel regelmatig met de vuist op tafel worden geslagen, maar heeft zij nog steeds vertrouwen in overheid en politiek. “Wij gaan in gesprek vanuit een sterke eigen Energievisie, die in 2023 is herijkt in overleg met een representatieve groep ondernemers. Daarin wordt concreet gesproken over besparingsmaatregelen, de omschakeling van aardgas naar duurzame energiebronnen, warmte- en CO2-netwerken en opslagvoorzieningen. Biomassa zal aan belang verliezen, waterstof is een nieuwe optie die voor de lange termijn perspectief biedt.”
Op sommige punten zijn er ook zorgen of wordt er te weinig duidelijkheid geboden. Zo wordt de inzet op geothermie niet geholpen door ellenlange ontwikkelingstrajecten en verloopt de realisatie van nieuwe CO2-bronnen moeizaam. “Het blijft daarom belangrijk om ons eigen verhaal goed te vertellen, zowel aan de politiek als aan burgers”, stelt de voorzitter.
Geen lineair pad
“2023 was inderdaad een spannend jaar, gezien de besluiten over subsidiëring en beprijzing om de klimaatdoelen te halen”, bevestigt Lardinois. “In de vijf jaar dat ik voor LNV werk heb ik veel respect gekregen voor de glastuinbouw. Ik zie een innovatieve, veerkrachtige sector, die z’n nek heeft uitgestoken door zelf met een visie voor klimaatneutraliteit te komen. Dat is een stevige basis om op verder te bouwen. Niet alleen in overleg en samenwerking met LNV, ook met andere departementen. Vruchtbare samenwerking vanuit een degelijke, breed gedragen visie zal zeker helpen om toekomstige hobbels of tijdelijke stagnatie te overwinnen. De transitie loopt en dat is geen lineair pad.”
Het MT-lid stelt vast dat de Nederlandse overheden die transitie willen blijven faciliteren met fiscale maatregelen, subsidieregelingen en onderzoeksgelden. “Vanuit het Klimaatfonds is aan de glastuinbouw 300 miljoen euro toebedeeld voor duurzame warmte en 200 miljoen euro voor energiebesparende maatregelen. Dat zijn substantiële bedragen. Het succesvolle innovatieprogramma Kas als Energiebron wordt bovendien voortgezet. Dat heeft de sector al heel veel opgeleverd. Dit samenhangende pakket geeft een stevige impuls om de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen verder af te bouwen.”
Landelijk elektriciteitsnet
Wat de transitie niet helpt, is de voortdurende congestie op het landelijke elektriciteitsnet. In sommige tuinbouwgebieden zijn er bedrijven die wel willen elektrificeren, maar dat niet kunnen omdat ze geen grotere aansluiting kunnen krijgen.
“Het gaat jaren duren om de capaciteit van het net te vergroten”, zegt Bom-Lemstra. “In de glastuinbouw zijn vele honderden WKK’s in gebruik, die een belangrijke rol spelen in het congestiemanagement. Nu al voorziet de glastuinbouw met haar totale elektriciteitsproductie in ruim 9 procent van de totale Nederlandse elektriciteitsconsumptie. Op momenten dat de zon niet schijnt of het niet waait, kan dat aandeel zelfs oplopen naar 25 procent. We zijn met de energiesector en EZ in gesprek om de mogelijkheden daarvoor te verruimen, zowel landelijk als regionaal. Het impliceert wel dat we aardgas niet per direct overboord kunnen gooien.”
Sectorsysteem CO2
Het bestaande CO2-sectorsysteem wordt dit jaar aangepast. De sectorbrede opzet maakt plaats voor een verfijnde uitwerking naar bedrijfsniveau, waarin wordt afgerekend op basis van gasverbruik. “Dat is rechtvaardiger, maar de uitwerking is nog niet afgerond”, aldus de voorzitter van de belangenorganisatie. “De fiscale maatregelen worden ook meegenomen, zodat we individuele ondernemers meer duidelijkheid kunnen bieden.”
Plantgezondheid
Het tweede beleidsterrein dat telers voor grote opgaven stelt, is plantgezondheid/gewasbescherming. Dit is ingekaderd door Europese wetgeving en uitgewerkt in nationaal beleid. “De teneur is bekend”, stelt Lardinois. “Veel chemisch-synthetische middelen zullen niet meer door goedkeurings- en toelatingskaders heen komen, omdat deze steeds strenger worden. Het is belangrijk dat de industrie, overheid en telers samen de schouders eronder zetten voor een grotere beschikbaarheid en toepassing van biologische en laagrisico middelen met minder risico’s voor de omgeving. Ook op dit gebied is de verduurzaming eerder ingezet en zien we vaker knelpunten ontstaan door leemten in het middelenpakket dat telers tot hun beschikking hebben.”
“Daar blijven wij scherp op letten”, vult Bom-Lemstra aan. “Om knelpunten op te lossen en perspectief te behouden voor telers, moeten we meerdere sporen volgen. Middelen met minder risico’s dienen vlotter te worden toegelaten dan nu het geval is. De recente vorming van het Duurzaamheidsloket bij het Ctgb is een goede eerste stap, maar extra beoordelingscapaciteit is ook nodig om echt versnelling te krijgen.”
Weerbare teeltsystemen
Ook het onderzoek naar robuuste, weerbare teeltsystemen en naar nieuwe bedreigingen van gewassen moet onverkort doorgaan, meent de voorzitter. “Onze specialisten zijn daar bij betrokken en zetten zich in om de juiste knelpunten te onderzoeken en om kennis hierover te delen. Er ligt ook een taak voor veredelingsbedrijven om resistenties en verminderde vatbaarheid in te kruisen. Verzilting is ook een vraagstuk dat raakt aan plantgezondheid en voedselzekerheid. In de landbouw nog meer dan in de glastuinbouw, maar het is een oprukkend fenomeen dat aandacht behoeft.”
Water
De waterkwaliteit is nog onvoldoende op orde, ondanks de zuiveringsplicht. Er liggen nog flinke uitdagingen om lekstromen te stoppen, zorgvuldiger te handelen bij teeltwisseling, hergebruik van gietwater te maximaliseren en moedwillige nalatigheid te signaleren en af te straffen.
“Strengere handhaving is helaas nodig om de goedwillende en -handelende ondernemers te beschermen”, constateert Bom-Lemstra. “Een zeer kleine minderheid gebruikt nog middelen die niet meer zijn toegelaten of loost en lekt water dat niet of niet goed is gezuiverd. Het vermoeden is dat dit vooral gebeurt op oude bedrijven die worden afgebouwd en op huurtuinen. Daar zetten we de komende jaren extra op in, want de waterkwaliteit is verbonden met onze ‘licence to produce’. Dat doen we in goed overleg met waterschappen en andere handhavingsinstanties.”
Ook de beschikbaarheid van voldoende water is voor de tuinbouw van levensbelang. De sector participeert daarom in veel water-gerelateerde projecten, onder andere via het programma Glastuinbouw Waterproof en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.
Tekst: Jan van Staalduinen, beeld: Fotostudio G.J. Vlekke en Michel Heerkens