Het was dit voorjaar tamelijk stil rond de Zuidelijke groene stinkwants (Nezara viridula), die paprika- en auberginetelers sinds enkele jaren schade berokkent. Eind mei draaide de wind en werd het plotseling zomer. Dit leidde tot een zeer snelle populatiegroei. Volgens teeltconsultant Joop Verhoeven moeten zijn klanten alle zeilen bijzetten om de gevreesde plaag onder de duim te houden.

Nezara wordt al jarenlang letterlijk onder de duim gehouden door larven en wantsen handmatig dood te drukken. Biologische bestrijding is alleen mogelijk op ei-afzettingen met behulp van sluipwespen. Chemisch bestrijden kan weliswaar, maar niet zonder gevolgen voor de biologische bestrijding van andere plagen.

Dooddrukken en sluipwespen inzetten

“Met goed scouten en het dooddrukken van gespotte larven en volwassen wantsen kun je het na een schone start van de teelt meestal lang volhouden”, zegt consultant Joop Verhoeven van Delphy over de ervaringen in de afgelopen jaren. “Zeker nu paprikatelers sinds vorig jaar sluipwespen in kunnen zetten die de eitjes van deze wants parasiteren. Het koude voorjaarsweer hielp dit jaar ook mee. Tot drie weken geleden. Toen schoot het kwik omhoog en werd de wants opeens veel actiever.”
Op bedrijven waar al Nezara aanwezig was, leidde het zomerse weer tot versnelde populatieopbouw. In de meeste gevallen gaat het volgens Verhoeven nog net goed, al is het evenwicht soms uitermate precair.

Ontwikkelingsfasen herkennen

“Het belangrijkste is om intensief en zorgvuldig te blijven scouten”, stelt de teeltconsultant voor tomaat en paprika. “Zorg dat de medewerkers alle ontwikkelingsfasen van ei tot imago herkennen, druk larven en wantsen consequent dood en zet sluipwespen in tegen het eistadium. Dat helpt om de levenscyclus van het plaaginsect zo snel mogelijk te doorbreken.”
Volgens de voorlichter is het goed om bij instructies aan medewerkers beeldmateriaal te gebruiken en hen te wijzen op het kleurverschil tussen larven en volwassen exemplaren. “Die laatste zijn groen, terwijl de larven zwart zijn”, zegt hij. “Jonge larven blijven nog enige tijd in de buurt van de ei-afzetting. Daar zijn ze dus snel in redelijke aantallen met de hand te bestrijden”, merkt hij op.

Pleksgewijs spuiten

Op plaatsen waar de aantallen larven en volwassen wantsen niet lijken af te nemen, kan in het uiterste geval een chemische correctie plaatsvinden. “Markeer die plaatsen, zodat je er met een handspuit naartoe kunt gaan voor een pleksgewijze bespuiting met bijvoorbeeld Gazelle”, vervolgt Verhoeven. “Wees je er van bewust dat de biologie daar ook een stevige tik van krijgt. Vier weken na zo’n bespuiting kun je weer nieuwe bestrijders uitzetten. ”
De expert heeft de indruk dat de meeste bedrijven Nezara nog net onder controle hebben. Wanneer de situatie toch escaleert, wordt chemisch resetten vrijwel onvermijdelijk. “Probeer volvelds spuiten zo lang mogelijk uit te stellen. Na zo’n actie zit je een maand zonder natuurlijke vijanden en kunnen verschillende plagen zich opnieuw vermeerderen en verspreiden voordat het biologisch evenwicht is hersteld. Daarom moet de teler nu alles op alles zetten met de beschikbare integreerbare methoden. Wanneer de scouts, de overige medewerkers in de kas én de sluipwespen hun taken consequent uitvoeren, zou het alsnog goed kunnen komen.”

Tekst: Jan van Staalduinen