Op de BlueTerra Tuinbouw Energiedag vorige week in De Meern kwam het thema ‘Energie voor de toekomst’ aan bod. De tuinbouw wil in 2040 als eerste sector in Nederland klimaatneutraal zijn. Wat wordt de impact van fiscale maatregelen, kernenergie, waterstof, energiebesparing en alternatieve warmtebronnen? Blijft het klimaatfonds onder het nieuwe kabinet overeind? Hoeveel financiële ruimte is er nog bij de overheid? Jacco Besuijen van trostomatenteler Schenkeveld: “Ook wij willen in 2040 nul gas gebruiken, maar de juiste timing voor het doen van duurzame investeringen is erg belangrijk.”

Heeft de glastuinbouw nog toekomst? Op die vraag antwoordde keynote spreker Adri Bom-Lemstra, voorzitter van Glastuinbouw Nederland volmondig ja. “Ik denk zelfs dat Nederland niet zonder de glastuinbouw kan. Als je ziet voor welke uitdagingen we op dit moment staan en welke transities we moet doormaken, waarvan de energietransitie er een is. Door klimaatverandering zie je dat Europa het steeds moeilijker krijgt om te telen, zeker buiten. De kennis hoe je dat onder glas doet, met weinig water en zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen, dat is wel ons exportproduct.”
Bij groenten en deels ook bij fruit zie je meer en meer bedekte teelten, in heel Europa. “Maar ook voor bloemen en planten zie ik absoluut toekomst. Want die betekenen ook iets voor de gezondheid van mensen, weten we uit onderzoek. Mensen gedijen beter in een groene omgeving. Dat zijn allemaal plussen die wij met elkaar in de glastuinbouw produceren”, indirect verwijzend naar de kritiek van de politiek.

SDE-instrumentarium past niet

Wij willen als eerste sector in Nederland in 2040 klimaatneutraal zijn, vervolgde de voorzitter. Door energiebesparing zal de glastuinbouw in 2040 zeker 35% minder warmte nodig hebben dan in 2017. Die warmte zal worden opgewekt met geothermie (33%), warmtepompen, warmte-koude-opslag, aquathermie en e-ketels (25%), warmte van derden inclusief bio-energie (25%), gevolgd door waterstof en kleinschalige kernenergie (10%), fossiele energie met CO2-compensatie (3%), bio-energie uit houtketels en bio-WKK’s (3%), al zal dat voor elk bedrijf of elke regio anders zijn.
Bom-Lemstra: “De koplopers die al heel ver daarin zijn, zie je nu toch op hun snufferd gaan, omdat het SDE-instrumentarium eigenlijk niet meer past in de huidige tijd. Die ondernemers teren in op het eigen vermogen, met als gevolg dat iedereen die daarnaar kijkt achterover gaat leunen. Dat maakt me echt wel bezorgd.”

Fiscale maatregelen

Het hebben van een eigen visie en een convenant helpt om met de overheid in gesprek te komen, ondervindt Bom-Lemstra. “Zoals het nu ervoor staat wil het demissionaire kabinet de WKK en het gebruik van aardgas ontmoedigen. Wij hebben al wel een convenant met afspraken en een sectorsysteem voor het beprijzen van CO2. Het geld dat met het sectorsysteem bij de overheid binnenkomt willen we terug laten vloeien naar de sector.”
In vergelijking met de originele plannen uit het coalitieakkoord Rutte IV zijn de uiteindelijk ingevoerde fiscale maatregelen enorm afgezwakt. Echter blijft het een gigantische prikkel die op de sector afkomt, de sector moet economisch wel overeind blijven. “Die discussie gaan we ook komend jaar weer voeren, want we zijn er nog niet.”
Hoewel in het laatste debat in de Tweede Kamer alweer positief werd gesproken over de tuinbouw is de voorzitter er niet helemaal gerust op: “Wat gaat het nieuwe kabinet afspreken, is er straks nog wel een klimaatfonds en voldoende financiële ruimte bij het ministerie? Word je als ondernemer bij de transitie nog wel geholpen door de overheid? Aan ons convenant willen we niet tornen. Tegelijk kan de overheid niet blijven stapelen met nieuwe maatregelen. Denk ook aan plantgezondheid, water, ruimte en arbeid. Kunnen we dat als sector aan? Zeker, maar makkelijk is het niet.”

‘WKK wegpesten’

Robin Teeken van BlueTerra ging als tweede spreker nader in op de rol van de WKK in de veranderende elektriciteitsmix. “Negatieve stroomprijzen zullen steeds vaker voorkomen, waarbij zon en wind deels zullen worden afgeschaald. WKK’s leveren nu meer dan 10 procent van het nationale vermogen. Batterijen zijn wel een optie, maar bieden niet de leveringszekerheid van een WKK, die blijft dus voorlopig belangrijk. Omdat de concurrentie van zon en wind toeneemt, zal het aantal momenten waarop de WKK rendabel kan draaien wel veranderen.”
Teeken stelde aan de zaal de vraag wanneer je de WKK gaat aan- of uitzetten. “Wat is je referentie. Ketelgas gebruiken we bijna niet meer, terwijl de e-ketel door hogere nettarieven ook duurder is geworden. Als ketelgas de referentie is – nu 25 eurocent – staat de WKK bijna altijd aan. Daardoor wordt de groei van andere duurzame initiatieven wel afgeremd.”
De WKK levert warmte, stroom en CO2, waardoor het voor de tuinbouw op dit moment een optimaal instrument is. Tegelijk wil de overheid verduurzamen, en wil de sector – zoals is afgesproken in het energieconvenant – in 2040 klimaatneutraal zijn. “Daar past een WKK met aardgas niet meer in. Als instrument voor leveringszekerheid en netcongestie kan het op sommige momenten cruciaal blijven. Soms lijkt met meer op ‘WKK wegpesten’.”

Nog tien jaar WKK

Trostomatenteler Schenkeveld staat achter het streven om in 2040 klimaatneutraal te worden. Jacco Besuijen: “Wij willen dan geen gas meer gebruiken, maar een juiste timing op het vlak van duurzame investeringen is enorm belangrijk om je concurrentiepositie te behouden. De Trias Energetica is niet per se achterhaald, alleen: de energiekosten van een WKK zijn nu vooralsnog laag waardoor andere investeringen in duurzame warmte minder rendabel zijn. Het gaat er dus eerder om wanneer, en niet per se welke investering ik moet doen. De eerste projecten in aardwarmte en ‘Kas zonder Gas’ gingen failliet: te vroeg. Heb je nu alleen een gasketel, dan ben je te laat.”
De energiespecialist liet een berekening zien waarbij de invloed van het fiscaal beleid – energiebelasting plus CO2-heffing – in twee situaties (onbelichte tomaten met WKK, hoog en laag gasverbruik) was doorgerekend. Daaruit bleek dat de lastenverzwaring vooralsnog hoger was dan de besparing op energiekosten. “Ga je dan nog investeren: nee. Want dat doe je dan alleen nog voor maatschappelijk draagvlak. Ik ben van mening dat de WKK in de tuinbouw nog wel tien jaar blijft draaien. Wel met beduidend minder draaiuren, maar de uren die je draait renderen beter.”

Luchtbehandelingskasten

Schenkeveld heeft tijdens de energiecrisis goed gebruik gemaakt van de WKK. “De twee tot drie jaar die het duurde was net niet te lang. Dankzij de hogere gas- en stroomprijzen konden we een tweede energiescherm en LED-belichting sneller terugverdienen. Op onze nieuwe locatie in Rijsenhout hebben we ook luchtbehandelingskasten geïnstalleerd, met 15 tot 20 procent extra gasbesparing. Bijkomend voordeel was een veel gelijkmatigere temperatuurverdeling. In totaal hebben alle investeringen een besparing van 6 tot 7 kuub gas per vierkante meter over het totale areaal opgeleverd.”
Op één locatie maakt Schenkeveld nu gebruik van aardwarmte, daarnaast zijn projecten gestart op de drie andere Westlandse locaties. In Rijsenhout is het plan om in 2026 met restwarmte te starten. “Dat moet je niet alleen willen doen, want de risico’s zijn substantieel onder andere technisch en qua draagvlak. Zelf in een warmtenet investeren is een forse investering, dat doe je over dertig jaar, maar is er dan nog wel tuinbouw in een gebied.”

Westlands wamtenet

Samenwerken in een warmtecoöperatie heeft voordelen, zegt Besuijen. “In het Westland valt alles op de juiste plek. Zowel de netbeheerder als de gemeente denken met de tuinbouw mee. De netbeheerder ziet een toekomstbestendig model in warmtetransport. De gemeente is ook aandeelhouder in HVC warmte, een semi-publieke onderneming. De warmtecoöperaties zijn daarmee in gesprek gekomen, HVC investeert in bronnen en sluit een warmteleveringsovereenkomst met de telers. HVC en Capturam investeren gezamenlijk in een warmtenet en sluiten transportovereenkomsten met eigen en externe bronnen. Doordat dit in één hand zit, biedt dit enorme kansen op het gebied van uitwisseling en handel in warmte. Hiervoor wordt op dit moment een handelsplatform ontwikkeld.”
Het hele Warmte Systeem Westland is al een jaar of zes tot zeven in ontwikkeling. Het komt hier werkelijk van de grond, in andere gebieden praat je vaak alleen over planvorming. Rondom de locatie in Rijsenhout is recent een warmtecoöperatie opgericht en zijn de eerste gesprekken met datacenters en ontwikkelaars gestart, want het gebied lijkt minder geschikt voor geothermie. Ieder tuinbouwgebied heeft zijn eigen kansen en uitdagingen.”

Tekst en beeld: Mario Bentvelsen