Aantonen dat jouw bedrijf voldoet aan de eisen die de wetgever stelt aan nulemissie is lastig. Adviseurs helpen ondernemers bij dat proces. Het maken van een bedrijfsscan is nog goed te doen, maar zoals altijd zit het venijn in de staart. Lukt het om consequent een onderhoudsplan uit te voeren? Twee ondernemers en hun adviseurs leggen uit hoe zij inspelen op de nieuwe wetgeving en waar zij zoal tegenaan lopen.

Recirculeren zit Kees Schoenmakers in het bloed. Al in 1985 deed hij zijn eerste pogingen om drainwater op te vangen, met de trommel van een oude wasmachine en wat schermdoek. Hij lacht. “Vlekkeloos ging dat niet. Al snel zat de boel verstopt.” Tegenwoordig is de potplantenkwekerij in het Brabantse Haaren volledig ingericht voor de teelt van fittonia’s en andere bladgewassen en is recirculatie een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering.
Als gietwater gebruikt hij regenwater, aangevuld met bronwater. De planten op rolcontainers krijgen de voedingsoplossing aangeboden via het eb-vloed systeem. Via een zelf ontworpen gootsysteem moet het drainwater een traject met hoogteverschillen volgen naar een voorraadtank. “Ik probeer zoveel mogelijk zuurstof in het water te krijgen. Sinds de aanleg ervan hebben we nauwelijks last van Phytophthora. En daar zijn fittonia’s gevoelig voor”, legt hij uit. Het systeem is volledig gesloten. Afvalwater is er niet, dankzij goed uitgangswater en gebruik van vloeibare meststoffen.

Kritische vragen stellen

Samen met consultant Alwin van Ruijven, van adviesbureau AAB NL, deed Schoenmakers een bedrijfsscan om aan te tonen dat het bedrijf voldoet aan de zuiveringsplicht die in 2018 van start gaat. Aanvullende apparatuur om restwater van gewasbeschermingsmiddelen te ontdoen is hier niet nodig, want er werd nooit en wordt niet geloosd. Van Ruijven: “Het is nu zaak om dit aan te tonen.”
Volledige recirculatie wil nog niet zeggen dat er geen drainwater kan ontsnappen naar de ondergrond, bijvoorbeeld door lekkage. De adviseur heeft daarom alle punten op het bedrijf nagelopen waar incidenteel water zou kunnen ontsnappen, zoals lekkende kranen of een oude overstort. “Door kritische vragen te stellen spoor je deze op”, vertelt hij.
Op het potplantenbedrijf zijn inmiddels alle waterstromen in beeld gebracht. Ook over situaties als wateroverlast door hoosbuiten is nagedacht. Schoenmakers heeft extra opslag wanneer zijn silo’s vol zijn, zodat ook bij extreme situaties niet hoeft te worden geloosd.

Afhankelijk van omgeving

Het middelengebruik op het bedrijf is laag. Schoenmakers gebruikte altijd Rovral tegen Rhizoctonia, maar door een sterk en weerbaar gewas te telen, heeft hij het niet meer nodig. Slechts één keer in de maand moet hij op beperkte schaal chemische gewasbescherming toepassen. De teler moet altijd alert blijven, want op sommige momenten is de insectendruk hoog.
In principe zou restwater helemaal schoon moeten zijn. Toch is dat niet helemaal waar, want hij is ook afhankelijk van bedrijven in zijn omgeving. Van Ruijven: “Middelen van buiten kunnen op het kasdek neerslaan en toch in de watersilo’s terecht komen. De detectiemethodes zijn zo nauwkeurig dat je ze terug kan vinden.” Beiden vragen zich af hoe het waterschap daarmee zal omgaan.

Waterstromen sluiten

Het bedrijf in Haaren ligt tamelijk geïsoleerd, waardoor een cluster met collega’s niet mogelijk was. Daarom heeft Schoenmakers zelf alle waterstromen gesloten. Hij merkte dat het lastig was om zijn vragen voor te leggen aan lokale overheden, omdat deze aan het begin van het jaar nog niet goed waren ingespeeld op de gewijzigde regelgeving.
Halverwege het jaar ging hij wederom in overleg met het waterschap. Schoenmakers: “Ik wacht liever niet af. We hebben als ondernemers de plicht om aan de nieuwe regelgeving te voldoen.”

Nullozingsprotocol

Tomatenteler Klaas Honders van Zadelaers Boogaert Kwekerijen in Naaldwijk kiest net als zijn Brabantse collega voor een individuele oplossing. Samen met Jaap Bij de Vaate van Delphy voerde hij een bedrijfsscan uit om alle waterstromen in beeld te brengen. Het bedrijf heeft geen lozingsstroom door recirculatie, zorgvuldig omgaan met meststoffen en aandacht bij de teeltwisseling. Daarom is er ook geen zuiveringsinstallatie nodig. Door dit in een rapportage volgens het nullozingsprotocol vast te leggen, kan dit snel worden aangetoond bij het bevoegd gezag.
“We hebben in dit gebied een cluster dat samenwerkt om drainwater op te vangen, maar de belangen liggen erg uiteen vanwege de grote variatie in bedrijven. Wij willen op ons bedrijf zelf een nullozing realiseren”, legt hij uit.
“Op een nieuw bedrijf is het niet heel erg moeilijk om de nieuwe regels in te passen, maar hier gaat het om een bestaande situatie. Dat is best ingewikkeld”, vindt Bij de Vaate.

Teeltwisseling

Voor de tomatenteler is recirculeren al jaren vanzelfsprekend. Ophoping van natrium ziet hij niet als een groot probleem. Met goed uitgangswater, afkomstig uit het regenwaterbassin aangevuld met osmosewater, en natriumarme meststoffen loopt het niet snel spaak. Lastig is het tijdens de teeltwisseling, wanneer hij zijn druppelaars reinigt. Die middelen mogen niet in het oppervlaktewater komen. “Over dat soort zaken moet je nadenken. We gebruiken nu tijdens de teelt middelen die het leidingwerk schoon houden. Dan hoeven we het druppelsysteem niet meer bij de teeltwisseling te reinigen”, legt hij uit.
De teeltwisseling vraagt sowieso veel aandacht. Op dat moment moeten de silo’s worden schoongemaakt. “We zorgen er voor dat de draintanks leeg zijn op het einde van de teelt. Ik denk dat ik het restant en het bezinksel laat afvoeren”, vertelt hij.

Lekkages controleren

Extra aandacht vragen de lekkages van de goten. Een los geschoten druppelaar, een buisrailkar die tegen een goot aan rijdt, daar ontstaan problemen. Bij de Vaate ziet dat als een lastig punt: “Op bedrijven met vruchtgewassen op goten gebeurt dit heel regelmatig en daar moet je op bedacht zijn. We leggen een onderhoudsroutine vast, die vaak wel in de hoofden van telers zit, maar niet altijd op schrift is vastgelegd. Het nullozingsprotocol vraagt daar wel om. Het borgen van deze onderhoudsprocedures in de bedrijfsvoering is belangrijk.”
“Die routine is er zeker”, vindt Honders. “Iedereen heeft hier de opdracht om tijdens gewaswerkzaamheden op te letten of er tomaten in de goot zijn gevallen, of dat er druppelaars los schieten.”

Watermonster

Hoe groot lekkageproblemen zijn, kunnen ondernemers natuurlijk zelf ook controleren. Bij Honders staat de onderbemaling uit, dus hij verwacht niet dat er drainwater in de sloot komt. Een watermonster kan handig zijn om te controleren of bepaalde middelen wel of niet aanwezig zijn in de sloten rond het bedrijf. Op die manier word je niet verrast bij een controle. Honders: “Je kunt eenvoudig zelf de EC meten. Dat is een goede indicatie of je verder moet zoeken. Vast staat natuurlijk dat het water gewoon schoon moet zijn. Die verantwoordelijkheid hebben we als telers.”

Samenvatting

Het vastleggen dat bedrijven volledig gesloten zijn en geen water vanuit de teelt op het oppervlaktewater of riool lozen is een enorme operatie. Ondernemers werken samen met adviseurs om alle waterstromen vast te leggen in een bedrijfsscan. Naast controle van mogelijke lekkages is ook een onderhoudsplan belangrijk. Ondernemers hebben de plicht om aan de nieuwe regels te voldoen, ze zien het echter ook als hun verantwoordelijkheid.

Tekst en foto’s: Pieternel van Velden