Apparaten die een gewas scouten en kunstmatige intelligentie (AI) die plagen herkent. Automatisering en gewasbescherming blijken een efficiënte combinatie. Tomatenbedrijf Lans startte anderhalf jaar geleden een proef met twee innovatieve monitoringssystemen. Inmiddels is het vertrouwen zo groot dat de ‘schaduwtellingen’ worden gestopt. “Vanaf nu moet het de belofte van minder arbeid gaan waarmaken”, vertelt Vincent van der Lans.
Op tafel ligt een Trap-Eye. De simpel ogende unit bevat een camera en een vangplaat. Drie keer per week maakt de camera een foto van de vangplaat. Deze worden naar een centrale cloud gestuurd waar een AI-systeem de foto’s analyseert en de insecten identificeert en telt. “De teeltmanager van de betreffende kas kan de gegevens vervolgens inzien op zijn computer”, aldus Van der Lans. “En daar vervolgens de biologie op afstemmen.”
Eenvoudige bevestiging
Er valt nog meer op. Het apparaat (nog geen 2 kilo) heeft een zonnecel en twee ronde magneten. Marcel Verbeek, adviseur bij Biobest legt uit: “De zonnecel levert precies de hoeveelheid energie die nodig is om te fotograferen en om verbinding te maken met het netwerk. En na elke actie laadt de accu zichzelf weer op.” Het systeem heeft dan ook geen leidingen of bekabeling nodig. Net als de magneten vergemakkelijkt dat de installatie. “Je ‘plakt’ ze gewoon op de palen in de kas.”
Aangesproken door zowel de eenvoud van het systeem als de mogelijkheid om het monitoren te automatiseren, besloot Van der Lans tot een proef op de locatie aan de Burgerweg.
Veertig meetpunten
De kas in De Lier was een van de eerste grote commerciële projecten met het automatische vangplatenmonitoringssysteem. Op advies van de leverancier werden in de 1 ha grote afdeling 40 units bevestigd. Verbeek: “Dat aantal meetpunten is nodig voor een volledig overzicht van de kas, zodat er geen hotspots over het hoofd worden gezien.” Vervolgens boog de adviseur zich over het dataverkeer. “Dat is een soort tweetrapsraket. De afzonderlijke units vormen een eigen netwerk waarbinnen ze zonder internet kunnen communiceren. Een strategisch geplaatste gateway verzamelt alle gegevens en stuurt deze met een directe 4G-verbinding naar de cloud voor verdere analyse.”
Via schaduwtellingen controleerde de teler of de getoonde data ook wel echt hoorden bij de daaraan gekoppelde unit en dus de plek in het gewas. Toen dit inderdaad bleek te kloppen, schaalde hij de proef op naar 3 hectare.
Gerichte bestrijding
Inmiddels hangen er dus 120 units. Elke unit monitort drie keer per week plagen als wittevlieg, trips, mineervlieg, Nesidiocoris en nuttige insecten zoals Macrolophus. “Bij ons ligt de focus op wittevlieg”, benadrukt Van der Lans. De aantallen en het historische verloop daarvan kan de teler terugzien in het webbased dashboard. “Dat is vooral handig om trends te signaleren. Een plotselinge stijging kan duiden op een haard in het gewas. Met die kennis kun je vervolgens snel en heel gericht extra bestrijders uitzetten. Bovendien, door plagen in een eerder stadium aan te pakken, is de slagingskans van biologie groter en neemt de noodzaak van chemische correctie af.”
Het dashboard is ook toegankelijk voor de adviseur. “Ik kan dus op afstand meekijken met wat er gebeurt in de kas. Daardoor hoef ik minder vaak fysiek het gewas in en kan bijvoorbeeld tussen de geplande afspraken door even bellen als ik zie dat het ergens mis gaat.”
Standaardisatie
Verbeek noemt nog een voordeel van het geautomatiseerde monitoringssysteem: standaardisatie van de tellingen. “Heb je één hectare gewas, dan is vaak één vaste scoutingsmedewerker voldoende. Maar hoe groter het oppervlak wordt, hoe meer verschillende medewerkers die taak zullen uitvoeren. Elk met zijn eigen inzichten en methoden. Door het proces te automatiseren, is elke telling en elk scoutingsmoment gelijk. Daardoor zal de betrouwbaarheid van de overzichten toenemen.” De tomatenteler vult aan: “Dit jaar willen we het systeem uitrollen over ruim twaalf hectare. Als we dan tijdens de wekelijkse overlegmomenten de IPM-strategie bespreken, is het wel zo fijn als alle teeltverantwoordelijken uniforme informatie gebruiken en vergelijken.”
Daarnaast verwacht Van der Lans vooral ook arbeidsbesparing. “De camera fotografeert de vangplaten en de software telt en categoriseert alles wat erop zit. Die werkzaamheden haal je dus weg bij de medewerkers.”
Motten filmen
Natuurlijk wordt niet al het scoutingswerk uit handen genomen. Zo dienen de speciale vangplaten in de units elke vier weken vervangen te worden. Het AI-systeem zorgt er tussentijds voor dat insecten niet dubbel geteld worden. Maar belangrijker nog: niet elke plaag is zichtbaar op de vangplaat. “We blijven dus regelmatig zelf het gewas ingaan om planten te controleren op bijvoorbeeld rupsen.”
Zeker de rups van Tuta absoluta kan grote schade aanrichten. En motten laten zich lastig vangen op de platen, weet de teler. “Zit er toch eentje op, dan ben je eigenlijk al te laat. Naar alle waarschijnlijkheid vliegen ze dan al in groten getale door je kas.” Mede daarom koos Lans voor een tweede geautomatiseerd monitoringssysteem, de PATS-C. Dit apparaat maakt gebruik van een infrarood camerasysteem dat ’s nachts in realtime vliegende insecten waarneemt.
Verbeek: “Zodra er iets langs vliegt, gaat de camera filmen. De software identificeert aan de hand van de vliegbewegingen het insect en deelt zijn analyse met de teler.” En doordat de tracking continu plaats vindt, kan dit systeem een populatieverandering tot wel vijf weken eerder signaleren, meent de adviseur. Per hectare is de installatie van één camera-kast voldoende. En alhoewel op deze locatie beide systemen zijn gekoppeld, kunnen ze ook los van elkaar worden ingezet.
Doorontwikkeling
Het foto- en filmsysteem delen het dashboard. Naast weergave van de verzamelde data, biedt de software ook andere functionaliteiten. Zo kan de teler grafieken en ‘heatmaps’ inzien, plattegronden waarop plaagconcentraties zijn ingetekend. Ook wordt er gewerkt met kleurcodes om het attentieniveau aan te geven. “Volgens mij kunnen we zelfs pushberichten instellen”, vertelt de tomatenteler. Hoe meer ervaring hij opdoet met de automatische monitoringssystemen, hoe groter het vertrouwen.
“De gegevens zijn precies en de toepassing van apparatuur eenvoudig. Als het gewas wordt geruimd, halen we ook de units uit de kas. Na het reinigen komen ze gelijk met de jonge planten weer terug. Op de paal klikken, inscannen en het systeem is weer een teelt lang operationeel.”
Gebruik geschiedt op basis van een licentieovereenkomst. Op die manier mist de teler nooit een relevante update en kan hij gebruik maken van de nieuwste camera- en foto-units. Verbeek wijst naar het exemplaar op de tafel. “Deze is bijvoorbeeld waterdicht. Doorontwikkeld voor chrysanten- en gerberabedrijven. Want ook in die teelten neemt de interesse voor deze geautomatiseerde monitoringssystemen toe.”
Tekst: Jojanneke Rodenburg, beeld: Fotostudio G.J. Vlekke