De puzzelstukjes zijn er, maar de puzzel leggen blijkt na een aantal pogingen nog steeds een moeilijke opgave. “We weten dat het kan”, stellen telers en onderzoekers. Maar aubergine laat zich onder belichting niet zomaar telen. Nog lang niet alles is bekend over de juiste plantbalans en het perfecte klimaat.

Aubergine telen onder belichting is geen eenvoudige opgave. Al tien jaar zijn telers en onderzoekers bezig een manier te vinden aubergine veilig te belichten, maar het gewas blijkt erg gevoelig voor lichtstress onder assimilatielampen. “Er zijn wel stappen gezet, maar we komen er gewoonweg nog niet helemaal uit”, zegt aubergineteler Peter de Jong uit Dinteloord, die al vanaf het eerste uur bij de proeven betrokken is.
Op het eigen teeltbedrijf Van Duijn De Jong Aubergines zijn twee jaar lang proeven uitgevoerd, toentertijd nog onder SON-T, maar ook daar bleek dat de uitgroei van de vrucht te traag was. Een probleem dat de onderzoekers van nu nog steeds tegenkomen.
In de winter van 2019/20 ging het wederom mis bij een kasproef bij Delphy. Zowel onder LED als onder hybride belichting trad er bladnecrose op, was de fotosynthese opvallend laag en was er een fors productieverlies. De opbrengst bleef in de wintermaanden steken op een schamele productie van 0,6 kg per m² per week.
Voor de zekerheid heeft Plant Lighting in Bunnik de fotosynthese in een onbelichte teelt ’s zomers op een zonnige dag gemeten – dat ging wel goed. Er zat iets in de manier van belichten dat schade veroorzaakte, maar wat?

Rendabele belichte teelt

Het onderzoek werd voortgezet bij Plant Lighting, waar eerst in kleine en later in grotere klimaatcellen geprobeerd werd het gewas te doorgronden. Wat bleek: hoe meer uren per dag er wordt belicht, hoe groter de schade wordt aan het fotosysteem.
Daarnaast speelt het spectrum een bepalende rol in de mate van schade, waarbij een volwaardig zonlichtspectrum minder schade geeft dan een ‘simpel’ rood-blauw LED-spectrum. Ook de belichtingsintensiteit bleek een rol te spelen in het schadebeeld, waarbij een verhoging in intensiteit schade kan geven. De gevoeligheid varieerde tussen verschillende rassen. Onder andere het hoofdras Tracey bleek slecht tegen belichting te kunnen.
Door met het juiste spectrum de belichting langzaam op te schakelen en maximaal 15,5 uur te belichten, werd in een grotere klimaatcel onder gesimuleerde winterse omstandigheden met tot 180 µmol/m².s belichting uiteindelijk een hele redelijk productie van ruim 1,1 kg per m² per week gerealiseerd. Bij Tracey was nog slechts milde schade aan het fotosysteem gemeten, en aan ras 10-127 RZ helemaal geen schade.
Vandaar dat de onderzoekers en telers het aandurfden om afgelopen najaar met deze puzzelstukjes een nieuwe kasproef op te zetten. Onderzoeker Stijn Jochems. “We weten dat belichten kan, maar er moet genoeg productie gegenereerd worden. Met deze proef wilden we aantonen dat we een rendabele belichte aubergineteelt konden opzetten en dat deze teelt in een duurzaam toekomstbeeld past.”

Opzet

In een 150 m² kas bij Delphy werden de beproefde puzzelstukjes neergelegd: Er werd een spectrum opgehangen met 86% rood, 9% groen, 5% blauw en 10% verrood. Daarnaast werd een maximale belichtingsduur van 15,5 uur aangehouden met een lichtintensiteit van 200 µmol/m².s. Aangezien energie een belangrijke rol speelt binnen het project werd de maximale hoeveelheid gasverbruik gesteld op 10 m³ per m² op jaarbasis en het elektraverbruik op 115 kWh.
In oktober is het gewas geplant met vier stengels per plant, wat neerkwam op 5 stengels per m². De planten werden geënt op de onderstam Kaiser RZ. Omdat Tracey RZ als hoofdras in vorige proeven erg gevoelig bleek voor belichting, werden nu Miley RZ en 10 127 RZ gekozen als hoofdrassen en werden in de randrijen de praktijkrassen Tracey en Beyonce geplant. Er werd gewerkt met een Obscura verduisteringsdoek en een transparant Luxous energiescherm met spouw, waardoor energie efficiënter benut werd.
Behalve de productie en fotosynthese, hebben de onderzoekers wekelijks onder andere het aantal bloemen, het aantal vruchten per stengel, de lengtegroei en bloeihoogte vastgesteld. Ook werd de uitgroeisnelheid twee keer per week gemeten.

Vegetatief

“Ons eerste doel was om het gewas zonder schade de winter door te laten komen”, zegt Jochems. “We zagen inderdaad een vitale plant, sterk, groeizaam. Dat uitte zich in dikke stengels en groot blad. De fotosynthese was goed op gang, alleen leken de assimilaten onvoldoende naar de vrucht te gaan vanwege een lage productie, ten opzichte van de visueel grote bladoppervlakte.”
Beide hoofdrassen bleken vegetatief te reageren. “Het belichten zorgde voor een vegetatieve actie in het gewas”, vult teler De Jong aan. “We zagen dat het gewas met LED toch de warmte van de zon mist. De gewenste vruchtuitgroeiduur hebben we daardoor niet gehaald.” In plaats van binnen 20 tot 21 dagen, lag de uitgroei op 25 tot 26 dagen.
De productie was aan de lage kant. De proef bracht een productie voort van 0,9 kg per m² per week, terwijl ingezet was op een verdubbeling van de vorige proef: 1,2 kg per m². “Dit is dus geen resultaat om in de praktijk mee naar buiten te treden”, concludeert Jochems.

Door met proeven

Opvallend was wel dat Tracey RZ, een ras dat zich altijd al generatiever ontwikkelt, zich wel redelijk goed staande hield, ondanks dat er wel weer schade aan het fotosysteem gemeten is. “Met minder assimilaten vanwege de schade, behaalde dit ras toch eenzelfde productie als de hoofdrassen. Dat geeft aan dat er meer potentie te behalen valt bij de vegetatieve rassen, waar we in een vervolgproef extra op willen focussen”, zegt Jochems.
Daarnaast speelt de onderstam een rol. “Zo is Kaiser RZ voor een winterteelt misschien te vegetatief, maar met een generatieve onderstam willen we geen groeikracht missen om de zomer door te komen en daarmee september te halen, dus daar willen we verandering in brengen in een volgende proef”, zegt De Jong.
Want door willen de telers en onderzoekers wel. “De sleutel ligt in de plantbalans, het aantal vruchten per stengel en het klimaat”, gaat Jochems verder. “Daar kunnen we nu met de kennis uit deze proef op voortborduren.”

Energie

De Jong ziet de resultaten niet als een flinke tegenvaller. Hij denkt dat het vooral warmtegebrek was. Hij twijfelt of die 10 kuub gas niet te weinig is. Voor de energiecrisis zaten auberginetelers op 30 of meer m³/m² op jaarbasis. Nu gebruiken ze zo’n 24-25 m³/m². “Tien kuub lijkt mij gewoon te weinig voor in de praktijk. Ik snap dat we in het kader van energiebesparing in deze proef een maximum aan het gasverbruik moeten stellen, maar als je met meer energie meer product krijgt, word de energie-input per kilo lager. Zo kun je het ook bekijken.”
“We willen het nog een keer proberen”, zegt hij. “Met een andere klimaat- en snoeistrategie. We weten dat het kan. We moeten alleen de assimilaten naar de vrucht zien te krijgen.”
Dit project wordt gefinancierd door Kas als Energiebron. Daarnaast leveren Signify, Ludvig Svensson, Rijk Zwaan en auberginetelers een financiële bijdrage.

Tekst: Marjolein van Woerkom, beeld: Michel Heerkens