Na een zwaarbevochten ontheffing voor tripsbestrijding kreeg het insecticide Verimark vorig jaar haar lang verwachte, reguliere toelating in de paprikateelt. Bedrijfsleider Jan van de Berg van Tas Paprika uit Zevenhuizen kent het middel goed en weet hoe hij het maximaal kan laten renderen. “Toepassing in een blok geeft een lange duurwerking en het beste eindresultaat”, zegt hij. “Begin bijtijds bij een beginnende aantasting en druppel in een actief gewas.”

Met de opkomst van een nieuwe bladluis die resistent bleek tegen vrijwel alle toegestane middelen, had vooral de paprikateelt het de afgelopen jaren zwaar te verduren. Ook andere plagen bezorg(d)en de telers soms hoofdbrekens. De toelating van het breedwerkende, goed integreerbare insecticide Verimark in onder andere de bedekte teelten van paprika, komkommer, aubergine, tomaat en aardbeien op substraat bracht verlichting.

Werking

Het middel dient aan het druppelwater te worden meegegeven. De wortels nemen de werkzame stof cyantraniliprole op, waarna deze zich verspreidt naar de groeipunten. Van plaaginsecten die van de plant zuigen of vreten, wordt de spierfunctie verstoord, waardoor ze direct stoppen met vreten. Hierdoor wordt verdere schade aan gewas en vruchten voorkomen en wordt virusverspreiding tegengegaan. Na enige tijd gaan de plaaginsecten vanzelf dood.

Goede ervaringen

Bedrijfsleider Jan van de Berg van paprikakwekerij Tas uit Zevenhuizen kent het middel al enige tijd. Op dit bedrijf is het (met ontheffing) al op kleine schaal toegepast in de toelatingsfase. Vorig jaar voerde hij de eerste blokbehandeling op 11 en 17 februari uit vanwege trips en de hoge luisdruk.
“Het resultaat was zeer direct, ik stond er echt van te kijken”, blikt hij terug. “De tweede toepassing zorgde voor een lange duurwerking, waardoor de biologie het heel lang kon bolwerken. De rest van de teelt heb ik in de behandelde afdeling geen problemen meer gehad. Geen vette luisplekken en ook geen andere plagen. Trips, rupsen en witte vlieg worden namelijk allemaal goed bestreden.”

Kantelpunt trips

Dit jaar vormde trips de aanleiding om het middel op 9 en 16 maart uit de kast te halen. Van de Berg merkt op dat deze plaag na de eerste toepassing eerst nog in omvang toeneemt. Met name volwassen trips blijven in de bloem langer zichtbaar. De larven werden direct bestreden. “Na ongeveer drie weken – dus twee weken na de tweede behandeling – is het kantelpunt wel bereikt. De aantallen op de vangplaten lopen dan sterk terug. We hadden ook al wat rupsen gezien. Die stopten vrijwel direct met vreten en waren een paar dagen later dood.”

Toepassen in actief gewas

Over de toepassingswijze zegt de bedrijfsleider en teeltverantwoordelijke dat hij het middel in het voorjaar bij voorkeur inzet in een actief gewas tijdens zonnige dagen. “Dan neemt de plant het middel eenvoudiger en helemaal op. Wij druppelen bij voorkeur tijdens de eerste twee gietbeurten, uiteraard zonder drain. ’s Middags volgt er een derde beurt om de druppelleiding leeg te maken. De planten gaan dus echt een dag op rantsoen. Ook dat is een reden om in het voorjaar een zonnige dag te kiezen, zodat de plant voldoende actief is en het middel het beste opneemt. In de zomer kies ik juist een bewolkte dag, om de drain verantwoord te kunnen beperken.”
Om het middel zo lang mogelijk voor de sector effectief te kunnen gebruiken, raadt de bedrijfsleider iedereen aan om de gebruiksadviezen op te volgen en resistentie-opbouw te voorkomen. “Ik weet dat veel telers dolblij zijn met dit middel, dus laten we er vooral zuinig op zijn. Dan kunnen we er nog jarenlang op terugvallen als het nodig is.”

Juist gebruik voorkomt resistentie

Ook Technical advisor Nico Harteveld van producent FMC benadrukt dat een juiste toepassing van Verimark essentieel is om een lange duurwerking te verkrijgen en resistentieopbouw onder insectenpopulaties te voorkomen. “Resistentievorming kan een bedreiging zijn voor ons product. Na een bloktoepassing zouden enkele generaties van het plaaginsect niet met het middel in contact moeten komen, zodat er geen selectie van minder gevoelige insecten kan plaatsvinden. Een blokbehandeling van twee toepassingen met een week interval is nodig om de populatie zo sterk uit te dunnen, dat je een lange duurwerking verkrijgt en geruime tijd weg kunt blijven. Dit is een belangrijk detail voor het resistentiemanagement.”
De technisch adviseur krijgt echter ook signalen dat telers het middel naar eigen inzicht doseren en inzetten. “Dat is zorgelijk, want het kan averechts uitpakken en resistentieontwikkeling in de hand werken. Gezien de beperkte beschikbaarheid van goed werkzame alternatieven, raden wij dat dus met klem af. Bovendien past dit product als een van de weinige in een geïntegreerde aanpak met biologische bestrijders. Dat wil je zo lang mogelijk overeind houden.”

Twee keer twee, zonder drain

De beste resultaten boeken telers bij een blokbehandeling van twee keer twee toepassingen. Het dringende advies is om de eerste twee behandelingen uit te voeren bij een beginnende aantasting in de startfase van de teelt, met een interval van één week. “Je zult zien dat de plaagdruk dan zeer sterk is afgenomen en dat biologische bestrijders en andere middelen het stokje kunnen overnemen”, aldus Harteveld. “Na minimaal 60 dagen kun je een tweede blokbehandeling uitvoeren, wederom met een interval van een week. Vier toepassingen per jaar is in vruchtgroenten het maximum.”

Tekst: Jan van Staalduinen