Steeds meer Nederlandse handelaren en groentespeciaalzaken hebben belangstelling voor papaja’s van Hollandse bodem. Vooral de recente aandacht van het KRO-NCRV-programma BinnensteBuiten bracht volgens Roy Steegh ‘flink wat reuring teweeg’. Hij richt zich sinds vorig jaar, samen met enkele collega-telers en een handelsbedrijf, op de commerciële teelt van deze tropische vrucht.
De BinnensteBuiten-uitzending van vrijdag 7 mei, waarin chef-kok Leon Mazairac de papajakas van Roy Steegh bezocht, trok maar liefst 715.000 kijkers. “Dat zijn natuurlijk ongekende aantallen. Helemaal omdat je hiermee geen vakgenoten, maar de consument bereikt. En dat is toch onze belangrijkste doelgroep. Daarbij is de papaja voor veel Nederlanders nog een relatief onbekende vrucht. We kunnen dus wel wat extra aandacht gebruiken”, zegt Steegh. Hij is één van de participanten in Isodora Fruits; een samenwerkingsverband waarbij ook glasgroentetelers Ferry en Ad Gubbels, Rob en Hugo Bakker en Erwin Theeuwen zijn aangesloten, net zoals handelsbedrijf Weyers GmbH.
Na enkele jaren testen en onderzoeken, in samenwerking met Wageningen University & Research, gingen zij vorig jaar als eerste in ons land aan de slag met de commerciële teelt van papaja’s. Dit gebeurt op een oppervlakte van 4 ha op het bedrijf van tomatenteler Steegh in Wellerlooi. “We hebben de afgelopen maanden al behoorlijk wat media-aandacht gehad. Naast het artikel in Onder Glas april, heeft ook de Limburgse zender L1 een item aan onze papajateelt gewijd. Naar aanleiding hiervan tipten diverse mensen de regisseur van BinnensteBuiten. Met een mooi tv-item als resultaat.”
Drukbezochte website
De aandacht op de landelijke televisie heeft volgens Steegh behoorlijk wat teweeggebracht. “We krijgen onder meer veel vragen van particulieren. Via sociale media, maar ook via de website hollandsepapaya.nl. Deze hebben we net voor de uitzending gelanceerd, voor het geval dat mensen zouden gaan googelen op deze termen. Dat gebeurde ook inderdaad; de site wordt druk bezocht.”
Particulieren willen vooral weten waar ze de Hollandse papaja’s kunnen kopen. “En mensen met een Marokkaanse of Zuid-Amerikaanse achtergrond vragen of ook de bladeren en de bloemen verkrijgbaar zijn. Die worden in deze landen namelijk als delicatesse gebruikt. Particulieren rechtstreeks beleveren is voor ons echter niet aan de orde, dat is te bewerkelijk.”
Positief over slagingskansen
Er zijn volgens Steegh veel Nederlandse handelaren en groentespeciaalzaken die belangstelling hebben voor de papaja’s van Hollandse bodem. Dit komt mede door de voordelen van een regionaal geteeld product. “Zo laten wij de vruchten natuurlijk rijpen en kunnen we deze smaakvoller oogsten dan telers in overzeese gebieden en hoeven we ze minder ver te transporteren. Ook gebruiken we geen gewasbeschermingsmiddelen.”
Inmiddels heeft een aantal partijen al een zending afgenomen. “We hebben ook wat monsters toegezonden. Dat is mooi, vooral omdat onze afzet zich tot nu toe concentreerde op de Duitse retail. Het is natuurlijk afwachten wat deze contacten op lange termijn opleveren, maar er is in ieder geval een heleboel gaande. De Nederlandse afzet lijkt op gang te komen. Dat maakt ons ook positief over het slagen van dit project: een succesvolle lokale papajateelt staat of valt immers met voldoende vraag in de regio.”
Tekst en beeld: Ank van Lier