Voor potgerbera zijn eigenlijk geen goede botrytismiddelen voorhanden. JHL Group verwelkomde daarom een praktijkproef. Twee gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong (gno) en twee chemische middelen scoorden even goed tegen aantasting van de bloem. Bij bladaantasting was één van de gno-middelen minder effectief.

Na verschillende weerbaarheidsproeven in de Bleiswijkse kassen heeft Wageningen University & Research aan het begin van dit jaar een vervolgproef ingezet bij potgerberabedrijf JHL Group in Pijnacker in samenwerking met LTO Glaskracht Nederland (zie foto). De bedoeling van de onderzoekers was om meer zicht te krijgen op de verschillende afweerroutes van de plant en de interactie daartussen. Op verzoek van de teler zijn twee chemische middelen in de proef opgenomen en is ook bloembesmetting meegenomen.

Activering van salicylzuurroute

Proefleider Suzanne Breeuwsma: “We hebben al veel onderzoek gedaan naar de activering van de salicylzuurroute, waarmee de plant zich verdedigt tegen biotrofe schimmels zoals meeldauw. Maar we weten ook dat dit ten koste kan gaan van de verdediging tegen necrotrofe schimmels, zoals Botrytis. In Bleiswijk bleek een combinatie van de ‘groene’ middelen Fado en Serenade met Jiffy Mineral heel goed uit te pakken. De vraag was hoe dat onder praktijkcondities gaat als je niet alle klimaatomstandigheden onder controle hebt.”

Dossier opbouwen

Gijsbert Lekkerkerk van JHL Group werkte graag mee: “Goede botrytismiddelen zijn niet toegelaten voor onze teelt. Deze proeven helpen mee het dossier op te bouwen, zowel voor de chemische als de gno-middelen. Dan wordt de kans groter dat de fabrikant de toelating ook aanvraagt.”
Het onderzoek viel uiteen in twee delen: een bladproef en een bloemenproef. De bladproef was in feite een herhaling van eerder onderzoek in Bleiswijk maar dan onder praktijkcondities. Twee chemische middelen van BASF en Nufarm; twee gno-middelen Fado en INA en de combinatie Jiffy Mineral/Fado/Serenade zijn toegepast op bladeren die daarna werden besmet met de schimmel. De chemische middelen zijn tevens curatief ingezet.

Afname van de lesie-groei

Breeuwsma: “Bij de bladproef scoorde Fado net zo goed als de twee chemische middelen. Je zag een duidelijke afname van de lesie-groei van Botrytis. Behandeling met INA (een salicylzuurvervanger) liet juist een flinke uitgroei van Botrytis zien. Dat spoort met onze ervaring dat het aanschakelen van de salicylzuurroute (SAR) om de weerstand te verhogen contraproductief werkt bij deze categorie schimmels. Fado schakelt ook de SAR aan, maar was toch effectief tegen Botrytis. Mogelijk is het verschil veroorzaakt doordat Fado over de hele plant is gespoten en INA op de onderste twee bladeren. De combinatie scoorde in Bleiswijk goed, maar hier niet. Dat kunnen we nog niet helemaal verklaren. Wellicht had het met de leeftijd van de planten te maken: in Bleiswijk waren die heel jong, bij JHL Group juist ouder.”

Aankomst met bloembesmetting

Op verzoek van Lekkerkerk is de bloemenproef meegenomen. Bloeiende planten die schoon van het bedrijf weggaan, komen wel eens bij een verre afnemer aan met bloembesmetting, als de bloem door sub-optimale condities tijdens het vervoer nat is geslagen. Bij de bloemenproef zijn dezelfde middelen gebruikt, behalve INA.
De onderzoekers bespoten de bloemen met de middelen en besmetten ze daarna bewust met Botrytis. Hier hadden alle behandelingen hetzelfde effect en lieten ze een duidelijke verbetering ten opzichte van onbehandeld zien. Er waren wel verschillen tussen de rassen. “De conclusie is dat Fado en de combinatie net zo goed werken als de chemische middelen. Fado is toegelaten voor de bestrijding van echte meeldauw, maar blijkt dus een bredere werking te hebben”, zegt de proefleider.

Hulp bij toelatingsaanvraag

Al deze middelen zijn nu niet toegelaten bij potgerbera, maar zoals gezegd helpt de proef bij een mogelijke toelatingsaanvraag. Het onderzoek is betaald met PT-geld en ondersteund door LTO Glaskracht Nederland. “Ik vind het heel geslaagd dat je zo op de praktijk toegespitst kunt samenwerken. Gelukkig kon dit met PT-geld, anders is het niet te dragen. Met twee onderzoekers en één bedrijf heb je in twee maanden resultaat”, zegt Lekkerkerk.
Hij hoopt dat het nu tot daadwerkelijke toelating komt. Net als veel collega’s is hij ernstig bezorgd over het toelatingsbeleid. “Dit zijn allemaal middelen – zowel de chemische als de niet-chemische – die heel welkom zijn in ons pakket. Het probleem van het hele stelsel is dat de aanvraag heel veel geld kost, zodat de fabrikant gaat afwegen of de baten daar wel tegenop wegen. Er zal toch echt iets aan het protocol moeten gebeuren. Eén van die chemische middelen is al toegelaten in tomaat. Waarom dan niet in siergewassen? Die eten we toch niet op!”

Tekst: Tijs Kierkels.

Gerelateerd