De anthuriumplanten kleuren de bedden rood, roze, oranje en wit. Toen Leon Breugem in 2005 overschakelde van groenten naar potanthuriums koos hij voor onderscheidende grootbloemige rassen. Ze zijn milieubewust geteeld. Hij geeft al vijf jaar aaltjes met de regenleiding mee tegen tripspoppen in de grond. Sinds kort gebruikt hij cellulose als dragermateriaal voor de aaltjes.

Aanleiding voor de overstap van groenten naar potanthuriums was de allergie van zijn vrouw voor het stuifmeel van de paprika’s. De keuze voor potanthuriums is niet helemaal toevallig. In de sierteelt wordt er op naam verkocht, dat spreekt teler Leon Breugem uit Bleiswijk aan. Wel koos hij voor iets bijzonders. “Van nature zijn potanthuriums kleinbloemig. Anthura ging veredelen op grootbloemige planten. Het is leuk om je te kunnen onderscheiden met iets dat er (nog) niet is. Meestal is het zo: hoe groter de bloemen, des te groter de plant. Wij hebben gekozen voor grootbloemige anthuriums in ‘kleine’ potten.” Tot op heden levert hij ze in potmaat 14 en 17 cm, maar in de toekomst ook in potmaat 12 cm.
Breugem Plants onderscheidt zich op gebied van kwaliteit met de eigen Royal lijn. “Alleen onze beste planten uit de A1-klasse mogen deze naam dragen. Wij sorteren ze eerst met behulp van een camerasysteem. Medewerkers doen daarna nóg een controle en halen er dan de planten met een ‘wowfactor’ uit.” De planten komen via de grotere groothandelsbedrijven terecht bij de kleinere retail.

Geïntegreerde bestrijding

De planten zijn milieuvriendelijk geteeld. Dat betekent onder andere dat hij aardwarmte gebruikt van Geothermie Bergschenhoek, CO2 van de RoCa-centrale afneemt, dat hij een gesloten waterhuishouding heeft en dat hij zijn plagen geïntegreerd aanpakt.
“We zijn al vanaf het begin bezig met geïntegreerde bestrijding” vertelt de potplantenteler. “Trips en luis zijn dé twee plagen. Luis is onze lastigste plaag. In het voorjaar hebben we de boterbloemluis en perzikluis. In het najaar hebben we last van de zwarte bonenluis. Wanneer er ergens een kolonie met luizen zit, ben je gelijk een paar planten kwijt als je ze te laat ziet.”

Nieuwe correctiemiddelen

De teler zet in het voorjaar preventief Aphidoletes in ‘spikes’ in en Aphidius colemani tegen luizen. Tot op een gegeven moment de hyperparasiet Dendrocerus carpenteri opkomt. Deze parasiteert op Aphidius. Als het zover is, dan moet hij uitwijken naar correctiemiddelen.
“Er komen twee nieuwe correctiemiddelen tegen luis bij. Sivanto Prime is al toegelaten tegen luis en wittevlieg. Closer is inmiddels ook toegelaten tegen bladluis en wittevlieg in de bedekte teelt van bloemisterijgewassen en vanaf deze maand verkrijgbaar. Beide zijn goed in combinatie met natuurlijke vijanden te gebruiken”, zegt Eric Kerklaan, accountmanager Agriprotect bij Horticoop. Mainspring moet het correctiemiddel tegen luis en trips worden, “Het is belangrijk om goed het etiket te lezen en daarbij de instructies vanuit de fabrikant op te volgen”, waarschuwt hij.

Trips en aaltjes

In de strijd tegen trips kwam Breugem via de natuurlijke vijanden Neoseiulus cucumeris en Amblyseius swirskii terecht bij de aaltjes Steinernema feltiae. In het begin gaf hij de aaltjes met de spuitboom mee. Toen lag de focus nog op de tripslarven op de bladeren. Nu geeft hij de aaltjes alweer vijf jaar via de regenleiding mee en ligt de focus vooral op de poppen in de grond.
“De aaltjeslarven zoeken in het natuurlijke substraat hun gastheer op en gaan via de lichaamsopeningen van de trips prepop en pop naar binnen. Eenmaal binnen scheiden de larven een bacterie uit die ze bij zich dragen, Xenorhabdus. Deze doodt de trips-larve binnen 24 tot 72 uur”, legt Kerklaan uit. Breugem: “We kunnen de tripsdruk er goed mee onder de duim houden. Ze pakken de poppen consequent aan. Ongeveer 80% van de tripsen zit als pop in het substraat. Onder andere de temperatuur en vochtigheid bepalen wanneer ze uitkomen.”

Strijd winnen

Niet alleen is dit een milieuvriendelijkere methode, het is ook nog eens fijner voor de mensen die de bestrijdingen uitvoeren. “In het verleden moesten we in de avonduren tegen de verschillende plagen spuiten. Nu kost het slechts twee uur per week om de aaltjes met de regenleiding mee te geven.”
Breugem geeft wekelijks een dosering van 2 miljard aaltjes per 17.000 m2. “Deze kosten uiteindelijk minder dan de chemie van eerst. Met chemie blijf je bezig met een matig tot soms goed resultaat en elke bespuiting levert groeiremming op. Als we met de aaltjes de bovenste 2 cm schoon kunnen houden van de larven die uit het ei zijn gekomen, dan kun je de strijd winnen”, zegt de teler tevreden.

Nieuwe formulering

Sinds kort is de formulering gewijzigd. Eerder kreeg de teler de aaltjes per 1 miljard stuks in een kleimengsel in een bamibakje en moesten ze koel bewaard blijven. Nu zitten ze ‘droog’ in zakjes met cellulosepoeder. In één verpakking zitten 250 miljoen aaltjes in het derde larvale stadium. Simpel oplossen in water is voldoende.
“We kregen klachten vanuit de praktijk over het achterblijven van residu op het gewas en over verstopping van de leidingen. Door met de nieuwe draagstof te werken zijn de problemen verleden tijd”, zegt Kerklaan. “Het voordeel is bovendien dat je ze bij 8 tot 12°C kunt bewaren in plaats van in de koelkast. Daardoor zijn ze eerder actief.” Breugem vindt het allemaal prima. Hij vond het even wennen om met de zakjes te werken, maar is nu tevreden. De aaltjes doen nog steeds hun werk en het product is concurrerend geprijsd.

Samenvatting

Breugem Plants stapte in 2005 over van groenten naar grootbloemige potanthuriums. Alle planten zijn milieuvriendelijk geteeld, wat onder andere betekent dat de gewasbescherming geïntegreerd is. De hoofdplagen luis en trips pakt de teler bij voorkeur aan met natuurlijke vijanden: Aphidoletes in spikes en Aphidius colemani tegen luizen en aaltjes tegen trips. Sinds kort zitten de aaltjes in zakjes met cellulose als dragermateriaal. Dit lost als geheel op, waardoor er geen problemen meer zijn met residu of verstopping.

Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn.





Gerelateerd