Sinds 1 november van dit jaar heeft LTO Glaskracht Nederland een nieuwe directeur: Ruud Paauwe. Hij maakte de overstap van het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht naar de nieuwe vestiging van de belangenorganisatie in het Hortiversum in Zoetermeer. In zijn eerste interview in zijn nieuwe functie komt een aantal woorden regelmatig terug: team, collectief, vertalen. “Onze resultaten moeten we helder overbrengen op de achterban. Hoe sterker het collectief, hoe meer we met elkaar kunnen realiseren. Er liggen immers nog volop uitdagingen.”

Kijkend naar zijn cv zou je Paauwe de gedroomde kandidaat voor de directeursfunctie kunnen noemen: geboren en getogen Westlander, die als scholier werkte in de tomaten, sla, maar ook rozen en potplanten en bijna vanzelfsprekend koos voor een studie aan de Hogere Tuinbouwschool. Na zijn eerste werkervaring bij het toenmalige CBT, kwam hij via Agro Adviesburo bij ABN Amro en vervolgens Rabobank. Bij de grootste financier van de glastuinbouw was hij sectormanager en sectorspecialist, was hij betrokken bij bijzonder beheer en deed hij internationale ervaring op bij de vestiging in Brazilië.
De overstap naar de telersorganisatie past in dat rijtje. “Mijn hart ligt in de tuinbouw, het is een dynamische en innovatieve sector met ondernemers die zeggen waar het op staat. Dat past bij mij. Als ik telers kan helpen met het realiseren van hun plannen en ondernemerswensen, dan geeft dat me energie. Dat was bij de bank zo en dat is het nu opnieuw, alleen vanuit een ander perspectief.”

Speelveld afkaderen

Toen Paauwe werd benaderd om Dick Hylkema op te volgen, zag hij direct een aantal grote uitdagingen. “Belangenbehartiging staat onder druk, mede door het dalende aantal ondernemers, maar de noodzaak van een sterk collectief wordt alleen maar groter. Met een team van zeer kundige medewerkers, ieder met zijn eigen specialisme, kunnen we de belangen van de telers uitstekend verdedigen. Het uitdragen van die meerwaarde is een van de prioriteiten.”
Dat begint met het duidelijk afkaderen van het speelveld. De dossiers zijn op de vingers van een hand te tellen. Onderwerpen waarmee ieder teeltbedrijf dagelijks te maken heeft. “Op gebied van ondernemerschap beperken we ons tot arbeid. De overige, zeer belangrijke aandachtsgebieden zijn water, plantgezondheid en energie. Op al die vlakken kan naar mijn mening meer worden bereikt als je opereert vanuit een sterk collectief; voor de glastuinbouw zijn wij dat. Dat zullen en moeten we nog nadrukkelijker uitdragen en uitstralen.”

Contributie terugverdienen

Want die resultaten, met aantoonbare meerwaarde voor de ondernemer, zijn de afgelopen jaren al wel degelijk geboekt. Paauwe somt op: Voortzetting van de verlaagde energiebelasting, opbrengstverhoging en energiebesparing door Het Nieuwe Telen, de overige projecten van Kas als Energiebron, vrijstellingen voor een aanzienlijk aantal gewasbeschermingsmiddelen, de oprichting van gewascoöperaties, de vele vormen van kennisoverdracht op gebied van water en nieuwe regelgeving en arbeidsinitiatieven als KasGroeit en het Mobiliteitscentrum.
Het is volgens de nieuwe directeur prima dat ondernemers zich de vraag stellen: ‘what’s in it for me’, want enkel het opsommen van resultaten acht hij onvoldoende. “Maar neem de voortzetting van de verlaagde energiebelasting, die door ons tot stand is gekomen. Voor bedrijven met een jaarverbruik tot 170.000 m3 wordt op jaarbasis een bedrag van € 38.000 bespaard. Dat bedrag loopt op tot € 78.000 voor bedrijven met een verbruik boven de 1 miljoen kuub per jaar. Daarmee is de ledenbijdrage al terugverdiend, al blijft het jammer dat een deel van de sector niet meebetaalt aan deze activiteiten. Maar er zijn wel degelijk ook resultaten die alleen voordelen bieden aan de leden.”
Elk gespecialiseerd lid van het team van LTO Glaskracht moet aan een teler kunnen uitleggen wat voor zijn bedrijf de meerwaarde is van het lidmaatschap. “Ik heb mezelf voor de komende drie jaar ten doel gesteld dat tachtig procent van het glastuinbouwareaal aangesloten moet zijn. Dat is ongeveer tien procent meer dan op dit moment.”

Sterkere sector

Vanuit zijn eerdere functies heeft hij een gedetailleerd beeld van de financiële positie van de sector. Spreekt uit zijn overstap een zeker vertrouwen in de toekomst van de glastuinbouw? Paauwe: “Die positie is iets verbeterd, maar nog veel te broos om te spreken over een comfortabele situatie. Bij een groot deel van de bedrijven is de buffer te mager om een onverwachte gebeurtenis, of nieuwe crisis op te vangen. Voor de korte termijn zal er zeker nog een gestage sanering plaatsvinden, maar voor de langere termijn komt de sector er sterker uit.”
Op dat moment wordt de sector, naar zijn mening, gedomineerd door bedrijven met oog voor verantwoorde glastuinbouw, die de noodzaak van innovatie op gebied van onderzoek, teelttechniek en afzet onderkennen. “Daarbij moeten zij zich gesteund voelen door een krachtige organisatie, want er dienen zich nog de nodige ontwikkelingen aan; mogelijke bedreigingen die we met elkaar moeten omzetten in kansen.” Het meest actuele voorbeeld daarvan is de ontkoppeling van het gebruik van aardgas in Nederland. “Uiteindelijk zal de glastuinbouw het moeten gaan doen met restwarmte of duurzame energiebronnen.”

Visie en richting bepalen

De energiespecialisten binnen de organisatie zijn al zeer actief met onderzoek naar en aanwending van alternatieve energiebronnen. Praktijkonderzoek en kennisdeling zijn eveneens in gang gezet. “Uiteraard is de interesse van ondernemers voor deelname hoger bij een gasprijs van 30 cent per m3, dan bij de huidige 15 cent”, stelt Paauwe. “Daar ligt een taak voor ons om de langere termijn te benadrukken in plaats van alleen de brandjes van vandaag te blussen.”
Zeker zo uitdagend is de te maken vergroeningsslag op gebied van gewasbescherming. “Met name de sierteelt moet daarin nog stappen zetten, mede onder druk van de retailers.” Zo’n transformatie is uiteraard niet in één keer te realiseren en zal zich geleidelijk en voor de telers financieel verantwoord moeten voltrekken. Maar de maatschappelijke druk neemt toe, dat vereist aanpassing van de teeltwijze, meer transparantie en een open dialoog met de totale omgeving. “Wanneer we als sector onze ogen sluiten voor verduurzaming en vergroening, dan neemt het toekomstperspectief van de glastuinbouw af. Wij willen het voortouw nemen door visie en richting te bepalen. Ook dit kan een individueel bedrijf immers niet alleen.”

Herkend en erkend

Vanaf het moment – drie jaar geleden – dat de organisaties LLTB, ZLTO en LTO Noord Glaskracht een deel van hun activiteiten hebben gebundeld in LTO Glaskracht Nederland, is er volgens de nieuwe directeur hard gewerkt om de zichtbaarheid te vergroten en de positie te versterken. “Onze rol van vertegenwoordiger van en spreekbuis namens de Nederlandse glastuinbouwsector wordt door andere ketenpartijen en overheden herkend en erkend. De volgende stap is het verder uitbouwen van de samenwerking met andere instanties en organisaties.”
De recente verhuizing van Bleiswijk naar Zoetermeer past in dat streven. “Hier zitten diverse organisaties, met name binnen de groente- en fruitsector, onder één dak. Dat zorgt voor kortere lijnen, directer contact en het vergroot de mogelijkheid om in bepaalde dossiers snel en efficiënt met elkaar op te trekken.”

Verbindingen

Die openheid en brede visie hoopt Paauwe ook bij zijn leden terug te zien. “Mijn boodschap voor 2017 is dat telers op zoek gaan naar verbindingen met partijen in hun omgeving. Het is beter om te kijken waar raakvlakken liggen, dan in de verdediging te gaan en alleen te wijzen naar anderen. Met elkaar kunnen we anticiperen op veranderingen.”

Tekst: Roger Abbenhuijs. Foto: Studio G.J. Vlekke.

Gerelateerd