Krap een half jaar voordat de zuiveringsplicht ingaat, moeten nog steeds veel telers een definitieve keuze maken: collectief of individueel oplossen. De stemming fluctueert steeds, waarbij rationele en irrationele overwegingen een rol spelen. Adviseurs geven met een rekenvoorbeeld aan dat een collectieve aanpak vaak verstandig is, als het gebied zich daartoe leent.
Door de aanvankelijke grote onzekerheden en de mogelijkheid tot uitstel van de zuiveringsplicht hebben veel telers zich in 2016 aangemeld bij een collectief. Op deze manier ontstonden maar liefst 160 collectieven. Toen het allemaal concreter moest worden, zijn er vorig jaar veertig overgebleven die een business plan indienden bij het waterschap. Momenteel zijn er, door splitsing, samenvoegen en afvallen van deelnemers nog zo’n dertig over. Daarnaast komen er ‘mini-collectieven’ van twee, drie of vier bedrijven op (zie verderop).
Veel onduidelijk
“Er zijn nog veel mensen die een definitieve keuze moeten maken”, constateert innovatiemakelaar Stefan Persoon van Inno-Agro. Samen met Flynth en Rombou adviseert hij elf collectieven, samen 185 bedrijven met 600 ha glas. “De tendens in de wet- en regelgeving gaat al jaren dezelfde kant uit, maar tot voor kort was nog veel onduidelijk over belangrijke details, bijvoorbeeld afstemming van de gebruiksvoorschriften van gewasbeschermingsmiddelen, zoals Vertimec en Pirimor, met de milieuwetgeving.”
Daarnaast waren er simpelweg nog onvoldoende door de BZG (Beoordelingscommissie Zuiveringsinstallaties Glastuinbouw) goedgekeurde zuiveringsinstallaties op de markt. “Er was dus onvoldoende keuze in aanbieders en technieken. Veel mensen hebben zich louter uit zekerheid bij een collectief aangemeld; dat gaf meer ruimte om na te denken.”
Individuele oplossing
En dat denkproces is inderdaad op gang gekomen; het heeft ertoe geleid dat veel bedrijven toch een individuele oplossing kiezen. De redenen daarvoor zijn zeer divers. Persoon: “Potplantentelers stappen er soms uit omdat ze perspectieven in nullozing zien. Daarnaast doemen er vaak problemen op met betrekking tot het benodigde leidingwerk voor spuiwater. Een riool overnemen kan niet zomaar en zelf leidingwerk aanleggen kan kostbaar zijn, zeker wanneer een aantal leden van het collectief is afgevallen. Daarnaast is er de psychologische factor: wanneer ik het zelf doe, heb ik niets te maken met groepsprocessen en -kosten.”
Voordelen collectief
Hij ziet het uiteenvallen van collectieven niet als negatief; dat hoort gewoon bij het proces.
Maar er speelt ook mee dat de collectiviteit afbrokkelt; dat staat rationele beslissingen soms in de weg. Samen met Gerard Drogt van Flynth Accountants & Adviseurs heeft hij een rekenvoorbeeld opgesteld, gebaseerd op een reële situatie. “Kort samengevat zijn de voordelen van een collectief: lagere financieringslasten, mogelijkheid tot een veel professionelere aanpak en waardevermeerdering van het gebied waar de kavel zich bevindt”, zegt Persoon.
Afnamecontracten
Een toelichting bij dit voorbeeld: de individuele aanpak wordt vergeleken met een collectief van twintig bedrijven. In het eerste geval gaat het om zuiveringsinstallatie inclusief silo, in het tweede om eigen leidingwerk (naast het riool), centrale zuivering en de mogelijkheid om gezuiverd water retour te leveren. Bij de individuele zuivering komt de investering gemiddeld op € 35.000 uit, bij het collectief op 1 miljoen. Toch pakt de laatste optie qua jaarkosten aanmerkelijk gunstiger uit, geeft Drogt aan. “De investering wordt voor een kwart door eigen inbreng gedekt en voor driekwart door een aparte coöperatie, gefinancierd door de bank. We hebben dit voorbeeld aan banken voorgelegd en de Rabobank heeft – als enige – toegezegd hier in te willen stappen. De zekerheid voor de bank bestaat niet uit onderpand maar uit de afnamecontracten. De looptijd daarvan is twaalf jaar.”
De jaarkosten komen dan uit op € 950 per ha, bestaande uit financieringslasten en de kosten voor administratie, onderhoud, filtrage en energie. Bij de individuele zuivering bedragen de jaarkosten gemiddeld € 2.000 per ha, maar Drogt is inmiddels ook gevallen tegengekomen waarbij de investering € 100.000 zou bedragen, met bijbehorende veel hogere jaarkosten. “Iedere bedrijfseconoom snapt dat je het veel beter samen kunt doen, als het mogelijk is. De kosten zijn lager en het professionaliteitsniveau veel hoger”, geeft hij aan.
Mini-collectieven
Bijkomend voordeel is dat ook al aan de eisen van 2027 is voldaan, wanneer tuinbouwbedrijven geen mineralen meer mogen lozen. In het plaatje is retourlevering van gezuiverd en ontzout water naar de deelnemers opgenomen (zie illustratie). Zolang de groep divers is samengesteld – groenten, snijbloemen, potplanten – is er altijd wel hergebruik mogelijk. Dit gaat des te meer spelen als omgekeerde osmose in het Westland verder onder druk komt te staan, geeft Persoon aan.
Hij ziet tevens mini-collectieven opkomen: een paar bedrijven dicht bij elkaar die het samen regelen. “De meest eenvoudige variant was een orchideeënteler die niet kan recirculeren en zijn water naar een potplantenteler stuurt, die het gebruikt en zelf naar nullozing gaat. De mogelijkheden zijn sterk afhankelijk van de lay-out van de bedrijven. Als je de kwestie met een beetje graafwerk kunt oplossen, kan het goed zijn dat van een groot collectief met twintig man er drie overblijven die het onderling toch regelen.”
Drogt heeft met de Rabobank ook over de kleine collectieven gepraat. De bank heeft aangegeven een arrangementsaanbieding te maken; deze is van toepassing voor zowel grote als kleinere collectieven.
Apart tuinbouwriool
Het grootste collectief van het land ligt in de Bommelerwaard: 92 bedrijven doen mee. Dat is het gevolg van de speciale situatie in dit tuinbouwgebied: de capaciteit van de riolen is te klein om tuinbouwwater te verwerken. Verder wateren alle sloten af op de Afgedamde Maas, waaruit Dunea drinkwater voor de regio Den Haag-Leiden wint. De winning heeft diverse keren stilgelegen wegens overschrijding van de bestrijdingsmiddelennormen. Dit leidt ertoe dat de tuinbouw onder een vergrootglas ligt. Na veel politiek duw- en trekwerk is de oplossing gevonden in een apart tuinbouwriool.
“Dat gaat naar de rioolwaterzuivering in Zaltbommel, waar een aparte zuiveringsstap plaatsvindt”, vertelt Co van Dongen, werkzaam bij Dunea en ingehuurd als projectleider om het collectief op te zetten. “De telers betalen het systeem helemaal zelf, met een instapbedrag van € 3.000 per ha en een jaarlijkse bijdrage van € 1.400 per ha. Na twaalf jaar vallen de jaarkosten terug naar € 750 per ha. Daarvoor zijn ze volledig ontzorgd en voldoen ze al meteen aan de emissie-eisen voor mineralen van 2027. Er is ook nog ruimte voor groei.”
Creatieve oplossingen
Toch is het geen oplossing voor het hele gebied. Solitaire bedrijven moeten een eigen oplossing zoeken, bijgestaan door de Werkgroep Waterkwaliteit Bommelerwaard. “Ze zouden afvalwater per tankwagen kunnen afvoeren naar de zuivering of iets regelen met de buren”, denkt Van Dongen.
Hij is goed thuis in de waterwereld en ervan overtuigd dat de waterschappen stevig gaan handhaven. Tegelijkertijd ziet hij mogelijkheden voor creatieve oplossingen. “In principe kun je geen nieuw collectief meer aanmelden, maar de waterschappen hebben een open oog voor verbetering van de bestaande situatie en houden bovendien van collectieve aanpak; anders moeten ze overal individuele controles houden.”
Samenvatting
Aanvankelijk zijn heel veel zuiveringscollectieven ontstaan. Nu alles concreter moet worden, zijn er nog zo’n dertig over. Adviseurs laten met een rekenvoorbeeld de voordelen van collectiviteit zien. De nieuwste ontwikkeling is de opkomst van mini-collectieven. Het grootste collectief ligt in de Bommelerwaard. Met een apart tuinbouwriool zijn daar meteen de rioolproblemen opgelost.
Tekst: Tijs Kierkels. Foto’s: Wilma Slegers