De veertiende editie van de FlowerTrials staat in de startblokken. De Duitse veredelaar Westhoff is een van de deelnemers van het eerste uur. Hoewel het bedrijf in de loop der jaren steeds meer naam maakte binnen de veredelingswereld, is de teelt van pot- en perkplanten nog altijd de belangrijkste activiteit. Ondernemer Christian Westhoff zweert bij deze unieke combinatie: hiermee creëert hij volgens eigen zeggen een win-winsituatie.

Het Duitse Südlohn, net over de grens bij Winterswijk, is de thuisbasis van deze veredelaar. Geen typisch tuinbouwgebied en zeker geen regio waar je een van de meest toonaangevende pot- en perkplantenbedrijven van Duitsland verwacht. “Het eerstvolgende tuinbouwbedrijf ligt zo’n tachtig kilometer verderop. In deze regio, waar met name boerenbedrijven liggen, zijn we een vreemde eend in de bijt”, zegt Christian Westhoff, die vandaag de dag aan het roer van het bedrijf staat.

Bedrijfsontwikkeling

De basis voor de hedendaagse onderneming werd zestig jaar geleden gelegd, door Christians vader Heinrich en oom Josef. Op een oppervlak van tachtig vierkante meter begonnen zij met het opkweken van groenteplanten en de teelt van chrysanten.

In de jaren zeventig maakte het bedrijf een groeispurt, toen de Westhoffs konden gaan leveren aan het ‘groene’ postorderbedrijf Ahrens+Sieberz. “Toen startten we met de teelt van pot- en perkplanten, wat gaandeweg de belangrijkste productgroep werd. Midden jaren negentig was het tijd voor een volgende stap: het veredelen van pot- en perkplanten. Het postorderbedrijf wilde namelijk regelmatig nieuwigheden opnemen in haar assortiment. In eerste instantie focusten we op de ontwikkeling van nieuwe lobelia’s en scaevola’s, inmiddels richt onze veredeling zich op een breed assortiment pot- en perkplanten. Deze vermeerderen we uit stek.”

Succesnummers

Gaandeweg versterkte het bedrijf zijn positie als veredelaar en inmiddels hoort het tot de middelgrote partijen in de branche. De introductie van een aantal succesvolle noviteiten was hierbij bepalend. “In 1995 introduceerden we bijvoorbeeld de Scaevola Saphira, die zich kenmerkte door een goede vertakking en een compacte groei. In de jaren daarna scoorden we onder meer met de hittebestendige Lobelia Hot-variant, de tweekleurige Petunia Crazytunia en de Calibrachoa Kameleon, die van kleur verandert onder invloed van temperatuur. Ook ons Karneval-concept, dat we in 2004 introduceerden, sloeg aan. Hierbij plaatsen we meerdere kleuren calibrachoa in één potje. Dit is nog steeds een van onze belangrijkste producten. In de veredeling zien we steeds meer dat ‘bont’ de trend is, meerkleurige bloemen zijn in opkomst.”

Wereldwijd voert een twintigtal jongeplantenbedrijven de genetica van Westhoff, waaronder Florensis, Beekenkamp en Schneider. Deze beleveren vervolgens de individuele telers. “Europa en Noord-Amerika zijn met afstand onze belangrijkste markten.”

Forse groei

Ondanks de groei die de veredelingstak in de loop der jaren doormaakte, is het telen van pot- en perkplanten nog steeds de belangrijkste pijler onder het bedrijf. Op de locatie in Südlohn, die 20 ha Venlokas telt, worden jaarlijks tientallen miljoen planten opgekweekt. Hiermee is het één van de grootste pot- en perkplantenleveranciers van Duitsland. “We beleveren supermarkt- en bouwmarktketens en diverse online winkels, in met name Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië”, vertelt Westhoff. “We voeren een breed assortiment, maar de nadruk ligt op calibrachoa, lobelia, verbena, scaevola en petunia. Overigens telen we niet alleen onze eigen soorten, maar ook variëteiten van collega’s.”

De afgelopen jaren groeide de productie met circa dertig procent. In 2014 werd een uitbreiding gerealiseerd van ruim 4 ha. “Met name het feit dat we sinds enkele jaren al vroeg in het seizoen bloeiende planten leveren, speelde hierin een rol. We zijn eind maart op de markt, een maand eerder dan de meeste anderen. Dit blijkt een goede zet; de consument is in de loop der jaren namelijk veranderd. Vroeger ging niemand voor IJsheiligen aan de slag in de tuin, nu wil men bloeiend spul zodra de zon schijnt. Ook als het pas maart is. Deze vroege levering vergde wel aanpassingen in de teeltstrategie. Zo planten we nu al in oktober en november en hebben we geïnvesteerd in assimilatiebelichting.”

Win-winsituatie

Westhoff is, naar eigen zeggen, een van de weinige veredelaars die ook eigen productie heeft. Voor de ondernemer heeft deze combi een duidelijke meerwaarde. Onder meer omdat de nieuwe soorten, voordat deze op de markt worden gebracht, kunnen worden getest in een productie-omgeving. “Dat geeft een beter inzicht in de potentie dan bij testen op een onderzoeksafdeling. Daarnaast kunnen we telers hierdoor beter adviseren.”

Anderzijds heeft de veredeling een meerwaarde voor de afnemers van de afgekweekte pot- en perkplanten. “We kunnen hen regelmatig iets nieuws bieden, wat ons tot een interessante leverancier maakt. Kortom: de twee pijlers versterken elkaar en bepalen samen het succes van ons bedrijf. Daarom willen we deze koers naar de toekomst toe vasthouden.”

Automatisering speerpunt

Een verdere uitbreiding staat vooralsnog niet op het wensenlijstje. Wel wil hij de komende jaren verder investeren in automatisering. “Op dit vlak hebben we de afgelopen tijd al flinke stappen gezet. Zo investeerden we in plantrobots en werken we op een deel van ons bedrijf met een automatisch roltafelsysteem. Hierdoor zijn we flexibeler, daarnaast heeft het teelttechnische voordelen: we kunnen bijvoorbeeld heel gericht een bepaalde partij snoeien of belichten. Minstens zo belangrijk is echter dat we besparen op arbeid.”

Het vinden van goede mensen ziet de ondernemer, die zestig vaste medewerkers in dienst heeft en zo’n honderd Poolse seizoenskrachten inzet, als de grootste uitdaging voor de toekomst. “Steeds minder jongeren hebben ambities in de tuinbouw. Tegelijkertijd wordt het lastiger om voldoende Poolse mensen te vinden, aangezien de welvaart in Polen stijgt. Om deze redenen is automatisering een must, maar ook omdat personeel met afstand onze grootste kostenpost is. Vooral sinds in 2015 het minimumloon werd ingevoerd in Duitsland; daarmee stegen de personeelskosten met enkele tientallen procenten.”

Mechanisatie is hét speerpunt voor de komende jaren en een must om het bedrijf ‘toekomstproof’ te maken. “Waar ik op dit moment concreet aan denk? In eerste instantie aan een stekrobot en aan verdere uitbreiding van ons roltafelsysteem. Maar dat is pas het begin.”


FlowerTrials: voldoende grensoverschrijdende synergie of niet?

Tijdens de open dagen, die dit jaar plaatsvinden van 12 t/m 15 juni, tonen zestig veredelaars van pot- en perkplanten hun highlights. De deelnemers bevinden zich in drie verschillende regio’s: het Westland, Aalsmeer en de Duitse regio Rheinland-Westfalen. In dit laatste gebied presenteren zes Duitse veredelaars hun noviteiten.


Duitsland blijft qua bezoekersaantallen achter ten opzichte van de Nederlandse regio’s: in 2017 trokken ze 1.791 bezoekers, terwijl de regio’s Aalsmeer en Westland respectievelijk 3.653 en 5.557 bezoekers mochten verwelkomen. De organisatie van de FlowerTrials benadrukt wel dat een Duitse feestdag toen in dezelfde week viel. Dit had invloed op de bezoekersaantallen. In 2016 trok Rheinland-Westfalen namelijk bijna 2.300 bezoekers; zo’n 30% meer dan het jaar ervoor. Daarbij is de kwaliteit van de bezoekers in Duitsland hoog. Mensen nemen niet voor niets de moeite om af te reizen naar Duitsland, zo geeft de FlowerTrials-organisatie aan.

Ander soort bezoekers

Volgens de organisatie is er absoluut sprake van synergie tussen de Nederlandse en Duitse regio’s. Vorig jaar bracht ongeveer de helft van de Duitse bezoekers ook een bezoek aan een andere regio.
De FlowerTrials-organisatie heeft geen gegevens beschikbaar over de nationaliteiten die de diverse regio’s bezoeken, maar geeft wel aan dat twee deelnemers – Dümmen Orange en Selecta One – in beide landen zijn vertegenwoordigd. Daaruit zou de conclusie kunnen worden getrokken dat de Nederlandse en Duitse regio’s voor een deel een ander soort bezoekers trekken.

Christian Westhoff heeft in ieder geval wel het gevoel dat er een verschil is tussen de bezoekers van de Nederlandse en Duitse locaties. “Wij verwelkomen tijdens de FlowerTrials gemiddeld ruim 600 bezoekers. Hiervan is 60% Duits, zo’n 30% bestaat uit internationale bezoekers. Nederlanders komen er nauwelijks; maximaal 5 tot 10%.”

Belangrijkste jaarevenement

Maar naar zijn idee bezoeken veel Duitse telers wel de Nederlandse locaties. “Het zou mooi zijn als er wat dit betreft meer interactie zou ontstaan. Maar ik ben desondanks van mening dat er voldoende synergie is tussen de locaties in beide landen, alleen al omdat buitenlandse bezoekers zowel Nederland als Duitsland aandoen.”

Westhoff benadrukt dat hij de kwaliteit belangrijker vindt dan de kwantiteit van de bezoekers. “Omdat wij verder weg zitten en er geen andere deelnemers in de buurt zitten, zijn de mensen die komen ook echt van waarde. Voor ons zijn de deze open dagen samen met de IPM, het belangrijkste evenement van het jaar.”

Samenvatting

Westhoff is een bekende Duitse veredelaar van pot- en perkplanten. Ook heeft het bedrijf eigen productie: jaarlijks worden tientallen miljoenen bloeiende planten geleverd aan de retail. Er is een duidelijke wisselwerking tussen beide bedrijfstakken. Hoewel het aantal bezoekers tijdens de FlowerTrials minder groot is dan bij de Nederlandse deelnemers, is de kwaliteit van de bezoekers hoog. Naast internationale bezoekers lokken de kijkdagen vooral Duitsers; het aantal Nederlanders is beperkt.

Tekst en beeld: Ank van Lier.





Gerelateerd