Het was ook al een belangrijke conclusie in de augustus-editie van Onder Glas: door het groeiende aanbod van biostimulanten ziet menigeen door de bomen het bos niet meer. Welk middel kan er worden gedoseerd en met welke dosering; eventueel in combinatie met andere middelen, maar dat roept de vraag op welk middel nu verantwoordelijk is voor welk resultaat.

Ten eerste is het belangrijk om te werken vanuit een visie, waaraan we de te nemen besluiten kunnen toetsen. Wanneer je het tuinbouwsysteem als natuursysteem ziet, kan de visie zijn dat met de genomen acties het teeltsysteem, vanuit de natuur gezien, completer wordt. Daardoor ontstaat er balans en ebt de strijd weg.
Wanneer we begrijpen dat de natuur een systeem is – met een grote diversiteit aan organismen (bacteriën, schimmels, microsporenelementen), organische (koolstof) stof in het wortelmilieu en gecombineerd met natuurprincipes zoals het wervelen van water – is het de leidraad om dit ook in het bestaande systeem door te voeren.

Gedoseerd plaatje

Met de wetenschap van diversiteit is het mogelijk een pakket aan biostimulanten samen te stellen die aanvullend zijn op elkaar. Met een breed microbenproduct, een zeewierpreparaat, een koolstofbron, humine, fulvine, kruidenextract, aminozuren en microsporenelementen als lavameel en zeezout, komt er een heel mooi gedoseerd plaatje uit rollen. Een plaatje dat de kaalheid van het teeltsysteem behoorlijk doorbreekt. Met een pakket van deze middelen realiseren telers in de praktijk al reducties van ziektes waar ze bijna niet van durven te dromen.
Aanvullend hierop kunnen ook een waterval en andere ecologische principes worden toegepast. Daarmee wordt de bedrijfsecologie nog verder uitgebouwd. De praktijk laat zien dat er dan op substraat met kunstmest teelten ontstaan die bijna MRL vrij zijn.

Complex systeem

Om bij een mooi resultaat te gaan analyseren welk middel wat doet, is een opdracht die bijna niet uit te voeren is. Met de juiste combinatie van middelen ontwikkelt zich in deze synergie een vitaliteit die niet met de middelen afzonderlijk te bereiken is. De natuur is een zeer complex systeem en er zijn veel aspecten die meespelen, maar waar een mens geen weet van heeft. Daardoor is het bijna ondoenlijk om het mechanisme bloot te leggen wat er gebeurt als een plant vitaal wordt en ziektes zich minder of niet meer manifesteren. Wat er dan gebeurt, ligt buiten het verklaarbare.
Vruchtbaarder is het om tijd te investeren in het leren begrijpen hoe de natuur werkt en dan kijken of toepassing in het teeltsysteem mogelijk is. Op deze wijze kun je verder bouwen aan de bedrijfsecologie.

Boodschap

De mooie resultaten die met deze aanpak al zijn geboekt, mogen we dan koesteren en waarderen. Wat sterkt is de wetenschap dat er – onderbouwd vanuit een visie – vanuit de natuur balans wordt gecreëerd in het technologische teeltsysteem. De eenheid vanuit de natuur gezien is hersteld. Uiteindelijk gaat het erom dat er een vitaal product naar de markt gaat, waar de consument van kan genieten en dat tot stand is gekomen op een zo vriendelijk mogelijke wijze die als boodschap ook te verkopen is.

Tekst: Theo van der Knaap, adviseur bedrijfsecologie.





Gerelateerd