Volgens ABN AMRO is de strijd om agrarische robots nu echt losgebarsten, mede dankzij het coronavirus. Nederland speelt daarin tot nu toe een bescheiden rol. We vragen Harrij Schmeitz van TechnologyPull naar zijn mening over het rapport. “Telers willen van mij altijd weten over een robot: is ie snel genoeg? Dan vraag ik: is dat relevant dan?”

Wat is voor jou de meest opvallende conclusie uit het rapport?

“Ik vind het een heel mooi rapport, laat ik dat als eerste zeggen. Alle conclusies die erin staan onderschrijf ik. Een hele mooie gaat over de fragmentatie van kennis en clustering van kennis. Tussen onderzoekers, bedrijven en gebruikers wordt nog onvoldoende kennis uitgewisseld, ondanks dat er meerdere interessante samenwerkingen zijn. Fragmentatie van kennis betekent ook fragmentatie van data. Door de inzet van robots, sensoren en software worden veel meer gegevens verzameld dan voorheen, maar het delen hiervan is een heet hangijzer. Niemand wil immers essentiële bedrijfsinformatie aan de concurrentie prijsgeven. Een gemiste kans.”

Waarom zijn oogstrobots nog niet doorgebroken in de tuinbouw?

“De ontwikkeling van robots is de laatste paar jaar best traag gegaan, omdat we altijd wel mensen wisten te vinden. Als we geen Poolse medewerkers meer vinden, halen we ze wel uit Oekraïne of Wit-Rusland. Zolang dit het businessmodel en het denken is. Maar als je nu teruggaat toont het coronavirus aan dat dat eigenlijk niet meer kan. Je kunt 115 man aan een productielijn zetten, maar als die allemaal op 1,5 meter van elkaar moeten staan heb je een probleem. Dan moeten we misschien maar een robot ontwikkelen. De businesscase verandert doordat Covid-19 voor nieuwe regels zorgt. Het Nieuwe Normaal zorgt voor een ander model.”

De tuinbouw zal wel aan de robots moeten, ook omdat er steeds minder mensen te porren zijn voor het werk in kassen?

Ja. Corona heeft dat versneld omdat de beschikbaarheid van medewerkers afnam. Ook de huisvestingseisen namen daardoor toe. Als je één medewerker moet huisvesten per kamer, dan is één arbeidsmigranten-hotel in het Westland niet genoeg. Dan worden die mensen bijna net zo duur als een Nederlander. Dat verandert de businesscase voor robots.

Je zei in ‘Op de Kist’ (Onder Glas april 2020) dat de plant misschien aan het teeltsysteem aangepast moet worden.

Ja. In het fruit worden al bomen ontwikkeld die geschikt zijn om met robots te plukken. Dat systeem met compacte bomen levert misschien minder kilo’s op, maar als je die efficiënter kunt plukken verandert de businesscase. Telers willen van mij altijd weten over een robot: is ie snel genoeg? Dan vraag ik: is dat relevant dan? Ik zeg dan op mijn beurt: plukt ie goed? Plukt ie beter dan een mens? En: is de businesscase beter? Een robot loopt 24 uur, een mens niet. In bepaalde teelten kan een robot ook toegevoegde waarde bieden.

Wat is volgens jou de grootste uitdaging bij robotisering in de sierteelt?

“Robot development is een internationaal domein. Als je naar het lijstje kijkt in het ABN-rapport zie je dat er best wel veel robots ontwikkeld worden. Wat opvalt is dat er heel weinig robots bij zijn die iets in de sierteelt doen. Groenten en fruit zijn een beetje sexy, er zijn daardoor veel startups die daar iets in beginnen. Maar in de sierteelt gebeurt nog heel weinig. Er is wel volop aandacht voor. Maar actie?
Waar het om gaat is of robots voldoende intelligent zijn – qua data – om voor bloemen of planten te gebruiken. Het teeltsysteem moet misschien ook worden aangepast. Je ziet wel cameratechnologie voor sortering en dergelijke. Die technologie is essentieel om bijvoorbeeld een klemmetje in een plant te kunnen zetten. Die robot om ‘handelingen met planten’ te doen komt er wel, maar niet dankzij ons. Die komt er dankzij de medische wereld. Er worden miljarden uitgegeven om mensen met robots te kunnen opereren. Die techniek is er. Waar het om gaat is: hoe vertaal je die technologie naar toepassingen in de tuinbouw?”

Wat moeten telers volgens jou doen?

“Robotisering kan heel veel doen, maar telers zullen met elkaar moeten beslissen: hoe gaan we dit oppakken. Want let op: een robot wordt ontwikkeld voor één teeltsysteem. En in Nederland hebben wij in de rozenteelt misschien wel twaalf systemen, allemaal net een beetje anders. Dat betekent dat elke robot maatwerk wordt. Daar komt nog eens bij: rijpheidsherkenning van roos 1 is niet hetzelfde als voor roos 2. Voor een donkere roos heb je misschien wel een hele andere camera nodig dan voor een witte roos. Daarom is die samenwerking heel belangrijk, dat staat ook in het ABN-rapport. Die kennisdomeinintegratie is essentieel. Daar ben ik nu voor de fruitsector hard mee bezig.”

Het moet dus niet per se goedkoper maar vooral slimmer, en ook iets opleveren voor de klant?

“Ja, denk ook aan kwaliteit en dat soort dingen. Als een aardbeienrobot aan het plukken is kan die het brix-gehalte van de aardbei bepalen. Die kan dus zeggen: deze aardbei laat ik nog even hangen. Een komkommeroogstrobot zou je zo moeten kunnen instellen dat deze, afhankelijk van de weers- en marktprijsverwachtingen, de snijlengte bepaalt. Je kunt ook kijken naar de rijpheid van een chrysant en dat soort dingen. Maar denk in toegevoegde waarde. Voeg een stukje intelligentie toe aan dat oogstproces.”

Wat zou je tegen telers willen zeggen die het ABN-rapport en dit verhaal lezen en denken dat corona impact op hun bedrijf zal hebben, ook op lange termijn?

“Schakel van een passieve rol in deze ontwikkeling naar een actieve rol. Laat het niet aankomen op een technology push, waarbij een bedrijf verkeerde dingen maakt, maar probeer die pull voor elkaar te krijgen. Organiseer trekkracht op de business van technologie. Telers zullen zich ook moeten verdiepen in de kennis en mogelijkheden die er al zijn. Probeer daarna de vertaalslag te maken. Op 23 oktober is er weer een Robocrops-sessie, in samenwerking met onder andere Innovations Quarter en Glas 4.0. Alle telers zijn welkom om hierbij virtueel aanwezig te zijn.”

Download hier het volledige rapport.

Tekst: Mario Bentvelsen, beeld: Wilma Slegers