Een proef met tripsgaas bij Denim Fleur in ’s-Gravenzande heeft verrassende resultaten opgeleverd: er valt goed in te telen, mits de klimaatregeling wordt aangepast. “Vooraf werd mij verteld dat het telen van chrysanten onder fijnmazig tripsgaas klimatologisch onmogelijk was. Dat blijkt erg mee te vallen. En we hebben veel minder chemie hoeven in te zetten”, aldus Dennis Immerzeel, teler van pluischrysanten.

Met het beperken van de invlieg van insecten kan veel winst worden behaald in de biologische bestrijding van plagen als trips, luis, wants en vlinders. Bij Denim Fleur in ’s-Gravenzande waren in een proefkas van 550 m², voorzien van tripsgaas, in de afgelopen twee jaar nauwelijks chemische correcties nodig. Dennis Immerzeel: “We hebben er tot nu toe zeven teeltrondes op zitten en hebben maar heel beperkt chemisch hoeven ingrijpen. Eén keer tegen wantsen, toen we een kapotte ruit hadden en twee keer tegen luis. Verder telen we vrijwel zonder chemie.”

Proefopzet

De proef is gestart in week 20 van 2019 en loopt halverwege dit jaar af. Guido Halbersma, adviseur bij Van Iperen en projectleider: “We liepen tegen het probleem aan dat insecten van buiten steeds vaker binnenkomen, waaronder trips. Maar je ziet ook dat andere plagen als mineervliegen, bladluizen en wantsen een steeds groter aandeel krijgen, door het wegvallen van breedwerkende middelen en minder strenge winters. Daarom zijn we dit project gestart.”
In de proefkas werd op de luchtramen het fijnmazige tripsgaas geïnstalleerd, waar al 100% LED-belichting (120 µmol/m²/s), een nevelinstallatie en een dubbel scherm aanwezig waren. De 550 m² kas, ooit bedoeld voor het veredelen van chrysanten, is stand-alone te sturen.
Van Iperen leverde de biologie, die wekelijks werd ingezet en gemonitord door praktijkgericht onderzoeker Sacha Bakx. Priva deed wekelijks gewasmetingen, die als input dienden voor de ontwikkeling van een aangepaste klimaatregeling. Ook de chrysantencommissie neemt deel aan de proef, zij wilden graag het effect van tripsgaas op het gewas en het klimaat onderzoeken.
Voor het vergelijken van de resultaten richtte de chrysantenteler in de productiekas (3 hectare) een referentie vak in. Hier groeien de pluischrysanten zonder gaas of nevelinstallatie, onder 100% SON-T. Zowel het dek van de productiekas als de proefkas kregen in de zomer krijt (Redusol).

Biologie succesvol

Pluischrysant is een tripsgevoelig gewas, zegt Immerzeel. “Zeker de kleurtjes. Trips kan ook tomatenbronsvlekkenvirus overbrengen en dan is de schade niet te overzien. In het verleden moesten we soms hele vakken rooien en stomen om er vanaf te komen, we hadden vaak schade. Met de biologie gaat het nu gelukkig vele malen beter. In de productie telen we driekwart van het jaar geïntegreerd en twee maanden chemisch, in de proefkas jaarrond geïntegreerd. Verleden jaar hadden we door trips heel weinig uitval, nul procent. Zowel in de productie als in de proefkas.”
De succesvolle inzet van biologie in de proefkas heeft Halbersma niet verrast: “We zijn gestart met ruime biologie, ruimer dan wat de markt doet. We mogen eigenlijk niet met groene middelen bijspuiten, wat je in een normale situatie wel zou doen. We zijn dus hoog begonnen, om er zeker van te zijn dat de tripsdruk niet te hoog oploopt. Dat ging zo goed, dat we later zijn teruggegaan naar marktconform. Dan zie je dat het eigenlijk onder controle is. Het is een proef natuurlijk. Krijg je insecten binnen door een kapotte ruit of een deur, dan wordt het kostenplaatje gelijk heel anders. Maar er is voordeel te behalen, je kunt gewoon minder spuiten. In de productiekas hebben we afgelopen jaar chemisch moeten corrigeren om de tripsdruk terug te dringen, maar in de proefkas hoefde dat niet. Dan bespaar je zeker 60 cent per vierkante meter.”

Afname luchtingscapaciteit

Nadelen van het tripsgaas zijn lichtverlies en een lagere ventilatievoud, zegt Peter Kamp van Priva. “Bij insectengaas moet je al gauw rekening houden met 25 procent minder luchtingscapaciteit en bij tripsgaas 50 tot 60 procent. Dat belemmert de luchtcapaciteit dus enorm, daarom wilde ik aan deze proef meedoen. We wilden kijken of het überhaupt qua klimaat met tripsgaas zou gaan.”
De zomer van 2020 met soms buitentemperaturen van 38ºC zorgden voor uitdagende omstandigheden. Kon het gewas dat aan? Immerzeel: “Het was wel spannend, maar het lukte om het gewas overeind te houden, mede dankzij de speciale klimaatregeling. Er hangt ook nevel in. Boven de 27ºC ging de nevelinstallatie aan. Wij vreesden voor vertraging, bij die hoge temperaturen, maar die bleef in de proefkas uit. In de reguliere teelt hadden we er wel last van.”
Kamp vond eigenlijk het najaar spannender. “Dan is het buiten vochtig, gaat de wind vaker liggen en heb je te maken met veel warm weer. Dan is het de kunst om de verdamping op gang te houden. Dat is goed gelukt.” Ook de zomer kwam het gewas boven verwachting goed door: “Bruin blad, geel blad, grasharten, dat heeft zich allemaal niet voorgedaan.”

Sturen op verdamping

Zowel de productie als de kwaliteit van de takken in de proefkas waren uitstekend, zegt Immerzeel, mede dankzij de klimaatregeling. Kamp: “Die aansturing is onderdeel van Plantonomy, onze nieuwe software-module. Op basis van de gewasmetingen hebben we een verdampingsprofiel en wateropnameprofiel opgesteld. We kijken hoe de plant water opneemt en water vastlegt. En hoe dat verloop idealiter zou moeten zijn. Die match je ten opzichte van elkaar en dat bepaalt de stand van de luchtramen. De software houdt dus het verdampingsprofiel in de gaten en niet de kastemperatuur en luchtvochtigheid, zoals normaal gebeurt.”
Hoewel Immerzeel zich niet met de klimaatregeling van de proefkas bemoeide, heeft hij er wel een mening over. “Het druist soms helemaal tegen mijn gevoel in. Als je af en toe dat hokje binnenliep voelde het benauwder, maar de chrysanten konden ertegen. Het gewas liegt niet. Het voelt altijd wat ‘mokkeriger’ aan als in de referentie, maar dat is inherent aan minder luchtuitwisseling.”

Insectengaas of tripsgaas

Blijft de hamvraag over: is tripsgaas rendabel? Halbersma: “Insectengaas is nu praktijkrijp, terwijl we met tripsgaas tegen de grens van het haalbare aanzitten. Dat is voor een teler nog te risicovol. De grens ligt nu wel lager en dat is ook resultaat. We zijn in studies aan het kijken wat luizengaas aan trips tegenhoudt. Het is weliswaar minder fijnmazig, maar de trips vliegt er toch tegenaan. Als je daarmee de tripsdruk kunt halveren, kan een teler het eenvoudiger redden met biologische bestrijding.”
Immerzeel ziet insectengaas wel zitten, als de kosten niet te hoog zijn. Bij nieuwbouw bedragen die circa 5 euro per m². Je moet wel rekening houden met een zwaardere aandrijving voor het luchtmechaniek, waardoor het voor bestaande kassen meestal een onhaalbare kaart is. “Als je nieuw bouwt zou ik het zeker meenemen. Ik zou mijn kas er in ieder geval op voorbereiden. In tomaat zijn nu veel problemen met wittevlieg. Dan heb je ook nog het ToBRFV-virus. Als je dat met gewoon gaas kwijt bent, denk ik dat het goede mogelijkheden biedt.”

Tekst en beeld: Mario Bentvelsen