Turkse mot zorgt de laatste jaren voor behoorlijk wat problemen in de gerberateelt. Zo ook bij Van der Wilt Gerbera’s in Mijdrecht. Om de motten eerder in het vizier te krijgen en dus sneller te kunnen ingrijpen, werken de telers sinds enkele jaren met een mottendetectiesysteem. Volgens Joris van der Wilt is het systeem niet dé oplossing voor het probleem, maar wel een puzzelstukje dat een verschil maakt en tijd bespaart. Hij hoopt daarnaast dat het systeem in de toekomst breder toepasbaar wordt.
De uitdagingen op het gebied van gewasbescherming worden steeds uitdagender, erkent Joris van der Wilt. Hij teelt, samen met zijn ouders Aad en Berna en zus Tessa, minigerbera’s op een oppervlak van 3,2 ha.
“We proberen de inzet van chemie al jarenlang tot een minimum te beperken. In het verleden hadden we flink wat te stellen met wittevlieg en mineervlieg. Die plagen kunnen we nu redelijk goed onder de duim houden met biologie. Daar staat tegenover dat we steeds meer last hebben van onder meer Turkse mot en echinotrips. Deze plagen, die de afgelopen jaren behoorlijk wat schade aanrichtten aan de bloemen, zijn echter lastig biologisch te bestrijden. Wel kunnen we een bacteriepreparaat inzetten tegen Turkse mot, maar de inzet luistert heel nauw en de werkingsduur is beperkt. Het gebruik van chemie is sowieso niet wenselijk, aangezien je daarmee je biologische systeem om zeep helpt. Kortom: het is een behoorlijke puzzel.”
Mottendetectie
Om Turkse mot en daarnaast de duponcheliamot effectief te lijf te kunnen gaan, is tijdig signaleren een must. “Hoe eerder we weten dat er Turkse mot in het gewas zit, hoe sneller we een bacteriepreparaat kunnen inzetten en hoe beter we het moment hiervoor kunnen kiezen. Ik had er echter geen trek in om continu vangplaten en feromoonvallen na te gaan lopen”, zegt Van der Wilt. “Daarom investeerden we zo’n twee jaar geleden in het PATS-C mottendetectiesysteem. We hebben twee camera’s hangen in de kas, die in de nacht de motten detecteren. Via een speciale portal kan ik kijken hoe de plaagdruk zich ontwikkelt en bepalen of ingrijpen nodig is. Gemiddeld check ik de data twee keer per week.”
Te snel en beweeglijk
De ondernemer schafte het systeem ook aan omdat hij hoopte dat dit kon worden ingezet voor het tellen van de bloemknoppen en het maken van een oogstraming. “Het blijkt echter moeilijker dan gedacht om dit voor elkaar te krijgen. We hopen dat die toepassing in de toekomst van de grond komt”, zegt de teler. “Daarnaast is onderzocht of het mogelijk is om met een drone, die gekoppeld is aan het systeem, de motten meteen uit de lucht te vangen. Dat bleek helaas lastig, aangezien de motten te snel en beweeglijk zijn.”
Stukje in gewasbeschermingspuzzel
Desondanks heeft het detectiesysteem wel een duidelijke toegevoegde waarde, geeft Van der Wilt aan. “Het bespaart me tijd, doordat ik niet de kas in hoef om de plaagdruk te checken, en ik heb een beter inzicht in de mottendruk. Hierdoor kan ik nauwkeuriger het moment kiezen voor inzet van het Bt-middel. Desondanks blijft het een uitdaging om de motten onder controle te houden, ook omdat de inzet van het bacteriepreparaat heel nauw luistert. Zet je dit niet op het juiste moment in, dan is de werking niet optimaal. Kortom: het detectiesysteem is een stukje in de gewasbeschermingspuzzel en maakt absoluut een verschil, maar motten blijven een uitdaging. En zoals gezegd hoop ik dat we het systeem in de toekomst breder kunnen gaan inzetten; ook voor het tellen van knoppen of het meten van de gewasomvang.”
Leuke gadget
Van der Wilt geeft tot slot aan dat het monitoringssysteem de mogelijkheid biedt om terug te kijken hoe het gewas zich ontwikkelde. Het bedrijf maakte onlangs, met de camerabeelden van het systeem, een timelapse die inzicht geeft in de ontwikkeling van een jong plantje tot een volwassen gewas. Deze video werd gedeeld via sociale media. “Het was eigenlijk vooral een grapje, maar we hebben er enorm veel reacties op gehad. Het is een bijkomstigheid, maar wel een leuke gadget.”
Tekst: Ank van Lier