Geloven in je eigen kracht. Dat thema staat centraal bij de familie Stolk. Vijfentwintig jaar geleden is het bedrijf al heel bewust de weg ingeslagen naar minder middelenverbruik en het toepassen van biologische bestrijding en biostimulanten. Het heeft niet alleen hun potanthuriums sterker gemaakt, maar ook een fundering gelegd voor een gezonde toekomst van hun bedrijf. Ontzorgen van klanten is een thema dat de broers Pieter en David dagelijks bezig houdt.
De kleuren spatten er van af in de kas van Pieter en David Stolk in Bergschenhoek. De jonge ondernemers telen er op 6 ha een breed assortiment anthuriums, voornamelijk de exclusievere soorten in de potmaten 9, 12, 14 en 17 cm. Het bedrijf betrekt al jarenlang hun stekmateriaal van Anthura. De planten staan op een betonnen eb- en vloed vloer. Vlak bij de ingang van de bedrijfsruimte staat een presentatie van hun assortiment. David laat een lage, ronde container zien met kleine roze planten met lintvormige bloemen. “Deze ‘Table Anthurium’ hebben we ontwikkeld om op tafel te zetten als een mooi boeket bloemen met een lange houdbaarheid.”
Stijgende lijn
Pieter en David behoren tot de vierde generatie van de familie Stolk. Zij namen het anthuriumbedrijf in 2012 over van hun vader Kees en oom Piet. Hun voorgangers hadden een mooi bedrijf opgebouwd, maar qua timing viel de overdracht in een lastige periode. De economie was nog lang niet hersteld na de bankencrisis en de potanthuriummarkt was verzadigd.
“We zien inmiddels weer een stijgende lijn”, vertelt David, die zich binnen Stolk Brothers richt op afzetzaken. “Je moet je onderscheiden in deze markt, hebben wij ondervonden.” Dat doet het bedrijf door te investeren in duurzame klantrelaties. Hun huidige bedrijfswaarden beschrijven ze als innovatief, vriendelijk, doorzettingsvermogen, met oog voor detail, met respect voor traditie, mens en milieu, voor nu en in de toekomst. Dat doen ze met veel enthousiasme.
Eigen concept
Negen jaar geleden introduceerde Stolk als een van de eerste potplantenbedrijven in Nederland de speciale ‘Stolktafel’ voor tuincentra. Het doel van dit concept was tweeledig. Het anthuriumbedrijf wilde zich vooral positioneren door een duurzame manier van telen en in kwaliteit. Bovendien wilden zij hun klanten ontzorgen.
In die missie is het bedrijf geslaagd. De tafel heeft zich ontwikkeld tot een retailconcept dat overzicht en rust geeft in het schap. “Ontzorgen blijft ons doel. We bieden onze klanten een breed assortiment aan, zowel in kleuren als in potmaten”, legt David uit. “We maken dit concept op maat voor onze klanten. Ze kunnen het bijvoorbeeld door ‘private labeling’ naar eigen wens aanpassen. Samen met de klant komen we dan tot een beter resultaat.”
Meer variatie
Alle planten vinden hun weg naar de klant via de veiling, voornamelijk door bemiddeling. Met grote regelmaat bezoekt David of een medewerker de klanten in binnen- en buitenland. Dan bespreken zij het assortiment, de potmaten, de mogelijkheden en de wensen. Zo houden zij een vinger aan de pols en weten wat er leeft onder klanten en consumenten.
David: “Door de jaren heen is er ook veel meer variatie gekomen in het assortiment en de potmaten die we voeren. We kiezen daarbij voor rassen die we zelf mooi vinden. Het retailconcept verandert door de seizoenen aan de hand van thema’s. In het voorjaar is het kleurenpalet veel lichter dan in de herfst.”
Weerbare planten
Het bedrijf heeft een goede naam opgebouwd, vanwege een constant betrouwbaar en houdbaar product, dat met zorg is geteeld. Stolk brengt het op de markt als ‘ecologisch geteeld’. De oorsprong daarvan ligt bij oom Piet, die al vijfentwintig jaar geïnteresseerd is in biologische bestrijding en het toevoegen van bodemschimmels aan het substraat.
“We zijn ons al heel lang bewust van het feit dat we chemische gewasbescherming willen terugdringen”, vertelt Pieter, die teelt en planning in zijn takenpakket heeft. “Eigenlijk begon dat met een lastige allergie bij mijn vader. Daardoor zijn hij en mijn oom veel meer gaan nadenken over natuurlijk telen.”
Lang voordat andere potplantentelers dit onderwerp oppakten, onderhield het bedrijf al contacten met Koppert Biological Systems. De experimenten met het toedienen van bodemschimmels- en bacteriën leverden een sterkere en weerbare plant op, die ook lang houdbaar is als deze op de vensterbank staat. Onder andere deze ervaring in de teelt leidde tot het NatuGro concept, dat inmiddels in veel teelten wordt uitgetest. “Verrijken van bodemleven is lastiger dan bestrijding van ziekten en plagen. Het valt niet mee om schimmels aan te tonen in bodemanalyses. Uiteindelijk moet de eindklant ervaren dat de planten mooi en sterk zijn”, vindt Pieter.
Biologische bestrijding
“Duurzaamheid is voor ons geen trend, maar een vanzelfsprekendheid”, gaat hij door. Biologische bestrijding van plagen begon met de bestrijding van trips en luis. Sinds 2013 heeft het bedrijf daarin grote stappen kunnen maken. “De combinatie van duurzaam telen en het leveren van constante kwaliteit is in de anthuriumteelt een flinke uitdaging”, licht hij toe. “We zijn al in 2013 gestopt met het gebruik van neonics, middelen die bijen schaden, omdat wij zorg willen dragen voor de natuur. Die weg, zo vinden wij, moet je toch doorzetten. We staan achter deze aanpak, want we hebben in het verleden gezien hoe het gebruik van middelen leidde tot resistenties.”
Ook nu worden er weer proeven gedaan met de bestrijding van luis. “Uiteraard gaat dat niet vanzelf. Als je eenmaal op de biologische tour gaat, dan komen er ook andere plagen tevoorschijn die je eerder niet zag, zoals echinotrips en mosmijt.” Deze plagen zijn lastig biologisch te bestrijden maar ze komen gelukkig alleen pleksgewijs voor. Twee medewerkers zijn belast met het scouten en hebben daar een intensieve taak aan.
Laten zien wat je doet
Pieter en David dragen de duurzame boodschap wel uit, maar zijn er tegelijkertijd bescheiden over. “We staan er om bekend, onze klanten weten wat we doen”, vinden zij. “Certificaten zeggen ons niet alles. Je moet laten zien wat je doet. En dat gaat lang niet altijd vanzelf. 2013 was bijvoorbeeld een moeilijk jaar en we merken dat resistenties toenemen. Je moet er echt je best voor doen om zoveel mogelijk biologisch te werken en dat geeft echt wel eens wrijving onderling. Vasthouden aan je plan is dan juist belangrijk.”
Twee jaar geleden hebben de broers 650 zonnepanelen laten installeren. Hun warmte betrekken ze van de RoCa-centrale. Daardoor zijn ze ook bewust bezig met energie. Ruim vijf jaar na de overname is het bedrijf in een rustig en stabiel vaarwater beland en maken de broers plannen voor de toekomst. “We geloven in onze eigen kracht. We zijn er erg blij mee dat de weg die onze familie is ingeslagen uiteindelijk een eerlijke weg is. Daar lopen we niet mee te koop, maar we zijn er wel trots op”, besluit David.
Samenvatting
Pieter en David Stolk namen in 2012 het potanthuriumbedrijf van hun vader en oom over. Veel aandacht gaat naar een manier van telen waarin biologische bestrijding en weerbaarheid de hoofdrol spelen. Bij hun Europese afnemers presenteren zij hun producten op de speciale Stolktafel, soms onder eigen naam maar ook onder private label. De broers vinden het belangrijk om zorg te dragen voor de natuur en rekening te houden met de insectenstand.
Tekst: Pieternel van Velden.
Beeld: Studio G.J. Vlekke.