Samen met telers van amaryllis werken we aan een duurzame oplossing voor Fusarium. Allereerst is onderzocht welke soort in zieke bollen van vijf amaryllisbedrijven voorkomt.
Met een DNA databank met meer dan 180 soorten is de Fusarium op naam gebracht. Bij de meeste bedrijven kwam een mix van fusariumsoorten voor. Vervolgens zijn substraatmonsters uit de praktijk onderzocht op aanwezigheid van antagonisten. In een labproef is onderzocht welke van de gevonden antagonisten een remmende werking hebben op deze schimmel. In een andere proef zijn potten met perliet en kleikorrels besmet met drie verschillende soorten in oplopende sporenconcentraties.
Ook werd een mix van drie fusariumsoorten geïnoculeerd. De bollen werden twee weken voor het planten gezoold en gedroogd of gezoold net voordat de bollen in de besmette potten werden geplant. Na elf weken zijn ze doorgesneden en de schadebeelden beoordeeld. Er werden meerdere verschillende schadebeelden aangetroffen. Eind maart is een derde proef gestart. Daarin worden de werking van antagonisten op deze schimmel in amaryllisbollen en enkele andere biologische middelen getest.
Tekst en foto: Wageningen UR.