De papajateelt lijkt kansen te bieden voor de Nederlandse glastuinbouw, zo stelt Roy Steegh uit Wellerlooi. De tomatenteler houdt zich, samen met enkele collega’s en een handelsbedrijf, sinds begin vorig jaar bezig met de commerciële teelt van deze tropische vrucht. Hoewel er nog veel uitdagingen liggen, lijkt de markt enthousiast over deze vrucht van Nederlandse bodem.
De papaja’s worden geteeld in een kas van vier hectare in het Noord-Limburgse Wellerlooi. Tot vorig jaar waren de glasopstanden, die eigendom zijn van Roy Steegh, nog gereserveerd voor de teelt van trostomaten. “Deze teelt doe ik echter niet in mijn eentje, maar samen met een aantal collega-glastuinders uit het zuiden van het land: Ferry en Ad Gubbels, Rob en Hugo Bakker en Erwin Theeuwen”, vertelt Steegh.
De telers, die allemaal zijn aangesloten bij telersvereniging Sunfresh, besloten enkele jaren geleden geld bij elkaar te leggen voor onderzoek naar nieuwe teelten. Ook het Duitse handelsbedrijf Weyers sloot aan. “Vanuit de retail kwamen steeds meer geluiden dat men behoefte had aan exotische vruchten van Nederlandse bodem. Tegelijkertijd zochten wij als telers naar teelten en producten die nieuwe kansen en verdienmogelijkheden konden bieden richting de toekomst.”
Opschalen naar commerciële productie
De partners, die samenwerken onder de naam Isodora Fruits, huurden een onderzoeksafdeling bij Wageningen University & Research. In 2017 startten zij, onder begeleiding van WUR, met proeven gericht op de teelt van mango, avocado en papaja. “We focusten op deze producten omdat hier vanuit de retail de meeste behoefte aan was. Nu worden deze vruchten vooral geïmporteerd vanuit Zuid-Amerika en Azië, maar supermarkten willen meer zekerheid wat betreft levering en kwaliteit.”
Al snel bleek de papajateelt de meeste potentie te bieden. “Dit gewas bleek het eenvoudigst in productie te brengen in de kas. De genoemde vruchten worden in overzeese gebieden immers allemaal in de openlucht geteeld. Daarom startten we in de zomer van 2018 in een kas van één hectare met de teelt. Begin vorig jaar besloten we echt aan de slag te gaan met commerciële productie en schaalden we op naar vier hectare.”
De bomen staan in containerpotten van 90 liter, die zijn gevuld met een potgrondmengsel. “De bomen, die acht tot negen meter hoog kunnen worden, zijn begin vorig jaar gezaaid. Eind augustus konden we de eerste vruchten al oogsten. We oogsten nu iedere week, het hele jaar door. Hoelang de bomen in productie blijven, moet nog blijken, maar we gaan toch wel uit van een jaar of twee, drie.”
Leerproces
Hoewel Steegh niet ontevreden is over de productie tot nu toe, geeft hij toe dat het telen van papaja’s onder glas pionieren is. “De teelt kent talloze uitdagingen. Vooral het produceren van uniforme vruchten met een goede omvang en continuïteit is niet eenvoudig. Ik ben verantwoordelijk voor de dagelijkse teelt en de arbeidsplanning, maar we komen wekelijks samen met alle partners binnen Isodora Fruits. Dan bepalen we de strategie en bespreken we actuele zaken en problemen. Als er bijvoorbeeld vragen zijn op het gebied van zetting, watergift en voedingsstoffen kun je, op basis van de ervaring vanuit andere teelten, meestal wel beredeneren welke weg je in moet slaan. Ook sparren we veelvuldig met WUR en toeleveranciers die bepaalde kennis in huis hebben. Zo komen we steeds een stapje verder. Het is echt een leerproces.”
Veel belangstelling
De papaja’s worden via Weyers, met name geleverd aan Duitse retailers. Maar Steegh merkt dat er ook vanuit andere landen en andere marktsegmenten belangstelling is. “Dit komt vooral door de voordelen van een regionaal geteeld product. Zo kunnen wij de papaja’s rijper en daarmee smaakvoller oogsten en hoeven de vruchten minder ver te worden getransporteerd.”
De ondernemer heeft het gevoel dat hij de teelt rendabel kan maken. “Maar de vraag is natuurlijk hoe de productie zich de komende jaren verder ontwikkelt en welke structurele prijs onze afnemers willen betalen voor dit smaakvolle regionale product. We moeten niet te vroeg juichen, maar de eerste resultaten zijn absoluut veelbelovend.”
Tekst: Ank van Lier