De bloemen van de agapanthus bij teeltbedrijf Eijco Flowers kleuren licht tegen de tijd dat ze oogstrijp zijn. De teeltbedden zijn dan in een blauwe of witte waas gehuld. Danny en zijn zus Bianca van Eijk telen de Afrikaanse lelies onder glas als exclusief product voor het hogere segment. Hun vader Cor teelt ze buiten in Portugal voor de retail. In beide gevallen gaat het om eigen rassen.
In 2007 kochten Danny en Bianca samen een rozenkwekerij van 1,6 ha in Pijnacker. Hun vader had net zijn bedrijf verkocht aan de buurman en Danny wilde graag verder. “Ik zat op dat moment voor een stage in Australië voor een handelsopleiding. Toen ik hoorde van de plannen van mijn broer heb ik gelijk besloten om mee te doen. Ik ben gek op agapanthus. Het is een supermooi product. Ik zie het echt als een uitdaging om mensen er meer bekend mee te maken, onder andere via social media. Daar laten we zien hoe we de bloemen telen, we geven voorbeelden wat je met de bloemen kunt doen en vertellen verhalen over de bloem.”
Haar broer vult aan: “De letterlijke betekenis is liefdesbloem. De naam komt vanuit het Grieks: ‘agape’ betekent liefde en ‘anthos’ is bloem. En waarom zou je een roos kopen als je iemand ook een agapanthus kunt geven?”, lacht hij. Zijn motivatie om met de Afrikaanse lelies door te willen gaan, is de uitdaging om alles zelf uit te willen vinden. “Het is een leuke teelt. Voor roos is bijvoorbeeld alles al uitgezocht. Wij ontdekken graag zelf waarop de planten reageren en hoe we nóg meer uit de teelt kunnen halen.”
Teelt in de grond
De rozenkwekerij is aangepast met drainage en een regenleiding om weer in de grond te kunnen telen. De ondernemers bouwden een nieuwe schuur en kochten een minder grote verwarmingsketel. De rozensorteermachine is aangepast, zodat hij geschikt is voor het op lengte sorteren van de zachtere, meer buigzame stelen.
Ieder jaar wordt een kwart van de planten vernieuwd. “Na drie tot vier jaar gaat de productie achteruit. Bovendien zijn oudere, grotere planten er moeilijker uit te halen”, legt Danny van Eijk uit. Ze spreiden de vervanging. Het eerste jaar geven de planten alleen bloemen met een korte steellengte. “De planten die we eruit halen scheuren we. Een deel van de planten gaat naar de kwekerij in Portugal, we verkopen ze aan andere telers of we maken er kuipplanten van. Je hebt dan gelijk een mooie bak vol, die gelijk het eerste jaar al volop bloemen geeft.”
Eigen rassen
Cor van Eijk is al sinds 1998 bezig met de veredeling van agapanthus. Hij nam toen de selectie van een Noord-Hollandse veredelaar over en ging zelf aan de slag met kruisingen. Hij ontwikkelde sterke, nieuwe rassen die hij kleinschalig ging telen. In het najaar had hij nerine en in het voorjaar agapanthus. Op de kwekerij in Pijnacker staan nu voornamelijk de blauwe ‘Atlantic Ocean’ en de witte ‘Bianca Perla’. Om uit te testen staan er ook nog wat andere nieuwe rassen die als ‘blauw’ en ‘wit’ voor de veilingklok komen.
Vanaf 2010 heeft hij een kwekerij van 5 ha, Eijco Flores Portugal, in Quelfes bij Faro. Hier staan deels andere rassen, die het beter doen in het lokale klimaat. Verder zijn er verschillende telers, verspreid over de wereld, die zijn rassen onder licentie telen. Van Eijk gaat door met veredelen. De eigen rassen zijn beter houdbaar en minder gevoelig voor knopval. Toekomstideaal is om door veredeling andere kleuren te ontwikkelen: paarsroze en groengeel.
Het is wel een kwestie van doorzetten. Van de kruising tot het in productie zijn van een nieuw ras duurt zes tot tien jaar. “We bestuiven de bloemen in het voorjaar. Deze geven zaden, die we in het najaar uitzaaien. Vervolgens duurt het 2,5 jaar voordat de jonge planten gaan bloeien. Maar je wilt natuurlijk ook kijken hoe de plant zich houdt in de teelt en hoe het met de productie staat. Je hebt vroeg- en laatbloeiende rassen. Rassen die maar één keer per seizoen bloeien of die doorbloeien. En dan komt er nog de fase van vermeerdering door scheuren of weefselkweek, die ook nog eens twee tot drie jaar duurt”, vertelt Bianca van Eijk.
Exclusieve teelt
De bloemen zijn bedoeld voor het duurdere segment. “Ze zijn beter houdbaar, de takken zijn zwaarder dan het buitenproduct en we kunnen ze bijna jaarrond aanvoeren. We merken wel dat de prijs onder druk komt te staan wanneer we iets meer aanvoeren. We hebben eigen hoezen met daarop de opdruk ‘Produced in Holland’ om ons te onderscheiden”, vult haar broer aan.
De Portugese bloemen zijn vooral bestemd voor het supermarktsegment. Ze gaan rechtstreeks naar de retail. Van de kasbloemen komt 95% voor de klok. “Het voordeel van het bedrijf in Nederland is dat je flexibeler bent voor je klanten en je kunt makkelijker dezelfde dag nog leveren aan de klant.” Beide herkomsten worden via de veiling afgerekend. “In onze ogen is de veiling dé grote marktplaats voor bloemen en planten. De verkoop en promotie gebeurt hier gezamenlijk. Alles gebeurt op één plaats. Het voordeel van de klok is dat je ze per emmer kunt verkopen, zodat we al onze klanten kunnen bedienen, groot en klein.”
Zoveel mogelijk biologisch
Eijco Flowers is MPS-A+ gecertificeerd. “We gebruiken zoveel mogelijk natuurlijke vijanden tegen de luizen. Alleen in de wintermaanden, wanneer het te koud is voor de biologie, grijpen we een enkele keer chemisch in. In die tijd kunnen de luizen zich wel voortplanten en zo de biologische bestrijders te snel af zijn. Als we een beestje zouden hebben dat ook tijdens donkere, koude dagen actief is, zouden we van dat probleem af zijn.”
Ook moeten ze af en toe ingrijpen tegen rupsen. De luchtramen gaan ’s nachts pas dicht als de temperatuur onder de 5°C dreigt te komen, terwijl de natuurlijke vijanden van meer warmte houden. “We stomen liever niet. We willen een zo natuurlijk mogelijk bodemleven en door stomen maak je alles dood. Eens in de vier jaar, na iedere teelt, rijden we er compost in om extra bacteriën toe te voegen aan de bodem”, verduidelijkt Bianca van Eijk.
Lozingsprobleem
Per 1 januari 2018 geldt een verplichte zuivering van restwaterstromen voor de glastuinbouw. Er mogen dan zo goed als geen restanten van gewasbeschermingsmiddelen meer in het drainagewater zitten. Dit levert problemen op. Daarover zegt Danny: “Door inzijging en kwel wordt ons drainwater te zout voor hergebruik. Het zou te duur zijn om dit water te ontzilten voor hergebruik. Hoogheemraadschap Delfland begrijpt het probleem en ziet dat we er alles aan doen. We hopen op een alternatieve oplossing. Ik denk dat er meer grondtelers zijn met dit probleem, waarvoor nog geen echte oplossing bestaat.”
De inmiddels negenjarige samenwerking tussen broer en zus bevalt prima. “We vullen elkaar aan en kunnen veel van elkaar hebben.” Wat hen betreft hoeft het bedrijf niet te groeien. “We kijken wat er op ons pad komt. We denken dat er op een gegeven moment oudere telers zullen stoppen met leuke, aparte teeltjes waarin ze aandacht en tijd hebben gestopt. Kleine bolgewassen of vaste planten die anders weg zouden vallen. Voor ons is het een uitdaging om die weer opnieuw op de kaart te kunnen zetten. Noem het maar ‘vergeten bloemen’.”
Samenvatting
Danny en Bianca van Eijk telen agapanthus als snijbloem in de grond in de kas. Zo kunnen ze een exclusief en goed houdbaar product telen voor het hogere segment. Hun vader teelt de snijbloemen buiten in Zuid-Portugal. Deze gaan hoofdzakelijk naar de retail. Op beide teeltbedrijven staan alleen eigen rassen, de veredelingsproducten van de afgelopen twintig jaar.
Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn