Elektronica-fabrikanten in Japan begonnen rond 2008 met Vertical Farming, met als doel goede LEDs en electronica voor regelapparatuur te ontwikkelen. Inmiddels hebben ze de smaak te pakken en telen ze ook commercieel. Uitzonderingen op deze regel zijn Mirai en Spread: grote teeltbedrijven die bovendien complete teeltsystemen leveren.

Fujitsu claimt dat zij de enige is met complete bescherming tegen vervuiling van buiten. Het bedrijf teelt namelijk in een afgedankte hal voor de fabricage van computerchips, waar geen stofje in de lucht mag zweven. Fujitsu teelt zijn sla bij lage kaliwaarden, waardoor ze niet bitter is. Sla die vanwege het lage kaligehalte ook zeer geschikt is voor nierpatiënten; een groeiende groep patiënten in Japan. Het bedrijf teelt op 2.000 m²; goed voor 3.000 kroppen per dag. Deze sla is zeer populair. Ze wordt verkocht voor $3 per stuk, terwijl dat normaal $1 is. Toshiba teelt eveneens in een door de crisis vrijgekomen computerchipsfabriek. Het claimt dat door haar teeltconcept de sla rijk is aan polyphenolen.

Verenigde Arabische Emiraten

Sharp begon in 2013 een onderzoek naar de haalbaarheid van de teelt van aardbei in teeltlagen. In de tweede helft van 2016 gaat dit zijn beslag krijgen, met een Vertical Farm in de Verenigde Arabische Emiraten (VAR). In de toekomst wil het daar ook zonnepanelen bij toepassen. Het voorbeeld van Sharp wordt gevolgd door een consortium van drie bedrijven uit de chemie, groothandel en technologie. Dit consortium begint in de VAR eind 2016 een demonstratiebedrijf voor Vertical Farming, met de teelt van bladgewassen. Dat moet in drie jaar leiden tot diverse Vertical Farms met een investering van $47 miljard.
Panasonic start in 2017 in Singapore een teeltfabriek van 1.154 m², goed voor een productie van 81 ton bladgroenten per jaar. Nu nog heeft ze een bedrijf van 248 m² met een productie van 6 ton per jaar.

Japan

In Japan wordt Vertical Farming vooral gedaan door elektronicabedrijven. Uitzonderingen op de regel zijn Mirai en Spread: grote teeltbedrijven die bovendien complete teeltsystemen leveren. En – in tegenstelling tot Westerse collega’s – zijn ze open over de kosten. Spread opent in 2017 in Kyoto een volledig geautomatiseerde Vertical Farm, van zaai tot oogst. Deze ‘Vegetable Factory’ wordt 4.800 m² groot en gaat 30.000 kroppen sla per dag produceren, ofwel zo’n 10 miljoen per jaar. De bouw vroeg een investering van zo’n $14,5 miljoen. De omzet wordt geschat op $8,1 miljoen per jaar. Met deze techniek verwacht Spread de teelt waar ook ter wereld winstgevend maken.
De automatisering reduceert de arbeidskosten met 50%, de energiekosten met 30% en de constructiekosten met 25% ten opzichte van Spread’s VF-bedrijf in Kameoka nabij Kyoto, dat dagelijks 21.000 kroppen produceert. Om besmetting te voorkomen hebben medewerkers daar laboratoriumkleding aan en moeten ze door een luchtdouche naar de teeltruimte. In de geautomatiseerde fabriek vervalt al die poespas en is het gevaar op besmetting nog verder beperkt. De kostprijs in de nieuwe fabriek is bovendien lager door verbeterde technologie, zoals efficiëntere LEDs, luchtbehandeling en hergebruik van water. Voor geïnteresseerde ondernemers biedt Spread diverse soorten van partnership aan.

Zuidpool

Mirai bewijst al jaren dat Vertical Farming niet alleen mogelijk, maar ook winstgevend is. Na de tsunami in 2011 pakte Shigeharu Shimamura de kans om in een leegstaande Sony-fabriek de grootste Vertical Farm te starten. Op 7.500 m² oogst hij 10.000 kroppen sla per dag; 100 keer meer per m² grondoppervlak dan op de traditionele manier. Met General Electric ontwikkelde hij LEDs met het juiste licht. Inmiddels heeft zijn bedrijf 14 Vertical Farms. Mirai heeft twee kleinere bedrijven in Mongolië, waar de inwoners anders vele maanden zonder bladgroenten zouden zitten. Op de Zuidpool bouwde hij voor het daar gelegen onderzoeksstation een mini-systeem van 3 m² voor de teelt van verse groenten. Consulting gaat online.
Op fieldrobotics.org geeft Mirai een saldoberekening voor slaproductie op 1.300 m², met een oogst van 10.080 kroppen per dag. Het gaat daarbij uit van een geïnvesteerd kapitaal van $7,4 miljoen en een levensduur van 7 jaar voor de productiesystemen (51% van de investering), 15 jaar voor andere voorzieningen (19%) en 20 jaar voor het gebouw (31%). Uit de berekeningen blijkt dat na zes jaar de investeringen zijn terugverdiend. De jaarlijkse ondernemingskosten zijn $3,4 miljoen, waarvan 26% lonen, 6% materialen, 26% energie, water e.d., 2% transport, 18% overige (voorlichting, onderhoud) en 22% afschrijving. Bij de exploitatie draait alles om het hebben van de juiste mensen met ervaring en opleiding, waarschuwt Mirai.
Anderen denken daar wat makkelijker over, zoals Ray Kurzweil, hoofd toekomsttechniek bij Google. “Efficiënt gebruik van middelen en ruimte leidt tot zeer winstgevende jaarrondproductie. Lichtrecepten en klimaatregeling op maat geven optimale groeiomstandigheden. De jaren ‘20 van deze eeuw zullen het decennium van de Vertical Farm-revolutie zijn.” Mirai: “Binnencultuur zal nooit hetzelfde zijn als industriële productie. Het heeft een niet-lineaire benadering nodig om de biologie te begrijpen.”

Vers, gezond en lokaal geteeld

Producten van Vertical Farming kennen weinig food miles omdat ze vlakbij of in de stad worden geteeld.  Ze zijn vers en gezond en ze zijn er het hele jaar door. Ze zijn vrij van ziekten en pesticiden en dankzij het telen zonder weersinvloeden is de productie zeer constant, dagelijks wordt dezelfde hoeveelheid gezaaid en geoogst, of – volgens een filmliefhebber – ‘in a Vertical Farm every day is a Ground hog day’. De teelt kent een zeer gering waterverbruik: 0,11 liter per krop volgens Spread, minder dan 95% van telen in de vollegrond. Daarnaast kent Vertical Farming een beperkt grondgebruik. Plantlab stelt zelfs dat ‘met een kwart Nederlands grondgebied voldoende groente en fruit kan worden geteeld voor de hele wereld.’
Plantlab stelde vijf jaar geleden al vast dat insectenbestrijding bij Vertical Farming niet nodig is, omdat insecten zich blijkbaar niet echt thuis voelen onder het blauwe en rode licht van LED-lampen, het licht waar planten juist het beste onder gedijen. Toch nemen veel Vertical Farming-telers in Japan geen enkel risico; zij gebruiken een luchtfitersysteem, en medewerkers dragen laboratoriumkleding, met mondkapje en al. Voor het betreden van de teeltruimte gaan ze ook nog eens door een winddouche én door een waterdouche. Dat staat in schril contrast met de meeste van de naar schatting inmiddels zo’n 120 ‘plantfabrieken’, waar gewoon in dagelijkse kleding wordt gewerkt.

Microteelt

Voor ‘microtelers’ (consumenten) heeft Mirai een meubel ontworpen voor teelt in huis. Dat ontwerp wordt in 2016 in design overklast door de Foop, een soort van uit de kluiten gewassen broodtrommel waarin iedereen zelf volautomatisch zijn eigen groenten kan telen, van zaadje tot oogst. Je zaait op een groeimedium in cupjes, die in een laagje water met voedingsstoffen hangen. Na een maand kun je oogsten. Ondertussen kun je je door het plexiglas verkneukelen over de aankomende oogst. En mocht je de teelt even uit het oog verliezen? Geen nood: via een app op je smartphone laat de foop weten wanneer je kunt oogsten. De foop kost $360. Dus wie weet teelt iedereen in de toekomst zijn eigen groenten en komt daarmee een einde aan vertical farming.

Tekst: Tuinbouwteksten.nl/Theo Brakeboer, beeld: Panasonic/Japan Times

Download het complete dossier over Verticaal Telen en haar voor- en nadelen, met talloze voorbeelden uit binnen- en buitenland (16 pagina’s, pdf).