Tijdens de laatste teeltwisseling zijn flink wat tomatentelers overgeschakeld van steenwol op kokossubstraat of perliet. Deels vanwege de gestegen productiekosten van steenwol, deels omdat de beide andere teeltsubstraten een iets droger karakter hebben. Hierdoor volstaat een lagere energie-input om het gewas generatief te krijgen. Ook op kokos en perliet kan tomaat prima groeien, al zijn er wel wat aandachtspunten om de teelt in goede banen te leiden.

Watergift eerder verruimen

Eén van de eerste aandachtspunten betreft het aanpassen van de watergift. Bij teelten op kokos en perliet komen planten sneller aan het einde van de beheersfase. Meestal is die bereikt bij het uitgroeien van tros 4 of 5, terwijl dat op steenwol meestal bij tros 6 of 7 het geval is. Dit betekent dat veel bedrijven met onbelichte teelten nu al wat ruimer water mogen geven.

Draingaten nalopen

Een tweede punt dat nu echt aandacht verdient zijn de draingaten. Bij kokos- en perlietbalen zijn de draingaten vaak voorgestoken, maar soms aan de kleine kant. Vooral bij perliet kunnen de gaten dan snel verstoppen. Als het nog niet is gebeurd, adviseer ik om de draingaten zo snel mogelijk na te lopen en indien nodig een extra gat te steken. Als het draineren te traag verloopt, kan de wortelkwaliteit immers snel achteruit gaan. Dat leidt tot groeiverlies, productiederving en een grotere kans op bodemgerelateerde ziekten. Overdrijf echter niet; te grote draingaten laten licht toe tot de wortels, die daardoor kunnen afsterven.
Om worteluitgroei via de draingaten te voorkomen, is het belangrijk om ’s avonds en ’s nachts voldoende in te teren. Ga daarbij uit van zo’n 15%.

Nutriëntenbalans kokos

Een extra aandachtspunt bij het telen op kokos is het gegeven dat dit organische substraat sommige nutriënten voor een deel vastlegt in het kationen adsorptiecomplex (CEC). Dit geldt vooral voor de meerwaardige ionen van calcium (Ca++), magnesium en molybdeen. Het enkelwaardige kalium (K+) wordt minder sterk gebonden en zal dus vaker vrij beschikbaar zijn voor opname door de plant.
Om een goede balans in vrij opneembare nutriënten te behouden, zal een teler vooral in de eerste teeltfase wat meer calcium (en magnesium en molybdeen) en wat minder kalium moeten geven. Wanneer het CEC eenmaal verzadigd is, kan er worden teruggekeerd naar de gebruikelijke voedingsbalans. Voor alle duidelijkheid: dit geldt niet voor perliet, dat net zoals steenwol in principe geen kationen bindt.

Tekst: Willem Valstar, Stargrow Consultancy; beeld: Marleen Arkesteijn