De zuidelijke groene schildwants Nezara viridula lijkt een ‘blijvertje’. “In het begin van het seizoen zijn de Nezara’s nog in rust. Dan zie je ze niet. In juni ga je ze zien en in augustus zijn ze explosief aanwezig. Het beestje ontwikkelt zich met de natuur mee. Als de temperatuur hoger wordt, zijn de beestjes actief. Het enige dat dan helpt, is zoeken en doodknijpen.”
Erik Gelderblom, bedrijfsleider bij het 5,5 ha grote paprikabedrijf P.N.M. van den Bosch in Bergschenhoek, ziet dit patroon jaarlijks terugkomen. In de kantine hangt een poster van het beestje van ei tot volwassen stadium, zodat alle medewerkers weten waar ze op moeten letten. Wie tijdens het oogsten van de paprika’s nestjes met nimfen ziet, hangt een roodwit lint aan het begin van het pad. Vervolgens lopen daar medewerkers langs die de nestjes opzoeken en de beestjes doodknijpen. “Aan het eind van het seizoen gaan we er een keer door met Gazelle in de hoop om ‘schoon’ de winter in te gaan.
Starten met biologie
De paprikateler start vanaf dag één met biologie tegen spint, trips, rupsen en luizen. “Het is daarom geen optie om halverwege chemisch in te grijpen. Er zijn wel natuurlijke vijanden tegen Nezara, maar die werken nog niet zoals wij willen.”
Gelderblom doet graag mee met onderzoek. Bij het WUR-onderzoek was hij een van de twee telers waar de roofwants Podisus is uitgetest. Hij is enigszins teleurgesteld over het resultaat. “Daar zie ik niet veel in gebeuren. Ze bleven zitten op de plek waar ze waren uitgezet en op een gegeven moment nam de populatie af.”
Trissolcus heeft potentie
Hij ziet meer potentie in de ei-parasiet Trissolcus, die al te koop is. Bezwaar hiervan vindt hij de kosten. In het kader van het pilotproject ‘Kas als Ecosysteem’, gefinancierd door het praktijkprogramma Gewasbescherming en stichting Kennis in je Kas (KijK), loopt er ook een proef gericht op verbeteren van de bladluisbeheersing en het preventief inzetten van deze sluipwesp tegen Nezara, want het is wel belangrijk om verder te komen in de beheersing van de zuidelijke groene schildwants.
Tekst: Marleen Arkesteijn