Laatst hoorde ik een verhaal over een Amerikaanse teler die met een Nederlandse teeltadviseur sprak. Hij klaagde: “De Nederlandse tuinbouw blijft zo achter. Telers luisteren vooral naar hun collega’s van de excursiegroep. Ze doen wat ze altijd doen, zonder plantfysiologische onderbouwing. Je kunt veel beter een jonge Amerikaan zonder achtergrondkennis fysiologie laten studeren en hem aan de knoppen laten draaien.”
Die moest even bezinken. Is dat eigenlijk zo, of is het een speldenprik? Komen wij zo over in het buitenland, terwijl we nog steeds denken dat we koplopers zijn? Misschien zit er een kern van waarheid in. Want hoe gaat dat als collega’s onderling? Een voorbeeld: als je ’s nachts ‘koud gaat’, dan komen er vruchten aan die paprikaplant, is zo’n uitspraak. Toen ik als jonge tuinder vroeg waarom dat zo is, haalde iedereen zijn schouders op. Het is gewoon zo. Maar er zijn misschien wel twintig verschillende factoren die ervoor zorgen dat er voldoende vruchten aan de plant komen. En daar kom je dus achter als je de processen in de plant begrijpt.
Op dit moment ben ik bezig met het opleiden van een teeltman en wordt hieraan weer herinnerd. Ik probeer hem zoveel mogelijk uit te leggen, maar door zijn vragen als relatieve buitenstaander moet ik heel diep nadenken. Waarom doen we het eigenlijk zo? Ik merk wel dat het me verder brengt, want ik probeer inzichtelijk te krijgen waarom we bepaalde klimaatinstellingen uitvoeren. Hij is veel digitaler ingesteld en dat gaat ons vast verder brengen.
Leg je de link naar aardgas en CO2, dan zeggen we als sector met z’n allen dat we niet met minder kunnen. Eigenlijk baseren we die reactie op gewoontes en aannames uit het verleden. Als je dieper nadenkt en alle keuzes uitlegt dan kom je er ook achter dat het misschien anders kan. Kijk bijvoorbeeld eens naar de uitdagingen van buitenlandse telers: weinig water, onvoldoende CO2, onvoldoende warmte. De keuzes die zij moeten maken zijn complex. Daar kunnen wij als Nederlandse telers wat van opsteken. We zijn er zo stellig van overtuigd dat we vooroplopen, maar misschien komt er een moment dat buitenlandse telers ons juist dingen gaan leren.
Maikel van den Berg, zaadteler in Bleiswijk