Door een nauwere samenwerking van Waterschappen en omgevingsdienst kan de glastuinbouw in de regio Rijnmond op efficiëntere controles rekenen. Dat maken de desbetreffende controle-instanties bekend. In plaats van twee krijgen tuinders nog maar één controlebezoek. Ook is de Nederlandse Voedsel- en Waren autoriteit (NVWA) erbij betrokken om samen met de waterschappen op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te controleren.
In de achterliggende jaren voeren DCMR Milieudienst Rijnmond, waterschap Hollandse Delta, hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en Hoogheemraadschap van Delfland samen en voor elkaar controles uit in de glastuinbouw. Nu zij hebben besloten om hun controles te stroomlijnen en samen uit te voeren, wordt het toezicht op deze sector slagvaardiger en efficiënter. Het betekent praktisch dat waterschappen en omgevingsdienst ook op elkaars voorschriften controleren.
Betere naleving
De samenwerking past in het landelijk streven om controle van glastuinbouwbedrijven door waterschappen en omgevingsdiensten integraal aan te pakken. Uit de controles van de afgelopen jaren blijkt dat de meerderheid van de bedrijven geneigd is om de voorschriften na te leven. Wel constateren de controlerende instanties dat een aantal glastuinbouwbedrijven nog tekortschieten. Deze bedrijven moeten extra inspanningen leveren om aan de regels te voldoen. Wanneer het naleven van regels en voorschriften bij alle bedrijven de norm is, kunnen de controles worden verminderd.
Onderdelen voor controles
Tijdens de controles onderzoeken de instanties onder meer de technische apparatuur, de lozingen van water op de riolering en oppervlaktewater, gewasbeschermingsmiddelen en de stookinstallaties. De regels hiervoor staan in het Activiteitenbesluit Milieubeheer, de Waterwet en de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Bij een aantal bedrijven zal ook inhoudelijk worden gekeken naar de ingediende jaarrapportage over 2016. Daarin registreren telers de lozings- en verbruikscijfers van meststoffen.
Bij 100 bedrijven op bezoek
In 2017 bezoeken de instanties via deze integrale aanpak circa 100 bedrijven. Bedrijven die niet in de selectie zitten, kunnen nog wel door de individuele controlerende instanties worden bezocht, bijvoorbeeld wanneer er een specifieke wetswijziging is doorgevoerd.
Tekst: Rob van Mil