De Franse overheid laat in kaart brengen hoe het staat met de vervuiling van de lucht met bestrijdingsmiddelen. Het onderzoek, dat voor de eerste keer plaatsvindt, dient als basis voor een lange termijnstrategie om de luchtvervuiling aan te pakken. Ook is het een ijkpunt voor deelonderzoeken die eerder hebben plaatsgevonden. Vorig jaar publiceerde het instituut Anses (vergelijkbaar met ons RIVM) een advies van experts om zo’n grootschalig onderzoek te houden. Nu is het zover: de campagne is eind juni gelanceerd.

Diverse Franse instituten hebben de afgelopen tien jaar regelmatig de vervuiling van de lucht met bestrijdingsmiddelen gemeten. Dat geeft wel veel data, maar die zijn moeilijk te interpreteren. Daarom heeft het ministerie van landbouw, ecologie, gezondheid en arbeid aan Anses de opdracht gegeven om te komen tot een geharmoniseerd protocol. Dan is er geen discussie meer mogelijk over de resultaten van metingen. Het onderzoek dat nu start, dient als basis daarvoor.

Strategie voor reductie

Er zijn tachtig stoffen benoemd waarop wordt getest. Dat zijn vooral bestrijdingsmiddelen, maar ook biociden. De onderzoekers meten zowel op het platteland, waar de middelen worden gebruikt, als in stedelijke omgeving. De bedoeling is om in beeld te brengen in hoeverre de bevolking chronisch wordt blootgesteld aan bestrijdingsmiddelen. De resultaten van het onderzoek moet leiden tot een strategie om eventuele negatieve effecten terug te brengen. Dat kan dus gevolgen hebben voor de land- en tuinbouw, zowel voor de toelating als voor de manier van toepassen.

Kritische beoordeling

In Nederland heeft Nefyto, de brancheorganisatie van de gewasbeschermingsindustrie, regelmatig aangegeven dat bij de toepassing van de middelen nog slagen kunnen worden gemaakt. De toelating is gebaseerd op zorgvuldigheid van de gebruiker. Als die te wensen overlaat, kunnen ongewenste neveneffecten ontstaan. In Nederland ligt de nadruk sterk op het terugdringen van watervervuiling. De aandacht voor de luchtvervuiling in Frankrijk is een relatief nieuw aspect en geeft aan dat de kritische beoordeling van ongewenste neveneffecten van gewasbescherming nog steeds toeneemt.

Tekst: Tijs Kierkels





Gerelateerd