In januari komen er twee nieuwe feromonen op de markt tegen kas- en tabakswittevlieg. Ze zijn gedurende drie jaar ontwikkeld en getest in samenwerking met gerberakwekerij EveryD Flowers. Teler Hen Groenewegen noemt het een goede aanvulling voor effectieve bestrijding. “We komen schoner de winter door, waardoor de biologie zich in het voorjaar rustig kan vestigen.”

In de afgelopen drie jaar werkt EveryD Flowers mee aan het ontwikkelingstraject van de twee wittevliegferomonen (PheroDes tegen kaswittevlieg en PheroBem tegen de tabakswittevlieg Bemisia) en deed het bedrijf ervaring op met feromonen in deltavallen tegen Duponchelia en Turkse mot. R&D specialist en technisch adviseur Eric Kerklaan van producent HortiPro uit Ermelo is blij met de betrokkenheid en inbreng vanuit de gerberakwekerij.
“We hebben gezamenlijk veel geleerd, waardoor we onze nieuwe producten in januari kunnen lanceren, vergezeld van een goed gebruiksadvies. Wij zien ze als een waardevolle versterking van de IPM-strategieën die telers hanteren. Niet alleen in de gerberateelt, maar tuinbouwbreed.”

Eyeopener

Teler Hen Groenewegen beaamt dat de proeven nieuwe inzichten hebben opgeleverd, die bijdragen aan een effectieve bestrijding van wittevlieg. “We zitten nu in het derde gebruiksjaar en de puzzelstukjes zijn nu wel min of meer op hun plek gevallen”, zegt hij. “De grootste eyeopener is wel dat we ook ’s winters wittevlieg blijven vangen. In het verleden gingen we er eigenlijk van uit dat we dan schoon waren. Desondanks zagen we in het voorjaar telkens al vroeg activiteit van kaswittevlieg, ruim voordat de periode van invliegen van buitenaf was aangebroken. Nu realiseren wij ons dat we nooit helemaal schoon de winter in gingen, maar dat de wittevlieg zich gedeisd hield in het gewas.”

Eerst kaswittevlieg, dan Bemisia

De feromonen activeren de wittevliegen en lokken ze uit het gewas naar de vangplaten, waardoor Groenewegen ze nu ook in de winter blijft wegvangen. “De populatie neemt daardoor geleidelijk af, waardoor de druk in het voorjaar een stuk lager is dan we gewend waren. Dat maakt het eenvoudiger om biologische bestrijders te introduceren en een ‘standing army’ op te bouwen die de wittevlieg langdurig kan onderdrukken.”
Kerklaan vult aan: “Kaswittevlieg wordt meestal eerder actief dan Bemisia, die gedijt bij een wat hogere temperatuur. Bemisia is ook iets lastiger te bestrijden. Daardoor hebben ze aan het einde van het seizoen vaak de overhand. De strategie is er op gericht om in het voorjaar eerst de kaswittevlieg weg te vangen en biologische te bestrijden. In mei/juni brengen we PheroBem in het spel, die gericht Bemisia wegvangt.”

Biologie rendeert beter

Het monitoren en wegvangen van de twee soorten gebeurt met de gebruikelijke gele vangplaten, waarin een dispenser met feromonen wordt gestoken. De werkzaamheid van de lokstoffen wordt geïllustreerd door beduidend hogere aantallen wittevliegjes op de vangplaten.
“Op één cultivar na hebben we dit jaar geen grote problemen ervaren”, stelt Groenewegen vast. “Dat kun je niet alleen toeschrijven aan de feromonen. Wij hebben wel de indruk dat zij onze IPM strategie een stuk sterker maken en dat we meer rendement halen uit de biologische bestrijding. Chemisch corrigeren zal daardoor minder vaak nodig zijn en ook dat is winst.”

Tekst: Jan van Staalduinen, beeld: Fotostudio G.J. Vlekke