De ontwikkeling rondom producten die een bijdrage leveren aan een weerbare plant staan niet stil. Zelfs mij begint het af en toe te duizelen, hoe blijf ik als adviseur voldoende op de hoogte van alle producten en hoe krijg je inzicht in de werkelijke potentie ervan in de praktijk? Daarom wil ik in dit teeltadvies stilstaan bij een aantal handvatten om snel te screenen of het loont om met een product aan de slag te gaan of dit over te laten aan een bevriende collega teler.

De achtergrond van een leverancier geeft aan welke betrokkenheid het heeft bij specifiek de glastuinbouwsector. Is deze vooral commercieel gedreven of gaat er ook een passie achter schuil om de sector te helpen in de opgave van verduurzaming en het ontwikkelen van geïntegreerde teeltsystemen?
Soms is de grootte van belang en de financiële draagkracht om registratie van producten als meststof of gewasbeschermingsmiddel mogelijk te maken. Ook de ontwikkelingsfase van een bedrijf is van belang: is het doel om al zo snel mogelijk producten te verkopen zonder deze op te volgen? Of is er een intentie om toepassingen van het product ook te begeleiden in de praktijk en bij telers maatwerk te leveren, zodat het product ook echt een effectieve bijdrage kan leveren onder de goede randvoorwaarden?

Werking product

Bij het beoordelen van de werking van een product is het belangrijk om te weten wat de werkzame stof is of tenminste in welke categorie van stoffen deze behoren (bijvoorbeeld algen, zeewieren, humuszuren, kruidenextracten, eiwitten). Vaak is dit al een lastig punt, omdat dit snel grenst aan het bedrijfsgeheim, maar als hier geen goed zicht op is, dan wordt het wel heel lastig om het product op een logische manier te integreren binnen een preventief teeltschema en te toetsen of er een meerwaarde te verwachten is.
Ook is het goed om te weten of de registratie van een product als meststof (biostimulant) of als gewasbeschermingsmiddel overeenkomt met de claim van het product. Alleen een gewasbeschermingsmiddel mag een ziekte of plaag direct bestrijden en een biostimulant ondersteunt de plant tegen abiotische stress, zoals snelle temperatuurswisselingen, licht- en zoutstress.

Gewas- of als gietwaterbehandeling

Meer praktische zaken zijn of je het product als gewas- of als gietwaterbehandeling kan toedienen. De meeste producten met een plantversterkende werking worden toegediend als spuitbehandeling, omdat ze dan het meest effectief zijn, maar dit vergt wel meer inzet.
Producten met een plantaardige basis (fenol- of eiwitrijk) kunnen vaker als gietbehandeling worden gedoseerd, maar hier moet je alert te zijn op verstoppingen van de gietwaterleidingen. Apart doseren via een Dosatron is dan een veilige tussenstap of het product laten inmengen in het substraat (als dat een optie is). Andere overwegingen zijn: de frequentie van toediening, de integreerbaarheid met biologie en welke meerwaarde je kunt verwachten in het hele gewasbeschermingsschema.

Toetsing in de praktijk

Verschillende producten zijn afkomstig uit de voedingsindustrie en hierdoor kan het toelatingstraject flink ingekort worden. Maar in hoeverre is het product al getest in glastuinbouwgewassen onder commerciële praktijkcondities? En wat waren de proefcondities?
Een goede graadmeter is de nutriëntenstatus in de bodem, het substraat of in het gewas. Onder voedselarme condities zal een gewas makkelijker reageren op een groter aanbod van voedingsstoffen en kun je vaker een positief effect op de groei waarnemen. Ditzelfde geldt ook voor andere abiotische stresscondities zoals hitte, koude of lichtstress. Dit zijn stressfactoren die ook onder Nederlandse teeltcondities steeds vaker voorkomen, zelfs in bedekte teelten waar meer klimaatsturing mogelijk is, en waarmee je steeds vaker rekening moet houden.

Neem de proef op de som

Als er voldoende informatie is verzameld en collega telers zijn ook enthousiast geraakt over het product dan is het tijd voor actie. Gelet op de snelheid waarmee gewasbeschermingsmiddelen verdwijnen, is het goed om ook zelf te blijven proberen en de proef op de som te nemen. En op die punten waar je verbeteringen verwacht, zoals meer groei, groenere bladeren of verlaging van ziektegevoeligheid is het aan te raden om gericht metingen te doen.
Op deze manier kun je ook daadwerkelijk een conclusie trekken of het product bijdraagt aan een geïntegreerd teeltsysteem en verlaging van de ziektegevoeligheid. Hierdoor ontwikkel je zelf kennis over de producten die een goede aanvulling zijn voor je gewassysteem en hoe ze aansluiten bij de toekomstige, duurzame gewasbeschermingsstrategie.

Tekst en beeld: Jantineke Hofland- Zijlstra, Weerbare Plant; beeld: Ank van Lier