De koelfase bij phalaenopsis kost veel energie. Het zou dus aantrekkelijk zijn om de koeling deels door minder energieslurpende maatregelen te vervangen. Onderzoek naar de mogelijkheden, op basis van een viertal vragen, leverde uiteenlopende resultaten en adviezen op.
In de winter kost de belichting tijdens de koelfase 160 kW/m2, in de zomer vergt het 130 kW/m2 om de temperatuur in de koelafdeling op 19°C te houden. “Je hebt dus twee grote elektraverbruikers. Kun je op de één of andere manier energie besparen?”, verwoordt Arca Kromwijk van Wageningen University & Research de onderzoeksvraag. Daarvoor zijn vier deelvragen langsgelopen, die verderop in dit artikel worden beantwoord.
Functioneren fytochromen
Ze gingen over de effecten van rood licht, kortedagbehandeling, vervanging van SON-T door LED’s en optrekken van de temperatuur in een deel van de koelfase. Het project is gefinancierd door Kas als Energiebron, gewascoöperatie potorchidee en Philips.
Maar eerst wat theoretische achtergrond. Twee jaar geleden hebben Wageningen University & Research en Plant Lighting de mogelijkheden van stuurlicht in beeld gebracht. Het aangrijpingspunt is het functioneren van de fytochromen. Dit zijn lichtgevoelige pigmenten in het blad die de gewasontwikkeling sturen, bijvoorbeeld doorbreking van knoprust, strekking van de plant of apicale dominantie. Alle fytochromen kennen een actieve en een inactieve stand en er is altijd een evenwicht tussen die twee. Het aandeel actief fytochroom wordt uitgedrukt in PSS (Phytochrome Stationary State).
Bij fytochroom B kan het actieve deel tussen de 15% en 89% liggen (uitgedrukt als PSS = 0,15 of 0,89). De activiteit is afhankelijk van de lichtkleur, en daarmee ook van het soort lichtbron. “Met name de verhouding tussen rood en verrood licht is van belang. Zonlicht leidt tot een PSS-waarde van 0,71, SON-T tot 0,85 en rode LED’s tot het maximale getal van 0,89”, vertelt Govert Trouwborst van Plant Lighting.
Apicale dominantie
Daar lijkt een goed aanknopingspunt te liggen voor de beïnvloeding van de bloei bij phalaenopsis. “Uit onderzoek twee jaar geleden bleek namelijk dat een hoge PSS-waarde voor meer meertakkers zorgt. Dat spoort met de ervaringen bij andere gewassen. Ook bij roos zorgt een hoge rood/verrood verhouding in het licht (en daarmee een hoge PSS-waarde) voor meer vertakking. Die hoge waarde onderdrukt de dominantie van de eerste knop, waardoor meer andere knoppen uit kunnen lopen”, zegt Elias Kaiser van Wageningen University & Research.
Het idee is dat de koeling tot 19°C ervoor zorgt dat de eerste knop niet zo dominant wordt, zodat één of twee andere knoppen ook uit kunnen lopen, resulterend in twee- of drietakkers. De apicale dominantie wordt namelijk mede door de temperatuur beïnvloed. In theorie zou het mogelijk moeten zijn die temperatuurinvloed (deels) door de lichtkleurinvloed te vervangen. De proef van twee jaar geleden waar een hoge PSS-waarde vergeleken werd met een PSS-waarde als onder daglicht gaf goede hoop daarop.
Vraag 1
Kun je rood licht met een lage intensiteit gebruiken om het aantal meertakkers gelijk te houden bij een koeltemperatuur van 22°C in plaats van 19°C?
Voor de beantwoording van deze vraag zijn drie soorten behandelingen ingezet en vergeleken met de gewone behandeling (= koelfase 8 weken 19°C). De orchideeën kregen de hele dag rood licht, door een coating op het dek of door LED-belichting met 30 µmol/m2/s, of alleen drie uur aan het eind van de dag. De resultaten waren teleurstellend. Kaiser: “Het antwoord op deze vraag is heel duidelijk: nee. Sturing met een lage intensiteit rood licht is niet mogelijk.”
De PSS-waarde kwam niet verder dan 0,78 en dat is te weinig. Lichtsturing is voorlopig een doodlopende weg, ondanks aanwijzingen uit theorie en voorgaande proef. “Om een effect te bereiken zou je veel meer rood licht in moeten zetten en dat is niet realistisch”, aldus Kaiser.
Vraag 2
Kun je in de winter SON-T door LED’s vervangen?
Het voordeel daarvan zou energiebesparing zijn. Kromwijk: “Bij de nieuwste LED’s is die besparing wel 31 procent op elektraverbruik van de lampen. Uit de proeven blijkt dat vervanging goed mogelijk is bij dezelfde plantkwaliteit. Je mist dan wel wat stralingswarmte van de SON-T lampen. Hartje winter moet je bijstoken, maar in het voorjaar/najaar is dat juist gunstig omdat er minder hoeft te worden gekoeld.”
Vraag 3
Kun je de koelfase vervangen door een kortedagbehandeling?
De orchideeën kregen tijdens de koelfase de natuurlijke zomerdag van 15 uur of een korte dag van 12 uur gecombineerd met 19°C of 22°C. De conclusie was duidelijk: een kortedagbehandeling kan de koeling tot 19°C niet vervangen. Ook bij eenzelfde temperatuur leidden de kortedagbehandelingen niet tot meer bloemtakken. Dat is opmerkelijk, want uit een onderzoek van veredelaar Floricultura kwam naar voren dat een kortedag leidt tot meer vertakking en meer bloemen (zie kader). De proeven van Wageningen/Plant Lighting en Floricultura zijn echter moeilijk te vergelijken.
Trouwborst: “Wij hebben ervoor gezorgd dat planttemperatuur en lichtsom bij alle behandelingen hetzelfde bleven, zodat je louter het effect van kortedag bepaalt. Maar belangrijker is dat bij Floricultura de kortedag al acht weken vóór de koeling is ingezet. Dat kan mogelijk de rijpheid van de okselknoppen beïnvloeden, zodat ze vervolgens bij koeling sneller uitlopen. De gedachte dat de okselknoppen eerst moeten rijpen, is helemaal niet gek.”
Vraag 4:
Kun je korter dan 8 weken koelen?
De orchideeën kregen eerst twee of drie weken 22°C en daarna 19°C. Dat werd vergeleken met de normale koelperiode en met de omgekeerde behandeling. Kromwijk: “Dit blijkt rasafhankelijk. Bij een ras dat langzaam uitloopt, kun je langer doorgaan met 22°C. Bij een sneluitlopend ras korter of zelfs helemaal niet. Er liggen wel aanknopingspunten. Bij sommige rassen kun je zo wel wat energie besparen. Bijkomend voordeel is dat je hiermee de temperatuurschok tussen de fasen wat af kunt dempen. Je gaat normaal abrupt van 28°C in de vegetatieve fase naar 19°C in de koelfase. Als je de planten eerst één of twee weken 22°C kunt geven, werkt dat positief uit voor de kwaliteit, omdat er minder risico is op kouschade.”
Groot effect kortedag vóór de koelfase
Veredelaar Floricultura heeft onderzocht of met een kortedagbehandeling het bloeigedrag bij phalaenopsis te sturen valt.
Er waren drie behandelingen: de praktijkaanpak, kortedag tijdens de koelfase, en kortedag gedurende acht weken vóór de koelfase en ook in de koeling zelf.
Het resultaat was verrassend. “De planten uit de laatste behandeling gingen met een blad minder de koeling in, maar gaven 100 procent tweetakkers. In de praktijk zie je bij de najaarsbloei 15 à 20 procent ééntakkers (bij de voorjaarsbloei is dat niet zo). Tevens vertoonden ze een heel hoge uniformiteit: 70 procent in dezelfde sortering. Bovendien kwamen de planten een week sneller in bloei en hadden ze gemiddeld meer bloemen”, vertelt Adrie Smits van Floricultura. Het kortedageffect deed zich zowel in winter als zomer voor.
Eerder al experimenteerden sommige telers met kortedag tijdens de koeling. Het inzicht dat vooral kortedag voorafgaand aan de koeling veel effect kan hebben, is echter volledig nieuw bij phalaenopsis.
Samenvatting
Onderzoekers hebben bestudeerd of de koelfase bij phalaenopsis deels kan worden vervangen door meer energievragende maatregelen. Sturen met lichtkleur is voorlopig van de baan. Vervanging van SON-T door LED’s leidt inderdaad tot energiebesparing. De koelfase kan niet worden vervangen door kortedag. Bij sommige rassen is het mogelijk in het begin van de koelfase wat minder ver terug te koelen. Een veredelaar van phalaenopsis ontdekte dat kortedag voorafgaand aan de koelfase wel een groot effect kan hebben op de kwaliteit.
Tekst: Tijs Kierkels. Foto’s: Wageningen University & Research, Plant Lighting en Tijs Kierkels