De gewascoöperatie Tomaat is voortvarend van start gegaan met twee concrete onderzoeken naar knelpunten en nog drie in de planning. Fusarium, tabakswittevlieg, tomatengalmijt, Tuta en een nieuwe roofwants hebben de prioriteit gekregen. De verantwoordelijkheid voor de aanpak van problemen ligt na de PT-tijd nu echt bij de telers. Eric Vereijken ziet dat dit nieuwe bewustzijn nog moet groeien.

Ook al bestaat het Productschap Tuinbouw al twee jaar officieel niet meer, toch vindt er nog steeds incidenteel een onderzoekje plaats met PT-geld. Maar de pot is vrijwel leeg, dus de bal ligt nu uiteindelijk bij de telers. Zij moeten bepalen waar ze gezamenlijk geld voor over hebben. Dat gebeurt onder de vlag van gewascoöperaties. Het beeld daarbij is nogal verschillend: de ene groep telers gaat vol voor de collectieve aanpak, de andere wordt gekenmerkt door afwachtendheid tegenover de nieuwe aanpak.

Belangrijk signaal

De gewascoöperatie Tomaat bestaat officieel sinds juni 2015; momenteel is 70% van het areaal aangesloten. “We streven naar 90-95 procent”, zegt voorzitter Eric Vereijken. “Honderd procent zul je nooit halen, want er zijn bedrijven aan het afbouwen en die hebben er weinig belang bij. Ik denk wel dat we nog veel mensen kunnen overtuigen. Voor het geld hoef je het niet te laten: de bijdrage is nu 30 euro per hectare. Daarvoor zou iedereen mee moeten doen. Er is voldoende draagvlak in de sector; het komt aan op actiever werven. Dat is nu gemakkelijker dan bij de start, want nu kunnen we laten zien wat we aan onderzoek doen.”
Vereijken heeft samen met een broer en een neef vijf bedrijven in Noord-Brabant en twee in het Westland. Alle locaties telen louter Tasty Tom. De telersvereniging heeft zich in een vroeg stadium bij de gewascoöperatie aangesloten. Het is een belangrijk signaal dat telersverenigingen en grote producenten hun vertrouwen tonen in de nieuwe aanpak, vindt hij. Het is zaak over het verleden heen te stappen en de blik op de toekomst te richten. Vereijken ziet her en der in de tuinbouw soms gevallen van verkeerd begrepen eigenbelang: “Er zijn bedrijven die niet meedoen met een gewascoöperatie maar wel geld in eigen onderzoek stoppen zodra zich een probleem voordoet. Dan ben je al snel veel duurder uit dan bij een gezamenlijke aanpak”, zegt hij.

Financiering

De prioriteiten van de gewascoöperatie Tomaat liggen op het gebied van de plantgezondheid; daar doen zich nogal wat knelpunten voor. Het vijfkoppige bestuur van de coöperatie heeft de keuzes gemaakt in samenspraak met de landelijke gewascommissie en de signalen die via LTO Glaskracht Nederland binnenkomen. “We maken een match tussen het probleem, de kosten en de verwachte resultaten”, zegt hij. Momenteel lopen er twee onderzoeken: de aanpak van Fusarium en de zoektocht naar een nieuwe roofwants.
Op de rol staan verder nog tabakswittevlieg, Tuta absoluta en de tomatengalmijt. “Je wilt natuurlijk veel meer dan je kunt. Met een budget van 40.000 euro per jaar ben je in staat directe knelpunten aan te pakken in kortlopende onderzoeken. Bij grote onderzoeken is er bovendien een bijdrage van de overheid mogelijk. Het positieve van de huidige situatie is dat we als telers veel meer zeggenschap hebben gekregen dan in de PT-tijd. De vraag van de telers is nu leidend. Maar er komt onvermijdelijk een discussie over de financiering: met de huidige bijdrage van 30 euro per ha ben je erg beperkt. Als je meer onderzoek wilt, zal het bedrag omhoog moeten”, geeft hij aan.

Nieuwe roofwants

Het onderzoek naar de aanpak van Fusarium heeft voorrang gekregen omdat er het afgelopen jaar in de belichte teelt problemen waren, maar ook omdat het een relatief klein onderzoek is dat goed is om mee te starten als gewascoöperatie. Het tweede onderzoek dat momenteel loopt, is de zoektocht naar een nieuwe roofwants samen met andere gewascoöperaties (gerbera en roos), zodat de financiële slagkracht groter is. “Macrolophus is op zich een goed functionerende roofwants, maar hij kent ook nadelen. De opbouw van de populatie duurt lang, terwijl je bij hoge populaties juist gewasschade krijgt. De wants prikt dan de bloem (bij fijne tomaten) of de vrucht aan, waardoor je schade aan het product krijgt. We willen graag iets nieuws dat beter functioneert”, zegt hij.
Bovendien is er het probleem met de roofwants Nesidiocoris, die vanuit Spanje naar Nederland is gekomen. Hij pakt wittevlieg en de eieren van Tuta absoluta goed aan, maar prikt ook in de top van stengels, waardoor bloemen afvallen of slecht zetten. Het probleem speelt vooral bij de kleinere vruchtmaten. De bedoeling is met de nieuwe roofwants ook dit probleem op te lossen.

Natuurlijk evenwicht

Vereijken ziet de tomatengalmijt en Tuta absoluta momenteel als de grootste problemen, direct gevolgd door tabakswittevlieg (Bemisia). “Die laatste is vaak moeilijk te zien en wordt onderschat. Veel van de problemen zijn het gevolg van het afnemende middelenpakket. Verder is er door de groei van de belichte teelt geen echt tomatenseizoen meer; de teelten overlappen en daardoor is het lastiger om van ziekten en plagen af te komen”, vertelt hij. “Tuta zit nu overal. Het is nodig meer naar natuurlijke vijanden te kijken, want de aanpak is vooral chemisch gericht. We moeten tot een natuurlijk evenwicht in de kas zien te komen.”
De tomatengalmijt is een apart probleem. Deze beestjes zijn zo klein dat ze zelfs met een loepje niet te vinden zijn. Ze vermenigvuldigen zich bijzonder snel: elke 5-6 dagen is er weer een nieuwe generatie. Pas als de situatie al helemaal uit de hand is gelopen, ziet de teler bruine stammen en bladeren. Daar komt bij dat deze mijt zich voorheen onderin het gewas ophield, maar dat er steeds meer schade hoger in het gewas te zien is: zelfs trossen verkleuren bruin. Bij een grote populatie krijg je groeiremming of afsterven van het gewas. “Het insecticide Vertimec werkt wel, maar wanneer je dat inzet ben je je hele biologie kwijt. Dus de oplossing moet van een andere kant komen. Er zijn veel mensen mee bezig, bijvoorbeeld bij Biobest en Koppert. Wij concentreren ons bij het onderzoek op de opsporingsmethode: je moet ze in een vroegtijdig stadium kunnen vinden”, aldus de voorzitter.

Voorsprong voor leden

Dit zijn allemaal problemen waar de hele tomatenteelt mee te maken heeft, maar de onderzoeken worden niet door de hele groep gefinancierd. Het is nog zoeken hoe je de kennis dan exclusief voor de deelnemers houdt. Vereijken: “De eerste resultaten worden alleen met leden van de gewascoöperatie gedeeld: de voorlichtingsavonden zijn exclusief toegankelijk voor deelnemers. Zij krijgen dus een voorsprong. Die is niet eeuwig vol te houden, want via teeltadviseurs zal de kennis zich wel verspreiden. Het is nu zaak dat we met goede onderzoeksresultaten komen, zodat de mensen zien dat de gewascoöperatie onmisbaar is voor de tomatenteelt. Het moet logisch worden dat je erbij zit.”

Fundamenteel onderzoek

De huidige aanpak is geen oplossing voor het fundamentele onderzoek: de achtergronden van problemen of innovatieve creatieve oplossingen gebaseerd op nieuwe inzichten. “We zijn nu bezig met brandjes blussen. Eigenlijk zou je problemen in een eerder stadium moeten tackelen. We gaan echt aanlopen tegen het gebrek aan fundamenteel onderzoek. Dat baart me wel zorgen”, zegt Vereijken.
Het afgelopen jaar ging het goed in de tomatensector en er wordt weer glas bijgebouwd. Het vertrouwen is dus terug. Dat is een goede voedingsbodem voor het gezamenlijk tackelen van problemen, zowel op de korte als de langere termijn, denkt hij.

Tekst: Tijs Kierkels, beeld: Wilma Slegers