Na vijf jaar lukte het komkommerteler Jeroen Verheul uit Maarssen om komkommerbontvirus in 2018 van zijn bedrijf te verbannen. In die periode stelde hij zijn eigen hygiëneprotocol samen, met de aanpak en richtlijnen van Delphy als richtsnoer. “Het heeft veel moeite gekost om de onderste steen boven te krijgen en het bedrijf van kop tot staart ‘virusproof’ te maken”, blikt hij terug. “Inmiddels zijn we al zes jaar virusvrij, maar de aandacht mag niet verslappen.”

Jeroen Verheul liep ruim tien jaar terug tegen het gevreesde komkommerbontvirus aan, ondanks vertrouwde routines zoals het frequent ontsmetten van oogstmesjes en het ontsmetten van drainwater door verhitting.
“Vroeger hadden we veel last van Fusarium, in 2013 had ik voor het eerst sinds lange tijd wat planten met virussymptomen. Dat werd steeds erger en het begon steeds vroeger”, vertelt de teler. “Kennelijk schoten de preventieve maatregelen die wij hanteerden tekort. Na enkele jaren ben ik me gaan verdiepen in hygiëneprotocollen. Daaruit leerde ik hoe je het bedrijf gestructureerd schoon kunt maken. Het protocol van Delphy sprak mij het meeste aan, omdat het uitgaat van maatwerk. In andere protocollen die ik bekeken heb, werd naar mijn smaak te zwaar geleund op agressieve desinfectiemiddelen. Je kunt het niet zonder stellen, maar overdaad schaadt.”

Afstemmen op bedrijfssituatie

Senior consultant glasgroenten en hygiëne-specialist Ewoud van der Ven begeleidde Verheul bij het systematisch schoonmaken van de 3,7 ha grote kwekerij, waar drie teeltrondes per jaar plaatsvinden. Daarvoor werd een hygiëneprotocol opgesteld dat volledig is afgestemd op het bedrijf. Zo’n protocol geeft sturing aan de aanpak, de werkvolgorde en de inzet van reinigings- en desinfectiemiddelen. “De keuze daarin is ruim”, aldus Verheul. “We hebben het aanbod samen geëvalueerd, maar de uiteindelijke keuze lag natuurlijk bij mij.”

Volgorde luister nauw

De teler noemt het essentieel dat werkzaamheden tijdens een teeltwisseling in de juiste volgorde worden uitgevoerd, omdat je daarmee een snelle nieuwe infectie kunt voorkomen. Vroegtijdige herkenning van virussymptomen, isolatie en afvoer van besmette planten is eveneens noodzakelijk. “Echte eyeopeners waren dat niet, maar door alle handelingen vast te leggen in een protocol en daar strikt de hand aan te houden, zijn we nog secuurder gaan werken”, merkt Verheul op.

Leidingen nalopen

“Wat naar mijn idee cruciaal was om van het virus af te komen, was het grondig nalopen, schoonmaken en ontsmetten van het volledige watersysteem”, vervolgt de komkommerteler. “Leidingen kunnen plaatselijk verzakken, waardoor er constant water en vuil in achterblijft. Bovengronds kun je dat eenvoudig constateren, ondergronds wordt het lastiger. In eerste instantie kwamen we niet helemaal van het virus af. Daarop namen we het besluit om de leidingen bloot te leggen en ze opnieuw op afschot te leggen. Dat was een stevige, maar erg nuttige maatregel. Toen die klus geklaard was, is het hele systeem nogmaals grondig doorgespoeld en ontsmet. Inclusief de drainput en silo’s, waar vuil en pathogenen zich vaak ophopen. In 2018 hebben we alles onder handen genomen. Sindsdien zijn we hier echt virusvrij gebleven.”

Neem de tijd

Wellicht de belangrijkste tip die Verheul collega’s met virusproblemen kan meegeven, is om het hygiënevraagstuk nauwgezet te evalueren met een expert en tijdens de teeltwisseling ruim de tijd te nemen voor een grondige schoonmaak. “Leg ook goed aan de medewerkers uit hoe het protocol in elkaar zit en waarom het essentieel is dat iedereen daar naar handelt. Tijdens de teelt mag de aandacht niet verslappen, zeker niet als je meerdere jaren geen symptomen hebt gezien. Ons hygiëneprotocol is tot dusverre heel adequaat gebleken, maar het biedt geen garantie dat het virus voor altijd buiten de deur blijft.”

Tekst: Jan van Staalduinen