Wit is de basiskleur van de Phalaenopsis bij VG Colours van de broers Otwin en André van Geest. Maar waar de markt eerst genoegen nam met eentakkers met een kleurtje, klinkt ook hier de vraag naar meertakkers en meer knoppen. Dat was de reden voor de broers om de teeltomstandigheden en met name de koeling goed aan te pakken.
VG Colours maakt deel uit van het familiebedrijf VG Orchids in De Lier dat bestaat uit meerdere onderdelen. Bij VG Orchids worden ‘gemengde’ orchideeën geteeld: phalaenopsis en miltonia in potmaat 12 cm en mini phalaenopsis in potmaat 6 cm. Het bedrijf heeft een buitenscherm en koeling met een capaciteit van 85 watt/m2. Otwin van Geest: “We hebben dit negen jaar geleden geïnstalleerd met de ideeën van toen. Nog niemand had toen een buitenscherm. Warmte die niet in de kas komt, hoef je ook niet weg te koelen was het idee.”
VG Colours levert de Royal Art collectie, van oorsprong witte bloemen in een grote diversiteit aan kleuren: van blauw en paars tot oranje en geel. “We kregen vragen vanuit de handel naar kleuren die er niet waren. Er werden al wel rozen en chrysanten gekleurd.” Ongeveer 80% van de planten van dit bedrijfsonderdeel gaat met een kleurtje de deur uit.
Bestaand bedrijf
Vier jaar geleden kochten de broers een bestaand bedrijf van 5 ha om witte phalaenopsis te gaan telen voor VG Colours. De hijsliggers verraden de eerste bestemming van de kas: chrysanten. Naderhand is het bedrijf omgebouwd tot potplantenbedrijf. Overblijfsel vanuit de chrysantentijd is het verduisteringsdoek. Uit de potplantentijd stammen de zes afzonderlijke teeltafdelingen en de containertafels.
De broers begonnen in eerste instantie simpel met vroeg krijten en zwaar bevochtigen in de afdeling waar de orchideeënplanten koel staan om de takvorming te stimuleren. Dit was niet ideaal. “Je hebt voldoende licht en een etmaaltemperatuur van 19 tot 19,2ºC nodig voor de takaanleg. Door krijten haal je het licht weg én het is geen garantie om de gewenste temperatuur te halen. Daardoor vormen zich minder meertakkers, terwijl er juist een groeiende marktvraag kwam naar meertakkers.”
Plannen maken
November 2014 gingen de broers aan tafel met Hans van Tilborgh van Bode Project- en Ingenieursbureau om plannen te maken voor koeling van de middelste twee afdelingen van de kas. In eerste instantie dachten de telers aan koeling door buitenluchtaanzuiging. Dit bleek niet haalbaar.
Ze kozen uiteindelijk voor een vrij lichte capaciteit van 60 watt/m2 met de nadruk op nachtkoeling, terwijl een koelcapaciteit van meer dan 200 watt bij anderen geen uitzondering is. “Als we het verduisteringsdoek ’s nachts dicht doen, is de te koelen inhoud van de kas kleiner. Als we de kastemperatuur dan terugbrengen naar 17ºC, kunnen we overdag de temperatuur op laten lopen naar 21 à 22ºC. Als we de daglengte gedurende de koeling en afkweek op maximaal 13 uur houden, hebben we 11 uur tijd om voldoende te koelen zodat we de goede etmaaltemperatuur halen”, zegt Van Geest.
Extra voordelen van het gebruik van het verduisteringsdoek zijn het wegschermen van een deel van het zonlicht ’s zomers en het voorkomen van uitstraling tijdens koude zomernachten. Van Tilborgh maakte een ontwerpschets. Verschillende installateurs maakten op basis hiervan offertes. De broers kozen voor Technokas, vaste samenwerkingspartner van het ingenieursbureau, vanwege het aandragen van ideeën en oplossingen voor hun bestaande kas.
Kleine koelers met luchtslurven
“We hebben gekozen voor een gelijkmatige temperatuur, voldoende luchtbeweging en decentrale toepassing van kaskoelers. Er hangen 32 kleinere koelers met luchtslurven per afdeling, die zorgen voor een luchtverdeling met nauwelijks temperatuurverschillen. In de koeling en afkweek hangen dus 64 koelers; één koeler per 250 m2. Een andere optie zou zijn geweest minder maar grotere vrije uitblaaskoelers. Hierdoor kunnen echter temperatuurverschillen van 4 tot 5ºC ontstaan en teveel luchtbeweging met lokale uitdroging tot gevolg”, legt Van Tilborgh uit.
De kaskoelers hangen boven in de kas. Van Geest: “Bovendoor koelen zorgt voor een betere koudeverdeling. Koude lucht zakt van nature naar beneden en daardoor krijg je een goede menging met de kaslucht, waardoor verticale temperatuurverschillen klein zijn. Wanneer je voor onderdoor koelen kiest, dan koel je vooral de wortels, want koude lucht blijft beneden liggen.”
Watersysteem
De twee koelmachines, voor iedere afdeling één, staan buiten de kas. Het gaat in dit geval om twee luchtgekoelde machines. Die produceren koud water voor de kaskoeling. Dit doen ze door het warme retourwater vanuit de kas te koelen naar 5ºC.
In een gesloten watersysteem gaat opgewarmd water richting de opwekmachine met warmtewisselaars. Het afgekoelde water gaat via transportleidingen naar de kaskoelers. Er hangen vier rijen kaskoelers. Die zijn georiënteerd in twee rijen van twee kaskoelers, die op een kwart en driekwart van de kaplengte ruggelings tegen elkaar hangen. “Daardoor zijn er minder transportleidingen nodig in de kas”, geeft Van Tilborgh aan.
De luchtverdeelslurven hangen aan weerszijden van de kaskoelers en grenzen met hun deksels aan elkaar. “Eén luchtverdeelslurf koelt een traliebreedte van 9,60 m. De gaten in de slurf zijn zo ontworpen dat de uitstromende lucht voldoende ver in de kap komt. Luchtverdeelslangen zijn heel geschikt om de gekoelde lucht uit de kaskoelers goed te mengen met de warme kaslucht. Horizontale temperatuurverschillen zijn hierdoor erg klein.”
Verder hangen er extra ventilatoren en is er luchtbevochtiging mogelijk van 250 gram per m2 per uur, die de telers met name overdag benutten.
Veel meer meertakkers
De telers zijn tevreden. “De uitrusting voldoet aan de eisen die we hebben gesteld: koelen en een goede luchtverdeling. Alleen bij extreme weersomstandigheden loopt de temperatuur op, maar dat gebeurt ook op andere teeltbedrijven. We hebben nu naar schatting 80 procent meertakkers. Dat is 15 à 20 procent meer dan voorheen.” De terugverdientijd van de investering schat de teler op ongeveer twee jaar.
De broers gaan verder met perfectioneren. Dit jaar experimenteren ze met een nieuwe coating om het zonlicht ’s zomers weg te schermen. Van Geest: “Nadeel van het huidige ReduSol is dat je daarmee ook licht kwijt bent.” Dit jaar hebben de broers in week 10 ReduFuse IR op hun kasdek laten aanbrengen. Deze coating houdt de warmtestraling (NIR) voor een deel buiten de kas en maakt het overige zonlicht diffuus. “Op deze manier kunnen we meer PAR-licht benutten dan wanneer we gewoon krijten, terwijl we toch een deel van de energie kwijt zijn.”
Samenvatting
VG Colours heeft in hun bestaande phalaenopsisbedrijf een luchtkoelingssysteem in de koude- en de afkweekafdeling laten installeren. Een opwekmachine maakt koud water, dat zorgt dat de kaskoelers koude afgeven. Het systeem bestaat uit in totaal 64 kaskoelers met bijbehorende luchtslurven. Koeling tot ongeveer 17ºC gebeurt bij voorkeur ’s nachts onder een dicht verduisteringsdoek. Daardoor kan het bedrijf toe met een redelijk kleine koelcapaciteit van 60 watt per m2 per uur.
Tekst en foto: Marleen Arkesteijn