‘Hydroponic leafy greens’ wordt wereldwijd steeds populairder. De hoge plantdichtheden en snelle groei maken het systeem zeer efficiënt. Tegelijkertijd is er nog veel onbekend. “Als we een strategie kunnen ontwikkelen die de teelt met bijvoorbeeld twee dagen versnelt, kan dat op jaarbasis een grote impact hebben”, vertelt Denis Laci van Delphy Improvement Centre.
Het leafy crop innovation project in Bleiswijk startte in mei 2023 en loopt nog door tot juni dit jaar. In die periode zullen totaal negen teelten baby leaf en teen leaf plaatsvinden. Een intensieve teelt, beaamt Laci. Voordat hij de eerste resultaten uit de doeken doet, schetst hij een beeld van de snelheid. “Een teeltronde baby leaf op water, duurt slechts vijfentwintig dagen.” De sla weegt dan tussen de 15 en 25 gram. Teen leaf blijft wat langer staan, tot maximaal 35 dagen en wordt met 50 à 60 gram geoogst.
Negen teelten
Doordat de teelten zo kort op elkaar volgen, kunnen de onderzoekers omstandigheden vaak wisselen en dus snel resultaten verkrijgen. Uiteindelijk doel is om vast te stellen hoe de teeltsturing verder geoptimaliseerd kan worden. Het projectteam varieert in de behandelingen onder meer met LED-verlichtingsstrategieën, daglengte, substraten en plantdichtheden.
In de opstelling groeien de bladgewassen op acht teelttafels, waarvan de watergift per vier tafels apart gestuurd kunnen worden. Het NFT-gotensysteem is afkomstig van Green Automation, de LED-installatie van Hortilux Schréder, substraten van Saint-Gobain Cultilene en Ellepot en de gebruikte slarassen van Rijk Zwaan.
Lichtrecepten
De eerste drie teelten (mei tot oktober) vonden plaats onder zonnige omstandigheden. Het onderzoek richtte zich daarbij vooral op dagverlenging met LED-licht. Hortilux lichtspecialist Stephané André: “Dagverlenging in combinatie met een hoge buiteninstraling wordt soms al geadviseerd en toegepast in de praktijk. Wij wilden het effect daarvan objectief kwantificeren.” De sla zette het licht inderdaad om in een meerproductie. “Maar of de toegenomen groei in verhouding is met de extra elektra-input, verschilt uiteraard per teler en per business case.”
Vanaf oktober verschoof de aandacht naar het effect van belichten met verrood. Tot en met maart onderzoekt het projectteam of verrood in het lichtspectrum het teeltresultaat in de winter kan verbeteren. De totale hoeveelheid µmollen (PAR + verrood) in beide proefcompartimenten wordt daarbij bewust gelijk gehouden. Uit de meest recente resultaten blijkt inderdaad een snellere groei bij meer verrood. In ieder geval aan het begin van de teelt.
Substraatkeuze
Vooral bij de ontwikkeling van baby leaf meten we effect”, vervolgt André. Hij legt uit: “Verrood bevordert strekking. Er komt snel meer blad waardoor de lichtonderscheppende eigenschappen en ook de fotosynthese zullen toenemen.” Vanaf het moment dat het gewas het licht volledig kan onderscheppen lijkt dit voordeel weg te vallen. Oftewel: hoe verder in de teelt, hoe kleiner het effect. “Onze uitdaging is nu om vast te stellen op welke momenten in de teelt verrood effectief is en dus met een maximale efficiëntie kan worden ingezet.”
Ook met betrekking tot het gebruik van verschillende substraten, zien de betrokkenen vooral effect in het begin van de teelt. Laci: “Bij dit project vergelijken we steenwol met veenmos. Veenmos heeft tijdens de opkweekfase een kleine voorsprong, de plantjes wortelen beter.” Na 20 à 25 dagen is dat verschil verdwenen en presteert steenwol op een vergelijkbare manier. Deze ontwikkeling wordt onderzocht.
Vier rassen
Tot slot onderstreept de projectleider de rol van genetica. “De vier gebruikte rassen, twee groene en twee rode, reageren allemaal anders op de behandelingen met licht en substraat.”
Deze zomer hoopt het projectteam de eerdere bevindingen verder te onderbouwen. “Eerst gaan we van maart tot juni opnieuw experimenteren met PAR-licht en dagverlenging. In de laatste twee teelten willen we tevens per substraattype meerdere soorten onderzoeken.”
Tekst: Jojanneke Rodenburg