Op het gebied van klimaatregeling zien we heel veel ontwikkelingen. De variatie is enorm. De een is volop bezig met de technische mogelijkheden in de kas en hun functionaliteit. De ander zoekt het juist in het opzoeken van de grenzen van de plant. Beide ontwikkelingen zijn goed als het gaat om onderzoek.

Op dit moment loop ik mee in de proef waar we paprika’s telen in een afdeling bij Wageningen University & Research in Bleiswijk. In deze proef werken we met belichting. Er is tegelijkertijd weinig CO2 beschikbaar. De afdeling is uitgerust met luchtbevochtiging en het is mogelijk om te ontvochtigen. En tot slot proberen we maximaal biologisch te telen. Hoe mooi is het toch dat we tijdens de proeven de mogelijkheden van de plant optimaal kunnen testen. We telen met hoge gemiddelde etmaaltemperaturen en met het licht mee. Precies zoals we in Het Nieuwe Telen hebben gezien.

Toch blijft het heel lastig om proeven te beoordelen die in kleine kassen plaatsvinden, want de klimaatomstandigheden zijn er heel anders dan in de praktijk waar je met grote afdelingen werkt die veel moeilijker zijn te sturen. Daarom vind ik de telers die op grote schaal experimenteren echte helden. Zij hangen luchtbehandelingskasten op en zoeken zowel de grenzen van de technische mogelijkheden op als die van hun gewas.

Wat de beste keuze in klimaatbeheersing zal zijn blijft nog boven de groenteteelt hangen. Gaan we nog verder met Het Nieuwe Telen? Of gaan we juist investeren in middelen die het ‘oude telen’ mogelijk maken, zoals bijvoorbeeld ontvochtigen?

Wij zoeken als bedrijf voorlopig de grenzen op in Het Nieuwe Telen. De investeringen in het mogelijk maken van het ‘oude telen’ zijn voorlopig erg duur en nog niet rond te rekenen. Als alles al duidelijk was, dan zouden er al veel meer helden zijn die het aandurven om investeringen te doen die Het Nieuwe Telen ondersteunen. En daarom zijn proeven zo belangrijk.

Maikel van den Berg, zaadteler in Bleiswijk