Naast de zuiveringsplicht voor te lozen water, heeft de glastuinbouw ook nog te maken met de emissienormen voor stikstof (N) en fosfaat (P). Deze gaan per 1-1-2018 omlaag – een volgende trede van 3 jaar – totdat de sector in 2027 op ‘nagenoeg 0’ is uitgekomen. De norm varieert per groep en verschilt enigszins voor substraatteelten en grondteelten, maar ligt voor gewassen uit groep 1 op een maximum van 25 kg/ha/jaar; voor groep 9 is dat 150 kg/ha/jaar.

De emissienormen worden zo langzamerhand scherper, zeker als je bedenkt hoeveel stikstof en fosfaat een teler in een teelt verbruikt. De gebruikte hoeveelheden liggen op ruim 2.000 kg N voor komkommers, 1.800 voor tomaat en 1.600 kg voor paprikateelten. Bij de sierteeltbedrijven is dit 1.500 kg voor roos, 1.000 kg voor chrysant tot minder dan 600 bij sommige potplantenteelten (getallen in kg/ha/jaar).
Interessant is de vraag of telers weleens hebben berekend hoeveel kg zij momenteel in hun bedrijf hebben ‘hangen’ in het teeltsysteem. In een substraatteelt met vruchtgroente zal dat ongeveer 15 kg per ha zijn. Bij potplantenteelten zal dat zelfs ruim 40 kg kunnen zijn, vanwege de hoge plantdichtheid. Grondteelten hebben veel meer N in de bodem; opneembaar ligt dat op ongeveer 200 kg/ha. In totaal kan dat zelfs duizenden kg zijn, die ligt vastgelegd in organische stof in de grond. In de aanvoerleidingen zal naar schatting zo’n 2 kg N zitten.

De emissienormen komen op een niveau dat vergelijkbaar is met de hoeveelheid die op dat moment in het wortelmilieu en proceswater in het bedrijf is. Wat is daarvan de consequentie? Een beetje lekkage zal de teler niet over de schreef van de emissienormen zetten. Het regelmatig doorspoelen van leidingen is al lastig als het teeltbedrijf dat water niet wil hergebruiken. De teeltwisseling moet netjes worden uitgevoerd, met zo min mogelijk waterverspilling. Een teeltcalamiteit, waarna de teler alles even ververst, leidt al snel tot het overschrijden van de normen.

De emissienormen worden weer scherper. Volledig recirculeren is het doel. Het is best wel knap als dat wordt bereikt, waarbij het recirculeren op zichzelf goed mogelijk is. De glastuinbouw bereikt dat door het irrigatieproces in beeld te krijgen en knelpunten te beheersen. Er zijn nog verbeteringen mogelijk om een optimale controle van de plantenvoeding te krijgen. Maar een complimentje is ook weleens op zijn plaats; bij dezen.

Tekst: Geerten van der Lugt, adviseur gewas, water en plantvoeding