Lisianthustelers kijken graag vooruit. Is het mogelijk om energie- en milieuvriendelijker te telen en tegelijkertijd een goede productie en kwaliteit te behouden? Ruim twee jaar lang deed Wageningen UR Glastuinbouw samen met Delphy Improvement Centre proeven op verschillende substraten. Volvelds fijne kokos met of zonder 25% perliet heeft de beste papieren. Telers vinden het ‘los van de grond’ telen echter nog niet rijp voor de praktijk.
Aanleiding van het project ‘Het Nieuwe Telen Lisianthus’ is om te onderzoeken hoe de teelt van dit gewas, die nu in de grond plaatsvindt, ook in de toekomst milieu- en maatschappelijk verantwoord kan. Doel is om 90% te besparen op fungiciden, 35% op energie en 25% op water en meststoffen.
De gewascoöperatie, waarvan alle twaalf jaarrond lisianthustelers lid zijn, zijn medefinanciers van het onderzoek. De andere zijn toeleveranciers, Glastuinbouw Waterproof en Kas als Energiebron. De telers zijn nauw betrokken bij de keuzes en komen wekelijks de proeven bekijken. Frank van Holst van Montana en tevens voorzitter van de gewascommissie: “Over tien jaar willen we nog lisianthus telen. Dat moet verantwoord, maar mét een goede opbrengst. Wat heeft de plant eigenlijk nodig aan meststoffen, water en belichting? Hoe is de ziektedruk door schimmels beheersbaar te houden? Dat inzicht willen we krijgen. Om het verbruik te kunnen monitoren was het nodig om los van grond, dus op een substraat te telen. Bijkomend voordeel is dan dat de energiekosten om te stomen drastisch naar beneden gaan.”
Verschillende substraatmengsels
Locatie van de proeven is het Delphy Improvement Centre in Bleiswijk. Tot juli 2016 zijn er in de proefkas elf teeltrondes geweest met telkens zes proefvakken van elk 150 m2 op een dichte vloer. Daarin passeerden verschillende oplossingen en substraatmengsels de revue. Zoals een gronddoekgotensysteem met kokos, volvelds kleikorrels en volvelds kokos. Daarbinnen varieerden de onderzoekers met de watergift (eb- en vloedsysteem of druppelen) en belichting (maximaal 210 µmol of maximaal 140 µmol).
Onder vijf van de zes proefvakken ligt een vlakke Erfgoedvloer, die opvang van drainwater mogelijk maakt. Onder de zesde ligt een eenvoudiger V-goot, die hetzelfde doet. Van elke teelt hebben de onderzoekers na zeven of acht weken het versgewicht, drooggewicht en het aantal bloemen gemeten. Over de resultaten in 2014 en 2015 schreef Onder Glas al verschillende keren.
Van kleikorrels naar kokos
Hoe is de stand half 2016? Marcel Raaphorst, onderzoeker bij Wageningen UR Glastuinbouw: “Telers lieten al in 2015 weten dat zij het grondgotensysteem te bewerkelijk vonden, hoewel de kwaliteit van de lisianthus goed was. Daarom richtten we de proeven sinds begin 2016 op het vinden van het beste volvelds substraat.”
Kleikorrels waren daarbij de eerste keuze, omdat het een luchtig substraat is en al eens eerder bij lisianthus werd gebruikt. In de proeven presteerden ze echter nooit beter dan het grondgotensysteem. De jonge planten groeiden moeilijker weg. Raaphorst: “Sinds begin 2016 testen we daarom ook volvelds kokos. Daarvan dachten we dat het te nat zou worden of op den duur zou verslempen. Dat blijkt heel erg mee te vallen.”
Kokos in vele varianten
De laatste twee teelten zijn daarom alleen verschillende kokosmengsels getest. Bij de laatste teeltronde waren dat een laag van 10 tot 12 cm fijne nieuwe kokos, fijne ’oude’ kokos (waarop al elf ronden was geteeld), grove kokos, fijne kokos met 25% perliet en fijne kokos met 50% perliet. De combinatie met deze kleine, vulkanische korrels zorgde voor meer luchtigheid. Om die reden kozen de onderzoekers ook voor grove kokos. In het zesde proefvak stond het grondgotensysteem met fijne kokos, dat de onderzoekers als referentie gebruiken.
“Drie proefvakken presteerden het beste: volvelds fijne kokos met 25% perliet, volvelds ‘oude’ fijne kokos en gronddoekgoten met fijne kokos. Bij de luchtigheid van te grove kokos of 50% perliet blijken de jonge planten met de gehanteerde gietfrequentie minder goed weg te groeien. Goed om te weten dat de kokos die al elf keer eerder werd gebruikt, net zulke goede resultaten liet zien. Telers waren er vooraf huiverig voor dat kokos vaak moest worden vervangen. Dat valt dus mee.”
Toch iets langer stomen
Een positief resultaat, maar de vraag is of deze teeltwijze ‘winst’ oplevert in het fungicidengebruik, energie, water en meststoffen. Raaphorst begint met de eerste: “De eerste zeven teelten hebben we niets gebruikt aan fungiciden, maar de achtste teelt hadden we 5 tot 10 procent uitval door Fusarium. Die teelt hebben we pleksgewijs behandeld. In de volgende teelten kwam de schimmel weer terug en moesten we ingrijpen. Of het in sommige teeltmediums meer zat dan in andere? Er zat geen duidelijke lijn in. Het leek niet in het water te zitten, omdat de aantasting pleksgewijs was.”
Van Holst zegt daarover: “Dat zien we ook in de praktijk van de intensieve jaarrondteelt. Als het er eenmaal inzit, is het moeilijk te bestrijden.”
De vraag was direct of er voldoende was gestoomd, terwijl minder stomen juist een winstpunt kan zijn van ‘los van de grond’ telen. In de praktijk is stomen goed voor de helft van het gasverbruik. Telers gebruiken na elke teelt namelijk 4 tot 6 m3 gas per m2. Bij deze substraatteelt bleef dat beperkt tot 1,5 m3 gas per m2. “In overleg met de telers gaan we het stomen in de volgende twee teeltrondes verlengen, wat tot 2 m3 per m2 zal kosten. Misschien dat Fusarium dan beter wegblijft”, geeft Raaphorst aan.
Licht en water
Minder belichten was ook onderdeel van de proef om zo elektriciteit te sparen. Al in 2014 en 2015 werd duidelijk dat elk procentje minder bij een lichtminnend gewas als lisianthus direct productie kost. “In een deel van de kas hebben we de helft van de lampen hangen, maar we zien bij elke teelt dat de opbrengst daar lager is. We blijven dat in de laatste twee rondes toepassen, maar ik verwacht geen andere uitkomst.”
De grootste winst is te halen bij het beperken van water en meststoffen. “In de proefkas hebben we al het water opgevangen, maar niet alles gerecirculeerd. Helaas konden we het percentage drain in de laatste teelt niet vaststellen, omdat de vloer lek bleek te zijn. Dat doen we de komende teelten wel.”
Telers zijn geïnteresseerd in het drainwater. Daarom wordt dat gemeten in de laatste twee teeltrondes, die nog op de planning staan in juli en oktober. Teler Van Holst: “We willen graag inzicht wat de plant aan meststoffen en water gebruikt. Zo kunnen we de emissie beperken. Ons doel is uiteindelijk een zo hoog mogelijk teeltrendement, niet per se om los van de grond te telen. De opbrengsten van deze teeltwijze zijn in onze ogen namelijk niet hoog genoeg. Het komt wel dichterbij, maar we vinden de risico’s nog groot. Misschien kunnen de laatste twee proeven ons weer een stap verder brengen.”
Samenvatting
In het onderzoek ‘Het Nieuwe Telen Lisianthus’ is gekeken of deze teelt milieuvriendelijker en energie-efficiënter kan. Hiervoor was het nodig om ‘los van de grond’ te gaan telen. Volvelds fijne kokos, eventueel met een deel perliet, lijkt het meest kansrijke groeimedium. Telers vinden de overstap echter nog groot.
Tekst: Karin van Hoogstraten. Beeld: Leo Duijvestijn.