Over een maand begint Growy, een vertical farm in Amsterdam met het leveren van producten aan Nederlandse retailers. Het betreft de eerste grote commerciële vertical farm in Nederland, die start met de levering van microgroenten, salades en kruiden. De teler verwacht dit jaar al winstgevend te zijn. Bovendien zijn er al plannen voor uitbreiding in Europa en daarbuiten. “Wij zullen bewijzen dat de analyse van Wageningen University & Research niet helemaal klopt.”

Volgens Laura van de Kreeke zijn alle plannen die er in oktober vorig jaar lagen inmiddels gerealiseerd. “Alle 48 cellen zijn gebouwd. De bouw verliep redelijk soepel, al waren er ook leveringsproblemen van sommige materialen. Nu draaien de eerste paar cellen om alles te testen. We hebben het systeem in de afgelopen vier jaar al flink getest en gebruikt voor kleinschalige productie, voor chefkoks. Nu gaat eindelijk de grootschalige versie draaien.”

Reacties supermarkten

Over een maand zal de levering van microgroenten en kruiden aan de retail van start gaan, al wil Van de Kreeke nog geen namen noemen. “Het zijn twee Nederlandse supermarkten, maar met het bekend maken van hun namen willen we nog even wachten.”
De insteek van de farm is: duurzaam geteeld voor een gangbare prijs. “Wij willen en kunnen die belofte waarmaken. Maar er zijn in de markt nog wel wat reserves. Een supermarkt zei: als ik een duurzaam product in het schap leg moet de rest daarna volgen. Ook vragen sommigen zich af: hoe leggen we dit uit aan onze klanten. Het is natuurlijk wel iets nieuws. Vooral de inkoopafdelingen zijn voor ons een uitdaging. Maar de reacties zijn overwegend positief.”
Het product is niet biologisch gecertificeerd. Is dat een bezwaar? “Voor sommigen wel. Er zijn ook supermarkten die al eerder met vertical farms hebben samengewerkt, wat soms een nare smaak heeft achtergelaten. Die terughoudendheid is eigenlijk best logisch.”

Duurzaamheidsclaims

De teler wil bewijzen dat daglichtloos telen wel degelijk duurzaam is. Van de Kreeke: “Van elke plant maken we foto’s en verzamelen we data, die met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) worden geanalyseerd. Als de farm eenmaal draait gaan we zeker een Lifecycle Assessment maken, waaruit zal blijken: hoeveel energie, water, meststoffen enzovoorts wij precies gebruiken per kilo sla of kruiden. Die data willen we gaan delen met onze klanten. We willen bewijzen dat ons product wel degelijk de duurzaamheidsclaims kan waarmaken.”
Volgens WUR-onderzoekers is daglichtloos telen vrijwel nooit een goed idee, en gebruikt een vertical farm tweemaal zoveel energie dan een hightech kas. Volgens Van de Kreeke klopt dat verhaal deels niet: “Daarom hebben we de schrijvers van het onderzoek meteen uitgenodigd, zij komen volgende week op bezoek. Ze hebben ergens wel gelijk: een vertical farm was veel te duur, energie slurpend en arbeidsintensief. Uit onze berekeningen en testen van de afgelopen jaren blijkt dat het ook anders kan. Wij waren ook wel enigszins verbaasd, omdat we veel met Wageningen samenwerken. Wij willen laten zien dat een vertical farm in Nederland wel degelijk uit kan.”

Internationale plannen

De Next-Level Vertical Farm heeft een oppervlakte van ruim 7.500 m². Er is 10,8 miljoen euro geïnvesteerd, wat neerkomt op 1.440 euro per m². Dat is aanzienlijk minder dan de standaard in de industrie van minimaal 3.500 euro per m². Het verwachte energieverbruik van de farm is 5.000 MWh, ofwel 14 kWh per kg product. De industriestandaard ligt rond 40 kWh per kg product. Doordat het zaaien, telen, oogsten en verpakken geautomatiseerd is, is veel minder arbeid nodig.
Via een crowdfunding-actie wil het bedrijf ook particulieren de kans geven in het project te investeren.
De teler verwacht dit jaar al winstgevend te zijn. “We gaan het aantal farms in Europa en daarbuiten volgend jaar uitbreiden. Dus dat is wel heel spannend. Onze farm in Singapore draait, die is net begonnen met verkopen. Deze farm hebben we overgenomen van Kalera, en levert dezelfde productrange, verpakking en merk. Het systeem is anders, maar werkt op zich goed. We hopen uiteindelijk die farm te kunnen vervangen met onze eigen technologie.”

Tekst: Mario Bentvelsen