Meerlaagse teeltsystemen zijn in trek bij tulpenbroeiers. Het is dé manier om het rendement per vierkante meter te verhogen. Een belichtingsinstallatie moet het gebrek aan daglicht ondervangen. Bas Karsten zocht net zolang tot hij LED-lampen vond waarvan hij de lichtintensiteit en kleur kan regelen. Zo kan hij zijn kwaliteit gericht sturen, afhankelijk van klimaat en jaargetijde.
Als je besluit om bloemen te kopen bij Albert Heijn dan is de kans groot dat je thuis komt met tulpen van Rainbow Colors uit Andijk. Het Westfriese dorp staat bol van de kwekerijen, maar Bas Karsten is al jaren ‘preferred supplier’ van deze winkelketen. Jaarlijks produceert hij 55 miljoen stelen, die nagenoeg allemaal hun weg naar de consument vinden via het supermarktkanaal.
Het broeiseizoen loopt van begin december tot eind mei. In die periode passeren ongeveer 45 soorten de broeierij. De tulpenbroeier levert ze in een spectrum van zeven verschillende kleuren. Ongeveer de helft van zijn broeibollen teelt hij zelf. De andere helft koopt hij in.
In 2006 startte hij met de bouw van zijn bedrijf in Andijk, dat hij in twee fases voltooide. Hij koos voor een tweelaags containersysteem op stilstaand water met geautomatiseerd intern transport. Het teeltoppervlak is nu 20.000 m2.
Drie teeltfases
Het broeiseizoen is in volle gang. Aan de ene kant van de bedrijfshal oogsten de medewerkers de containers met rijpe tulpen. Aan de andere kant prikken medewerkers bollen voor de volgende ronde in de broeibakken. Na het planten gaan de rolcontainers naar de bewaarcel voor de beworteling die in het donker plaatsvindt. Met bleke neuzen rollen ze vervolgens naar de onderste teeltlaag in de kas.
In deze tweede fase van de teelt ontvangt het gewas onvoldoende natuurlijk licht en is aanvullend belichting nodig. Gedurende deze fase gaan de containers één keer op transport naar de schuur, waar de losgegroeide bolhuiden worden opgezogen. Dan vervolgen ze hun weg weer naar de onderste laag om uiteindelijk naar de bovenste teeltlaag te verhuizen. Daar komen ze voor het laatste stukje van de teelt in het volle daglicht te staan.
Mogelijkheden om te sturen
“Als de bakken na het voortrekken voor het eerst uit de cel komen zie je er na een paar uur al een groene waas overheen komen”, vertelt Karsten. Belichten doet hij al vanaf het begin met TL-lampen.
Al heel lang was hij op zoek naar een goed belichtingssysteem met stuurmogelijkheden als opvolger van de TL-lampen. LED’s hadden de voorkeur boven SON-T lampen, vanwege het betere rendement en minder warmtestraling. De eerste LED-systemen in de tulpenbroei hadden een capaciteit van 18 µmol/m2.s. Die vond hij nog niet interessant genoeg.
“Ik heb alle ontwikkelingen met LED’s op de voet gevolgd, maar kon me nog niet vinden in de eerste generatie die op de markt kwam. Ik zocht namelijk naar een systeem met een hogere capaciteit, waarvan ik de lichtintensiteit en kleurverhouding kan regelen”, legt hij uit.
Hoge lichtintensiteit
In 2014 had hij eindelijk zijn ‘Eureka’-momentje, toen hij op een vakbeurs de lampen van het Deense bedrijf Senmatic in het vizier kreeg. Het bedrijf leverde lampen waarvan je zowel de intensiteit als het kleurenspectrum kunt regelen. Vrijwel direct na de beurs reed Karsten naar Denemarken om nader kennis te maken.
Na dit bezoek besloot hij om proeven te doen met een paar lampen (FL300). Zo wilde hij de optimale lichtintensiteit bepalen, door 30, 50 en 70 µmol/m2.s uit te testen op zijn gewas. Al snel viel hem op dat de hoogste lichtintensiteit wat hem betreft het beste resultaat gaf.
Daarnaast deed hij proeven met verschillende kleurcombinaties. Tien jaar geleden ontdekte onderzoeker Jeroen Wildschut van Wageningen University & Research al dat tulpen onder blauw licht sneller omhoog groeien en langer dicht blijven, terwijl rood licht er juist voor zorgt dat het blad sneller spreidt. Karsten maakte uit de verschillende kleurcombinaties op dat hij gedurende het seizoen daadwerkelijk kan sturen met zijn lampen. Zo geeft hij aan het einde van het broeiseizoen wat minder blauw licht, zodat het gewas minder strekt of hij kan de lichtkleur aanpassen aan bepaalde tulpenvariëteiten.
Beter rendement
Na het positieve resultaat van de proeven liet hij de lampen op 5.000 m2 installeren. Met deze installatie heeft hij inmiddels vier jaar ervaring opgedaan. De lampen branden twaalf uur per etmaal, gedurende de nacht. Zo kan hij gebruik maken van het daltarief.
Karsten weet dat hij door de overschakeling op LED’s ongeveer 25% op energie bespaart ten opzichte van het oude systeem, maar dat is een schatting. De aanleg van de installatie viel namelijk gelijk met het opschalen van de broeierij.
“Een LED-installatie is een grote investering. Bij berekening van het rendement moet je niet alleen kijken naar de energiebesparing, maar ook naar kwaliteitsverbetering en de levensduur van de lampen. De fabrikant geeft aan dat ze 50.000 uur mee gaan, terwijl ze per jaar 1.500 uur aan staan. TL-lampen moet je tamelijk vaak vervangen”, weet hij.
Toekomstplannen
Karsten koopt alle elektriciteit in. Plannen voor alternatieve energiebronnen heeft hij ook. “Ik wacht op de volgende generatie zonnepanelen, die een langere levensduur of een beter rendement hebben.” Energiebesparing met goede systemen staat hoog op zijn verlanglijstje, zoals een efficiënte Warmte Koude Opslag (WKO) die hij zojuist heeft gekocht. Met deze installatie gaat het energieverbruik ongeveer 30% naar beneden. “Ik ben wel iemand die investeert zodra ik kansen zie, maar dan moet het wel kloppen.”
‘Nog nooit bezocht’
Bas Karsten: “Om bij te blijven in mijn vak bezoek ik beurzen in Duitsland, maar HortiContact in Gorinchem heb ik nog nooit bezocht.”
Samenvatting
Tulpenteler Bas Karsten in Andijk heeft sinds 2014 ruim ervaring opgedaan met een LED-installatie in zijn tweelaagse teelt. Hij koos voor een systeem waarvan hij de lampen kan dimmen en het lichtspectrum kan variëren. Eerst deed hij proeven om het voor hem juiste lichtrecept te vinden. Daarna liet hij de lampen op 5.000 m2 installeren. Naast energiebesparing zit het rendement vooral in de levensduur van de lampen.
Tekst en foto’s: Pieternel van Velden.