Het aantal e-ketels op tuinbouwbedrijven groeit snel. Met deze extra warmtebron kunnen bedrijven dagdelen met lage stroomprijzen goed benutten en hoeft de WKK minder uren te maken bij een ongunstige spark spread. Consultant Marcel Beekenkamp raadt telers aan om e-ketels te integreren in hun energiemanagement en plc-regelingen buiten de procescomputer om te vermijden. “Het is efficiënter en je bent beter beschermd tegen overbelasting en stroomuitval”, legt hij uit.

Naarmate aardgas en elektriciteit duurder worden en aanhoudende onbalans op het landelijke elektriciteitsnet voor grote prijsfluctuaties blijft zorgen, groeit de behoefte aan instrumenten waarmee tuinbouwbedrijven hun warmtevraag flexibel in kunnen vullen.
“Daarmee heb je de snelle groei van het aantal e-ketels in de sector eigenlijk volledig verklaard”, vat consultant Marcel Beekenkamp van Priva samen. “E-ketels zijn ideaal om warmte te produceren wanneer de stroomprijzen laag zijn en het niet aantrekkelijk is om WKK’s te laten draaien. Ook warmtebronnen die niet gekoppeld zijn aan stroomopwekking kun je dan desgewenst tijdelijk buiten bedrijf stellen.”

Risico’s inperken

Hoe meer instrumenten of modaliteiten er in het spel zijn, des te complexer het wordt om alles optimaal op elkaar af te stemmen. Zeker wanneer ook de onbalansmarkt in het spel wordt betrokken. Beekenkamp pleit in dit verband voor een centrale, integrale aansturing van de installaties vanuit de procescomputer.
“Als je de e-ketel buiten het integrale energiemanagement plaatst en deze door afzonderlijke plc’s laat aansturen, kan dat leiden tot conflictsituaties zoals overbelasting”, legt de consultant uit. “Dan vliegen de spreekwoordelijke stoppen eruit en kan het bedrijf zelfs volledig zonder stroom komen te zitten. Met een moderne procescomputer is dat ook niet nodig. Het enige wat je dan nodig hebt, is een kleine uitbreiding in de software voor energiemanagement met een module voor e-ketels. Daarin moet uiteraard wel worden aangeven in welke situaties welke voorrangsregels van kracht zijn. Dat is immers waar het optimalisatievraagstuk om draait.”

Energiebeheer upgraden

Volgens Beekenkamp is de module Energiebeheer in Priva Connext 915 en hogere versies inmiddels geschikt voor integratie van e-ketels. “Medio vorig jaar namen de eerste klanten het in gebruik en dat worden er elke maand meer”, zegt hij. “Ik kan niet voor andere aanbieders spreken, maar ik neem aan dat zij de groeiende rol voor e-ketels ook hebben gesignaleerd en daar iets mee doen.”

Scandinavië versus Nederland

Deze ontwikkeling, inclusief het upgraden van de managementsoftware, beperkt zich overigens niet alleen tot ons eigen land. De energietransitie is een wereldwijd fenomeen.
Beekenkamp: “Je zou wel kunnen zeggen dat Nederland zich onderscheidt in onbalans en congestie op het landelijke net en in het feit dat onze tuinbouwbedrijven relatief kleine stroomaansluitingen hebben. Dat maakt de behoefte aan een goede, integrale aansturing alleen maar groter. In Scandinavië is aardgas relatief duur en spelen elektriciteit en e-ketels al veel langer een grote rol in de warmteproductie. De bedrijfsaansluitingen zijn daar gemiddeld ook zwaarder dan hier, zeker in verhouding tot de bedrijfsomvang. Aansturing via plc’s is daar eerder regel dan uitzondering. In de Nederlandse setting is het verstandiger om de warmteproductie en warmtevraag vanuit één systeem integraal op elkaar af te stemmen.”

Tekst: Jan van Staalduinen