Gaat het lukken om jaarrond aan de markt te zijn met kwalitatief goede komkommers? En welke middelen heb je daarvoor nodig? Sinds eind oktober groeien er hogedraad komkommers onder een hybride belichtingssysteem in Bleiswijk. Klimaatschermen ondersteunen het klimaat in de kas. De tweede teelt is van start gegaan.

Het is een gedreven stel. Een maal per week bezoeken ze al om zeven uur ’s morgens de belichtingsproef komkommer bij het Delphy Improvement Centre in Bleiswijk. In alle vroegte beoordelen ze samen met participanten en deelnemende telers het gewas onder het roze en gele kunstlicht. Rick van der Burg, teeltmanager bij de onderzoekinstelling, productmanager Paul Arkesteijn van Svensson en plantspecialist Erik Stappers van Philips Lighting kijken terug op vijf maanden hogedraadteelt komkommers met klimaatschermen en een hybride belichtingsinstallatie.

Klimaatschermen

Komkommertelers met een hogedraad gewas zijn doorgaans tussen half november en eind januari uit productie. De proef heeft als doel om deze periode te overbruggen en de weg vrij te maken voor jaarrond productie.
De bijna 1.000 m² grote afdeling heeft een nieuwe scherminstallatie gekregen. Naast de lichtuitstootscherminstallatie is het transparante energiebesparende klimaatscherm Luxous 1147 FR geïnstalleerd. “Dat is een andere situatie dan we doorgaans in de praktijk aantreffen”, vertelt Paul Arkesteijn. Belichtende bedrijven hebben meestal alleen een lichtuitstootscherm, waarmee zij aan de wetgeving kunnen voldoen. Het energiescherm is dus een nieuw element in de belichte teelt, dat naast extra energie besparen ook het klimaat in de kas beïnvloedt. “We willen hiermee bereiken dat we het vocht beter kunnen beheersen”, gaat hij door.

Leerproces

De uitrusting lijkt op installaties die voor Het Nieuwe Telen (HNT) worden ingezet. De afdeling heeft echter geen ontvochtigingsapparatuur. Als er luchtbeweging nodig is, gaan de horizontale ventilatoren aan. Het afvoeren van extra vocht gebeurt door het scherm heen en in tweede instantie met een schermkier. Uiteraard noteren de proefnemers het energieverbruik in de afdeling, maar de schijnwerpers staan niet primair op energiebesparing. Het gaat hier duidelijk eerst om het optimaliseren van het teeltsysteem.
“Hoe we precies moeten sturen is een leerproces”, legt de productmanager uit. “Het ontbreken van ontvochtigingsapparatuur is eveneens een interessant gegeven. We moeten dus op een andere manier met het afvoeren van vocht omgaan.” Overigens bleek afgelopen winter dat het eerder te droog dan te vochtig was.
Vanaf de start van de eerste teelt in week 44 is tot en met week 6 in totaal 1.200 uur geschermd voor lichtafscherming. Het energiebesparend klimaatscherm heeft in die periode totaal 690 uur dicht gelegen, meldt Rick van der Burg. “Dit scherm zal naar het voorjaar toe steeds minder vaak dicht liggen.”

Meer belichtingsuren

De afdeling heeft een tamelijk zware belichtingsinstallatie voor komkommer gekregen. Bovenin hangen SON-T-lampen, goed voor 100 µmol/m²/s, vergelijkbaar met belichtende komkommertelers. Tussen de rijen komkommers hangen twee extra strengen LED-tussenlicht met een gezamenlijk vermogen van 110 µmol/m²/s. De complete installatie is dus 210 µmol/m²/s. Dit is een verdubbeling ten opzichte van de praktijk.
Van de 550 ha komkommers in Nederland wordt inmiddels 80 ha belicht. Dit doen telers voornamelijk om vroeger op de markt te zijn, omdat het rendeert. De markt heeft dus sterke interesse voor jaarrondproductie. De LED’s zouden in dit geval vooral in het voorjaar en in de zomer interessant kunnen zijn. Ze zijn geschikt om het gewas in de ochtend te activeren en om donkere dagen op te vangen. Door hun lagere stralingswarmte kunnen meer belichtingsuren worden gemaakt, waardoor een hogere productie mogelijk is. Het klimaateffect van de totale belichtingsinstallatie is minder ‘agressief’.

Teelt vervroegen

Doordat je licht en temperatuur onafhankelijk van elkaar kunt sturen valt het grootste voordeel te behalen in periodes met hoge temperaturen en weinig buitenlicht. “Met de hybride installatie zijn we dus een stuk flexibeler dan met een volledige SON-T-installatie”, legt Erik Stappers uit. “Het betekent wel dat we het klimaat in deze afdeling heel anders moeten aansturen dan in een standaard belichtingssituatie.”
De eerste teelt is 31 oktober van start gegaan en op 20 november zijn de eerste komkommers geoogst. Gekozen is voor het ras Toplight van Enza Zaden. Op 26 januari is vervolgens het ras Topspin van hetzelfde veredelingsbedrijf geplant. Deze teelt moet doorlopen tot eind juni. In die periode rekenen de proefnemers op een productie van 2,5 tot 3 kg/m² per week.
De eerste teelt is veel korter dan de tweede teelt. Dat is bewust gedaan. Van der Burg: “We zijn opnieuw gestart, omdat de plantbelasting in december te hoog is geweest en omdat we wilden dat de tweede plantdatum ongeveer gelijk ligt met een aantal praktijkbedrijven, zodat een eventuele vervroeging ten opzichte van andere teeltsystemen zichtbaar wordt.”

HNT in een belichte teelt

Eind februari is het nog erg koud, maar de daglengte neemt snel toe. Nu al blijkt dat het transparante energiescherm haar dienst bewijst. “Na zonop gaat het lichtuitstootscherm open en blijft het energiescherm gesloten, waardoor behalve het kunstlicht ook het natuurlijke licht in de kas wordt gelaten, terwijl er geen hoge buis nodig is”, legt Arkesteijn uit. “Het scherm helpt bovendien om het klimaat goed te houden”, vult Stappers hem aan.
De begeleidingscommissie is benieuwd wat er de komende periode gaat gebeuren. Afgelopen winter bleek dat een kier trekken een onaangenaam klimaat in de kas opleverde. Nu breekt de periode aan om boven een dicht scherm te luchten. Arkesteijn verwacht dat het energiescherm nog zeker tot begin mei van nut kan zijn. “Eigenlijk zijn we dus toch bezig met HNT, maar dan in een belichte teelt.”

Permanent proeven houden

“We zijn erg ambitieus gestart in de eerste teelt”, vindt Van der Burg. “En we zijn er inmiddels achter dat we nog erg veel moeten leren.” De details van dit onderzoek blijven voorlopig nog binnenskamers. Delphy is dit onderzoek namelijk op eigen initiatief gestart en heeft daar participanten bij gezocht. Aangezien er geen gebruik wordt gemaakt van algemene middelen is het logisch dat participanten en deelnemende telers als eerste kennisnemen van de resultaten.
“Dit zal helaas steeds vaker gebeuren”, verwacht Van der Burg. Het proefbedrijf vindt het belangrijk dat er permanent proeven plaatsvinden bij de grotere gewassen. Aangezien het niet altijd lukt om gebruik te maken van algemene middelen of om gewascoöperaties bij het onderzoek te betrekken zoekt het bedrijf steeds vaker naar nieuwe wegen met private financiering.
De participanten van deze proef zijn Svensson, Philips Lighting, Enza Zaden, HortiPro en komkommertelers. Ook het weerbaar telen en de watergift krijgen aandacht in dit onderzoek.

Tekst en beeld: Pieternel van Velden