Door de aankoop van het buurbedrijf verdubbelde zijn glasareaal. Geert Bouten wil als ondernemer meegroeien met zijn bedrijf, de omgeving en de markt voor paprika’s waar onderscheid creativiteit vergt. Precies toen hij besefte dat bijscholing welkom was, bood zijn telersvereniging via de ZON Growers Academy ondernemersworkshops aan. “Ik wil niet afwachten maar zelf aan de touwtjes trekken, onder andere door een eigen keurmerk.”
Op een gegeven moment drong het besef bij paprikateler Geert Bouten door: “Er is altijd iemand die het goedkoper kan dan ik.” Met 4,2 ha (groene paprika’s) is zijn bedrijf in Horst niet in staat de strakke kostprijsstrategie van enkele zeer grote collega’s te volgen. Ook een sterke binding met retailafnemers is niet aan de orde. Maar er is genoeg ruimte voor een creatieve marktbenadering. “Wij kunnen ons juist goed concentreren op kwaliteit. We gaan elke dag voor een 8 of meer en mikken nooit op een zesje”, zegt hij.
Samen met enkele Gelderse collega’s heeft hij het keurmerk So Unique opgezet, herkenbaar aan een eigen doos van een afwijkende maat. Die is zo vormgegeven dat de vruchten altijd voldoende ruimte hebben en niet beschadigd raken. Het kernwoord in hun aanpak is betrouwbaarheid: altijd een constante goede kwaliteit ook in lastige teeltperiodes. “De benadering valt op voor de veilingklok en er zijn nu al, vrij kort na de introductie, handelaren die speciaal voor ons kiezen”, ziet de teler.
Legoblokjes
Bouten was al bezig met het keurmerk toen zijn afzetorganisatie via haar Growers Academy een mini-master ondernemerschap aanbood. Acht avonden over strategisch, financieel en operationeel management, marketing, leiderschap, trends, ontwikkelingen en alternatieve financieringsvormen.
Bouten, die niet eerder zulke workshops volgde, vond het de moeite waard. “Het ging vaak op een interactieve manier. Door zelf met de groep een project uit te voeren, bijvoorbeeld de simulatie van een productieproces met behulp van legoblokjes, leer je veel over procesanalyse”, vertelt hij.
Het ondersteunt hem bij de ontwikkeling van het eigen keurmerk en hij is op een andere manier naar de processen in zijn eigen bedrijf gaan kijken. Ook crowdfunding vindt hij een interessant idee.
Sociale isolatie
Nu zijn er meer organisaties die managementcursussen aanbieden, waarom zou een afzetorganisatie dat doen? Bij die keuze speelde meer mee, maakt directeur Michiel F. van Ginkel van Royal ZON duidelijk: “We komen uit de financiële crisis en merkten dat financiële problemen ook tot sociale isolatie hebben geleid. Door de workshop aan te bieden, krijgen onze leden nieuwe inzichten en kunnen ze tegelijkertijd onderling zaken bespreken en elkaar inspireren.”
Bouten beaamt dat: “Normaal spreek ik alleen directe collega’s als ik op de veiling kom; de andere ken ik nauwelijks. Maar als je steeds in hetzelfde wereldje ronddraait, kom je niet op nieuwe ideeën. Daarom was het heel nuttig dat de groep breed was samengesteld.”
Verdiepingsmodules
De eerste cursus wordt opnieuw aangeboden waarbij ook andere agrariërs, zoals veehouders, worden benaderd voor deelname. Verder komt er een vervolgprogramma in de vorm van verdiepingsmodules. Die zijn er gekomen op verzoek van deelnemers die behoefte hebben om dieper op sommige zaken in te gaan. Het gaat om strategisch, financieel en marketing management en de vraag hoe je plannen voor elkaar krijgt in samenwerking met je medewerkers. Er komen zaken aan de orde als: de samenhang tussen bedrijfscultuur en marketing/verkoop. Verbetering van de financiën door verbetering van interne processen. Terugdringen van financieringskosten en verbetering van het werkkapitaal. Professionalisering van de marketing en merkvorming.
Van Ginkel: “Onze leden zijn heel goed in de teelt, maar kijken vaak vanuit teelt en techniek naar de markt. De kunst is juist om vanuit de markt te redeneren. We hebben net overleg gehad met de Federatie Vruchtgroenten Organisaties, waarbij één van de conclusies was dat de Nederlandse tuinbouw echt niet innovatiever hoeft te worden. Op dat vlak doen we het al heel goed. Maar marktinnovatie is wel geboden. Daarvoor is soms de veelvoorkomende gerichtheid op de kostprijs een belemmering. Je moet die reddingsboei durven loslaten en gaan zwemmen. Dat wil zeggen: een voorzichtige oriëntatie op iets anders dan de productie. Dat is niet eenvoudig – er is niet zomaar een gat in de markt – maar wel noodzakelijk.”
Praktijkgerichter
De masterclasses en het vervolgtraject zijn uitgevoerd door de Coöperatie Fabriek, een zelfstandig opleidingsinstituut, dat veelal via Rabobank opleidingen aanbiedt aan ondernemers. Directeur Berd Warmelts vertelt dat het programma is afgeleid van een echte bedrijfskundeopleiding: “Eigenlijk is het een sterk verkorte MBA, waarin alle relevante onderwerpen aan de orde komen. Voor dit doel hebben we die aangepast; veel praktijkgerichter gemaakt en aangevuld met trends en ontwikkelingen in de tuinbouw. Maar eigenlijk gaat ondernemerschap niet specifiek over tuinbouw. Het gaat om vragen hoe je je onderscheidt, hoe je de financiën op orde krijgt, enzovoorts.”
Warmelts heeft veel van dit soort ondernemersgroepen gezien, maar bij de telers viel hem de openheid op en de bereidheid om samen te leren. “Sommigen zeiden expliciet: ‘Ik merk dat ik me nog veel meer als producent gedraag dan als ondernemer. We zijn vooral bezig met hoe het nog beter en goedkoper kan.’ Dat is wel een ingesleten patroon in de agrarische sector”, zegt hij.
Compleet pakket
Teler wordt een beroep waaraan steeds hogere eisen worden gesteld, vanuit de markt maar ook uit de maatschappij. Het gemiddelde niveau van het ondernemerschap stijgt en dat is ook noodzakelijk. Een eenmalige bijscholing zal vaak niet genoeg zijn.
Warmelts: “Het programma vormt wel een compleet pakket, maar je moet het zien als onderdeel van een proces waarbij je voortdurend bezig bent met de ontwikkeling van het bedrijf. Dat houdt nooit op en parallel daaraan moet het ondernemerschap zich ook ontwikkelen.”
Tekst: Tijs Kierkels, beeld: Wilma Slegers