Onder de vlag van GreenChainge lopen verschillende projecten waarmee de sector het langeafstandsvervoer van sierteeltproducten, groenten en fruit wil verduurzamen. De accenten liggen op containervervoer per spoor naar verre exportbestemmingen binnen Europa als (gedeeltelijk) alternatief voor wegvervoer en op geconditioneerd vervoer per zeecontainer van bloemen (met name anjers en rozen) vanuit Oost-Afrika en Zuid-Amerika ten koste van luchtvracht.
Volgens de neergelegde doelstellingen en berekeningen zou dat vanaf 2020 jaarlijks 160 miljoen kg CO2-uitstoot schelen. Pilotprojecten en houdbaarheidsonderzoek wijzen uit dat producten met de goede genetica en de juiste uitgangskwaliteit goed bestand zijn tegen de langere reistijden die met deze vervoersoplossingen gepaard gaan. Het spreekt vanzelf dat ook de omstandigheden tijdens de soms wekenlange reis perfect moeten zijn.
Vanwege de enorme variatie in producten en rassen is het een heel gepuzzel om uit te vissen wat wel en niet kan. Het open en consequent uitwisselen van kennis, ervaring en kwaliteitsdata tussen ketenpartners kan dit ingewikkelde proces aanzienlijk bespoedigen en de kans op succes vergroten. Vertegenwoordigers uit alle geledingen van de keten constateren echter dat dergelijke kennis maar mondjesmaat wordt gedeeld, uit angst om de concurrent een ‘free ride’ te geven. Als gevolg daarvan moet het wiel soms meerdere keren worden uitgevonden en dat kost nodeloos veel tijd en geld.
Toch zien de betrokken brancheorganisaties lichtpuntjes. Royal FloraHolland en de VGB werken al nauwer samen en nu ook GroentenFruit Huis meepraat en meedenkt, ziet het fundament er al steviger uit. Veel meer dan het pad effenen kunnen zij echter niet doen. Uiteindelijk bepaalt het bedrijfsleven of multimodaal vervoer op dood spoor zit of een grote vlucht kan nemen. Gelukkig zit ook daar nu wat beweging in.
Tekst en foto: Jan van Staalduinen