Met betere insectenvallen is een plaag eerder op te sporen en kunnen telers eerder biologie uitzetten of insecten wegvangen en onschadelijk maken. Dat blijkt uit de publiek-private samenwerking ‘Visuele attractie van plagen’ om te komen tot een optimale monitoring en ‘mass-trapping’ van plagen. Door plagen eerder op te sporen en vroegtijdig biologische maatregelen te nemen zijn minder gewasbeschermingsmiddelen nodig om de plaag te bestrijden.
Het onderzoek richt zich specifiek op de behaarde wants en de Californische trips. Wageningen University & Research voert het onderzoek uit in samenwerking met de Lincoln University uit Nieuw-Zeeland en de Zweedse Lund University. Voor de koppeling met de praktijk hebben telers uit de landelijke commissies Aubergine en Alstroemeria van LTO Glaskracht Nederland zitting in de begeleidingscommissie.
Eerste resultaten
Uit de eerste fase van het onderzoek blijkt dat insecten met hun facetogen duidelijk een ander blikveld hebben dan tot nu toe gedacht. Wanneer de onderzoekers deze zienswijze doorgronden, is het eenvoudiger om deze insecten in de val te lokken. De komende periode worden de proeven herhaald met trips.
Wantsen gezocht
Na de proeven met trips wordt het onderzoek voortgezet met de behaarde wants. Hiervoor is LTO Glaskracht nog op zoek naar behaarde wantsen uit de praktijk. Telers die behaarde wantsen hebben kunnen dit aangeven door contact op te nemen met LTO Glaskracht. LTO Glaskracht komt de behaarde wantsen dan bij de teler ophalen.
Bron: LTO Glaskracht.