Veredelingsbedrijf Evanthia in het Westland is groot geworden door ‘te zeggen wat we doen en te doen wat we zeggen’, aldus oprichter-eigenaar Nico Grootendorst. Het bedrijf groeide in de afgelopen vijf jaar van 30 naar 90 medewerkers, verdere groei ligt in het verschiet. Al zijn er ook donkere wolken. “We zitten nu een week na Prinsjesdag. Ik ga ervan uit dat we een politiek krijgen waarbij we ons als tuinbouw wel schrap kunnen zetten.”

Hoe zijn jullie begonnen?

Ik zit al 40 jaar in het bloemenvak, ben nu 65. Ben in de vorige eeuw bij Leen de Mos begonnen en daar werd ik verantwoordelijk voor de bloemzaden-afdeling. Ben in 1991 verdergegaan bij Sahin, nu onderdeel van Takii. In 1993 ben ik met twee anderen Combifleur gestart. Dat is in 2008 opgegaan in Combinations. In 2013 zijn de sierteeltactiviteiten van Combinations afgesplitst en dat is Evanthia geworden. Wij veredelen snijbloemen uit zaad en verkopen dat aan telers en plantenkwekers wereldwijd. We doen ook de vermeerdering, veredeling en handel van jonge tropische kamerplanten. Het is een divers assortiment. De zaadactiviteiten vinden plaats in Monster, onze kwekerij zit in ’s-Gravenzande. Bruto is het ongeveer 5 ha, netto een kleine 4 ha.

Wat was uw visie tien jaar geleden?

Mijn visie was dat je met genetica en de productie van zaden en jonge planten de eerste twee, drie stappen in de sierteeltketen kon beïnvloeden. Wij proberen in de zomerbloemen uit zaad − het gaat om ongeveer tien gewassen waarin wij veredelen − een rol te spelen op het wereldtoneel. Wij hebben nu vijf veredelaars in dienst. Vijf jaar geleden werkten hier nog 30 mensen. Ik wil geen andere bedrijven tekortdoen, maar de groei zit erin.

Hoe verklaart u het succes van de afgelopen tien jaar?

Mijn eigen leus is: je moet zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Daar kom je eigenlijk wel ver mee, dan blijkt er gewoon ruimte te zijn, soms met een veredeld en soms met een ingekocht product. Dan kunnen mensen op je rekenen en dat is wat waard gebleken.
Ik probeer vooral naar onszelf te kijken en vooral goed te luisteren naar wat klanten vragen. Als je daar een goede invulling aan geeft dan bouw je relaties op.

Wie zijn jullie belangrijkste klanten?

Dat zijn eigenlijk de plantenkwekers die de telers beleveren. Maar als het om rechtstreeks gezaaid bloemzaad gaat spelen wij ook een rol. Een zonnebloem bijvoorbeeld, die in de vollegrond gezaaid wordt, leveren wij rechtstreeks aan telers.

Daar richt jullie marketing zich ook op?

Dat gaat zelfs breder, daar hebben we inmiddels een aardig team voor zitten. Het gaat verder dan het bereiken van een plantenkweker of teler, richting retail, soms tot de consument aan toe. Wij proberen Evanthia zo bekender te laten worden als leverancier van onderscheidende producten uit zaad.

Dat lijkt me best een uitdaging voor een relatief kleinschalig familiebedrijf?

Dat klopt ook, toen ik daarmee begon was ik nog werkzaam bij Leen de Mos. Dan deed je dat middels advertenties in de vakbladen. Nu proberen we met allerlei moderne vormen van promotie op Facebook en Instagram en dergelijke ons product onder de aandacht te krijgen.

Heb je ook inzicht in wie jullie producten uiteindelijk kopen?

Het is een breed scala van consumenten. De categorie van 30 tot 50 jaar die veel bloemen koopt, daar zitten onze zomerbloemen ook in. Veldboeketten zijn populair en die vraag kunnen wij goed invullen met ons assortiment.

Waarom heb je voor een breed en diep assortiment gekozen en niet voor specialisatie?

Het is zo gegroeid, maar de concentratie zit wel bij de zomerbloemen uit zaad. Een leeuwenbek scharen we onder de zomerbloemen, maar die wordt ook in de herfst en winter geteeld. Lisianthus is eigenlijk een nog mooier voorbeeld, daar spelen wij een kleine rol in, maar is van een tweejarig product in de natuur gegroeid naar een jaarrond product, met zes teelten per jaar.

Wilt u nog tien jaar door?

Ik ben onlangs 65 geworden, ik vind tien jaar wel erg lang. Ik heb een zoon van 38 in het bedrijf, en een jonger management.

Wat ziet u als de grootste uitdagingen voor het komende decennium?

Op korte termijn denk ik dat we ons nog kunnen profileren in markten waar we nog niet zo bekend zijn. Dan denk ik aan Zuid-Amerika en de landen rond de evenaar. Ik zie ook dat er een verschuiving gaat plaatsvinden.
Wat de grootste uitdaging gaat worden: wij hebben best wel een aantal gewassen die je ook op een andere manier kan telen dan nu in Nederland gebeurt, met gebruik van veel energie. De grote vraag is hoe het energieplaatje er hier uit gaat zien. Leeuwenbek, voor ons een groot gewas naast Celosia en Tanacetum, kun je ook bij lagere temperaturen telen. Dan krijg je een heel ander teeltregime, maar het is wel mogelijk. Daar willen we ons op gaan focussen.

Lisianthus heeft de naam dat het een energie-intensieve teelt is, tropische potplanten idem.

Het afgelopen jaar hebben wij lisianthus ook eens buiten geprobeerd voor de tweede keer op rij. Ik wil niet zeggen dat het een groot succes was, maar het is zeker niet mislukt. Wat de tropische planten betreft: die kun je ook 5 tot 10 graden kouder telen. De teeltduur wordt dan natuurlijk wel langer, maar kwalitatief is het product zeker niet minder, zelfs beter.
Klimaatwinst is er wel, daar ben ik van overtuigd. De vraag is waar het kantelpunt ligt en de teelt zodanig lang wordt dat die niet meer rendabel is.

De vraag is dan of het in het buitenland wel rendabel en net zo duurzaam kan?

Dan krijg je ook te maken met transportkosten en dergelijke. Zaken als CO2-footprint en stikstof gaan uiteindelijk wel van invloed zijn op teelten die hier in de toekomst zullen plaatsvinden.

Veredelen jullie ook op gewassen met een lagere energievraag?

Dat is al een tijdje onderdeel van onze veredeling, om met een koelere teelt toch een vergelijkbare kwaliteit te krijgen. Dat is een kwestie van genetica en een aangepast teeltsysteem. Het gaat erom dat wij onze klanten perspectief willen bieden op een rendabele teelt en voor onszelf natuurlijk.

Is dat jullie strategie voor de komende jaren?

Omdat alles wat energie gerelateerd is momenteel zo onzeker is, ja, maar niet alleen dat. Wat ook gaat spelen is minder ziektegevoeligheid. Meer resistenties inbouwen vind ik wel een hele boute uitspraak, maar plantweerbaarheid is daar zeker een onderdeel van.

Ziet u nog toekomst voor warme teelten in Nederland?

Ja, maar ik verwacht wel dat het de komende jaren anders gaat worden. Alles wat we nu zien gebeuren en horen zeggen, daar zit natuurlijk de hele tuinbouw mee. In de disciplines die we nu hebben: groene planten en zomerbloemen uit zaad, proberen we wel het verschil te blijven maken.

Het hangt er ook van af welk kabinet we krijgen?

Zeker. We zitten nu een week na Prinsjesdag. Maar ik ga ervan uit dat we een politiek krijgen waarbij we ons wel schrap kunnen zetten.

Op wie gaat u stemmen?

Dat houd ik liever voor me, maar ik ben er ook nog niet uit.

Tekst: Mario Bentvelsen