Zesduizend bezoekers per jaar telt Tomatoworld in Honselersdijk. Van buitenlandse telers, beleidsmakers en studenten tot gezinnen. In Japan staat deze belevingswereld zelfs aangeschreven als ‘must see’-locatie. Gezien de stroom bezoekers is het initiatief een doorlopende Kom in de Kas te noemen.

Dat sla uit een krop komt en niet uit een zakje met groene slierten in de supermarkt, heeft Miranda van den Ende, woordvoerder van Tomatoworld, al vaak moeten uitleggen aan kinderen. Volwassenen die denken dat Nederlandse telers alleen maar gifstrooiers zijn, kijken verrast op bij het feit dat er hommels rondzoemen in de kas, dat telers gebruik maken van geïntegreerde gewasbescherming en dat telen op substraat ook duurzaam is. Studenten die achteloos de kas van ‘zo’n boer’ binnenstappen, zijn verbaasd over de vele hightech en innovatie die er aanwezig is. Alleen buitenlandse bezoekers lijken de Nederlandse glastuinbouw op waarde te schatten, maar zij gaan eveneens met een nog groter ‘wauw’-gevoel naar buiten.

Hoog aangeschreven

“Aan de reactie van onze bezoekers is duidelijk te zien dat we voldoen aan een vraag”, zegt Van den Ende. “De grote waarde van de Nederlandse glastuinbouw is veelal nog onbekend.”
Dat is precies de reden waarom het educatieve centrum door verschillende partners uit de glastuinbouw in 2008 is opgericht. Het doel: de Nederlandse glastuinbouw onder de aandacht brengen. In een 1.500 m2 grote kas met tachtig tomatensoorten en rondom een tentoonstelling, worden geregeld rondleidingen gegeven, waar bezoekers de Nederlandse tuinbouw letterlijk kunnen beleven.
Jaarlijks telt het initiatief zo’n zesduizend bezoekers. “Dat zijn horeca-studenten, ouders met kinderen, maar vooral business-to-business contacten, zoals telers uit het buitenland”, vertelt Van den Ende. “De Nederlandse glastuinbouw staat daar hoog aangeschreven, dus ze willen dat graag met eigen ogen zien. In Japan zijn wij zelfs een ‘must see’-locatie.”

Drietrapsraket

Om met de tijd mee te gaan, en vooral om in te spelen op de maatschappelijke discussies, is de tentoonstelling vorig jaar vernieuwd. Het kernthema is ‘hoe gaan we in 2050 9 miljard monden voeden?’ Die vraag is uitgesplitst naar diverse onderwerpen zoals het zoetwatervraagstuk, opwarming van de aarde, het einde van fossiele brandstoffen, voedselverspilling en vergrijzing. “We willen aansluiten bij maatschappelijke thema’s en de oplossingen die de Nederlandse tuinbouw daarin kan bieden naar voren brengen”, legt Van den Ende uit. “Het is eigenlijk een drietrapsraket. We beschrijven de wereldwijde uitdagingen, leggen daarin uit welke oplossingen de Nederlandse glastuinbouw kan bieden en laten zien wat de burger daar zelf in kan betekenen. Denk aan het besparen van water of het eten van meer groente en minder vlees.”
Daarbij werkt het educatieproces ook andersom. “Japanners zijn al verder met ‘vertical farming’ dan wij. Daar kunnen we wat van leren. Het is bovendien enorm interessant om te horen hoe andere generaties en doelgroepen tegen voedsel aankijken. Even generaliserend gezegd: studenten bijvoorbeeld zien de keuken bijna als overbodig in huis. Zij hebben veel meer buiten-de-deur-eetmomenten dan mijn generatie. Het is snel, goedkoop en levert geen verspilling op, dus waarom zou je zelf nog koken, is hun redenatie. Dat zijn interessante leerpunten, die wij ook weer meenemen.”

Kinderspeeltuin

Met deze stroom aan bezoekers is de locatie een doorlopende Kom in de Kas te noemen. De kas wordt niet een weekend per jaar opengesteld, maar het hele jaar. “Consumentenvoorlichting is heel belangrijk”, stelt Van den Ende. “Ik denk dat na het wegvallen van de huishoudschool er echt een gat is ontstaan. Mensen moeten weer opnieuw met voedsel leren omgaan. Vaak weten ouders niet dat er enorme hoeveelheden suiker in vruchtendrankjes zitten of hoe ze rode kool moeten bereiden. Daarom hebben we in 2014 de Healthy Food Academy opgericht, waarin we (kook)workshops, cursussen en lezingen geven om mensen te blijven voorlichten. Daarnaast doen we mee met regionale evenementen, verzorgen lespakketten voor scholen en hebben contact met kinderdagverblijven om het belang van groenten onder de aandacht te brengen. Voedseleducatie begint al bij jonge kinderen.”
Het evenement Kom in de Kas vindt ze daarom een prima initiatief, maar ze ziet ook verbeterpunten. “Het is een goed idee. Het trekt veel mensen, maar de bezoeker krijgt nog niet het hele verhaal mee. De teler zelf loopt er wel vaak rond, maar ik denk dat het effectiever zou zijn als er in zo’n weekend geregeld rondleidingen door de kas worden gegeven. Om het verhaal achter het product en het bedrijf mee te geven, heb je iemand nodig die gepassioneerd over het product vertelt, uitleg geeft en vragen beantwoordt. De laatste jaren is Kom in de Kas veel meer verworden tot een kinderspeeltuin. Er staat een springkussen en een wagen met vaak ongezonde snacks. Laat de bezoeker iets gezonds proeven zou ik zeggen. Ik vind dat een gemiste kans.”

Westlands initiatief

Ondernemers in het Westland zijn ondertussen met een eigen initiatief gestart onder het al bestaande project ‘Bezoek Westland’. “We willen de tuinbouw openstellen voor toeristen”, zegt Van den Ende. “Vroeger waren er gepassioneerde gastvrouwen en -mannen die toeristen op de fiets meenamen langs de tuinbouwbedrijven en deze bedrijven ook daadwerkelijk bezochten. Eigenlijk willen we dat weer terug.” Voor telers is het wel even een omschakeling, beaamt ze. “Een bezoek van een groep toeristen verstoort het arbeidsproces en vergroot de kans op insleep van ziektes wanneer het bedrijf er niet op is ingericht. Dus teeltbedrijven moeten daar wel op willen anticiperen.”
Het gehele Westland als een doorlopende Kom in de Kas dus? Ze heeft hoop. “De eerste teler – Ter Laak Orchids in Wateringen – houdt bij zijn nieuwbouwplannen al rekening met het bouwen van een balustrade, vanwaar bezoekers de kas in kunnen kijken. Het initiatief is gewoon een verschrikkelijk goede pr voor het Westland. Ik zie het als een ontzettende kans. Ook voor telers, voor hen is het goed om eens uit de kas te komen.”

Samenvatting

Tomatoworld in Honselersdijk is een doorlopende Kom in de Kas te noemen. Het initiatief brengt de Nederlandse glastuinbouw voor het voetlicht. In de 1.500 m2 grote kas en rondom de tentoonstelling, staan consumentenvoorlichting en voedseleducatie centraal. De bezoekers variëren van business-to-business contacten tot ouders met kinderen. De belevingswereld voldoet aan een vraag, waar de organisatie van Kom in de Kas inspiratie uit kan halen.

Tekst en foto’s: Marjolein van Woerkom