Gedurende de nacht geven planten CO2 aan de lucht af omdat er suikers worden gebruikt in de groei- en onderhoudsprocessen. Dit noemen we ademhaling of respiratie, waarbij anders dan bij mensen en dieren geen CO2 wordt opgenomen.

Om een indruk te krijgen van de mate waarin gerberaplanten gedurende de nacht assimilaten gebruiken en hoe dit proces wordt beïnvloed door de kastemperatuur, zijn volproductieve planten in klimaatkamers geplaatst bij drie temperaturen (15, 20 en 25°C). Vervolgens is er gedurende een nacht (periode van licht uit 19.00 tot 7.00 uur) bladrespiratie gemeten aan een volgroeid blad.

De huidmondjes bleken al snel na donker worden bijna volledig te sluiten (de gemeten geleidbaarheid was nooit 0). De geleidbaarheid van de huidmondjes neemt vanaf 5.00 uur al toe, terwijl het nog donker is. Mogelijk wordt de huidmondjesopening gestuurd door het circadiaans ritme (de biologische klok van de plant), alsof de plant op het natuurlijke licht anticipeert.

De respiratie fluctueert gedurende de nacht in een cyclisch afnemend patroon. Deze is bij 25°C bijna twee keer zo hoog als bij 15°C. Uitgaande van eerdere fotosynthesemetingen en aangenomen dat bladfotosynthese en respiratie representatief zijn voor het gewas, gebruikt de gemeten respiratie bij 20°C circa 5% van de aangemaakte suikers.
De metingen zijn verricht binnen het onderzoek ‘Gerbera: maximale isolatie en lichtonderschepping.’





Gerelateerd