Wij wonen in ‘de natuur’, althans, dat dacht ik. Midden tussen de boerderijen, op enkele steenworpen afstand van de Nieuwkoopse Plassen vonden we onze woning. Grazende koeien markeren al een leven lang onze woonomgeving, maar nu lopen ze vóór en achter het huis te herkauwen. Dat sprak ons aan en was een extra reden te verhuizen naar nog meer rust. Nu echt midden in ‘de natuur’. Ooievaars, purperreigers, grutto’s, kieviten en andere weidevogels tonen zich dagelijks en hebben het tussen de koeien en schapen uitstekend naar hun zin. Een waar lustoord voor hen die hiervan houden.

Nog geen maand na onze verhuizing stond er een bord bij de naastgelegen boer. ‘Te Koop’. Ik opperde thuis nog zelf ‘boer’ te worden maar dit voorstel kreeg geen bijval. De boerderij ging dus naar de Provincie en daarna door naar Natuurmonumenten. Er komt nu dus echte ‘natuur’.

Moderne ‘natuur’, zien we verderop aan ons riviertje, ziet er toch heel anders uit dan mijn voorstellingsvermogen kan bevatten. Er schijnt een plan achter te zitten, maar ik zie het niet. De afgelopen maand reden de loonwerkers af en aan met hun zwaarste materieel. Enorme tractoren, daarachter gigantische karren waarin metershoog de troep die van de ‘natuurvelden’ wordt gemaaid al dampend wordt afgevoerd. Maaien gaat in ‘de natuur’ ook met enorme maaimachines. Waar in de zomer het alles verstikkende onkruid letterlijk meters hoog groeit en zorgt voor een woeste verdorde aanblik is nu alles gemaaid en met tractoren afgevoerd naar ?? Geen idee, maar het rijdt voorbij en verdwijnt uit het zicht. ‘Verschralen’ schijnt dit te heten. Natuur is dus niet wat ik altijd dacht, ‘overal afblijven en alles laten groeien zoals het gaat’ maar een soort tuinieren met het zwaarste materieel waarbij je wel oogst maar het spul niet kunt veilen omdat echt niemand het wil hebben. Moderne natuur is het door ambtenaren en hobbyisten laten runnen van een enorm grote tuin zonder teelt.

Om een en ander beter te begrijpen boekten we een vaartochtje van Natuurmonumenten over de Nieuwkoopse Plassen. Twee vriendelijke mannen, de kapitein en de gids, plus vier gasten, twee geïnteresseerde dames en wij. Per elektrische fluisterboot de plas op. De fluisterboot maakte aanmerkelijk meer herrie dan mijn eigen dieseltje maar mag wegens zijn titel daar varen waar verder uitsluitend mag worden gekanood. In de natuur. We voeren door mooie slootjes en er werd ons verteld over de fuut, eend, waterlelie en de rietkip. Er zou ook nog een otter zijn maar die liet zich nog aan niemand zien. Er zijn, zo zegt men, ook enkele roerdompen. Je ziet de roerdomp sowieso nooit, maar hier in de natuur happen de vossen (die niet bejaagd mogen worden) alle roerdomp nesten leeg. En dan is de wolf nog niet eens gearriveerd. Al varend kregen we ook nog uitleg over de oorsprong van die kaarsrechte bomenrij tussen de natuurakkers. Deze is er meer dan honderd jaar geleden, ver voordat de plassen tot natuur bevorderd werden, door een boer aangeplant om het eigendom van de toen nog bewerkte boerenakkers te scheiden.

Hoogtepunt van de vaartocht was wel de landing op een mooi akkertje van een 2 duizend vierkante meter. Duidelijk een stukje natuur wat al klaar was. Zo moet het dus allemaal worden. Er groeide een heus venusvalletje, hier ronde zonnedauw geheten en een klein geel bloemetje waarvan niemand op de naam kon komen. Wat me als simpele tuinder dan weer opviel waren de talloze 30cm hoge berkenboompjes die verspreid over deze akker met een boompje of 4 per m² groeiden. “Spuit je daar tegen?” Bleek duidelijk een ongepaste opmerking. Er werd me uitgelegd dat de berkjes enkele malen per jaar met een 60tal vrijwilligers werden gewied. Nou ja, ze werden niet, zoals mij geleerd is, met wortel en al verwijderd maar veelal botweg van de wortel afgetrokken waardoor er nu centimeters dikke wortels stonden met heel veel dunne takjes. Ik rekende even snel, 60 vrijwilligers voor de 0,2 ha, dan zijn er straks voor de 1.500 ha die hier ondertussen in het bezit zijn van Natuurmonumenten ruim 450.000 vrijwilligers nodig. Als natuur niet is wat ik dacht ‘afblijven’, dan is het dus gewoon een bedrijf.

Duizenden hectaren boerderij gaan wijken voor duizenden hectaren natuur, niet langer meer gerund door boerenfamilies die er ondanks hun ervaring en efficiëntie letterlijk dag en nacht en van de wieg tot het graf mee bezig zijn, maar nu gerund en bewerkt zoals het ‘hoort’. Door ‘gewone’ werknemers met managementlagen, CFO’s, CEO’s, COO’s, RvC’s met hun compliance officers voor governance met een ROI van nul maar wel met HR-afdelingen en een structuur van agile leiderschap met scrum, kanban of lean vaardigheden voor netwerk-, cel-, fuzzy- of hypertext. Kortom al die enge termen die u dagelijks door BNR door de strot worden geduwd en waar de maatschappij echt niet meer zonder kan. Dit alles uiteraard circulair met een afgewogen inclusieve bezetting waarin alle genders, kleuren, culturele achtergronden, geaardheden en geloven meer en minder validen aangepast, harmonieus, veilig en met eigenaarschap samenwerken.
Kortom, bedrijven zoals die van u en mij maar dan helemaal zoals het tegenwoordig hoort. De vrijwilligers krijgen vaste contracten met CAO’s, vakantie- en verlofdagen, flexibele roosters en bijpassende pensioenvoorziening. Allemaal natuurambtenaar en bij het ABP.

Om dit alles een beetje bereikbaar te houden zal de trambaan vanaf Amsterdam, die nu nog stopt in Uithoorn, tot Woerden worden doorgetrokken en worden er naar Utrecht, Rotterdam en Den Haag vrije busbanen aangelegd. Wij wonen dan niet alleen meer in ‘de natuur’, maar ook op ‘hop afstand’ van de grote stad. Ideaal…

Of is die 2.000 meter grote gecultiveerde natuurakker het hoogst haalbare, en wordt de rest van de graslanden wat het nu aan het worden is, moeras overwoekerd met berkenbosjes, bramen en brandnetels?

Hans de Vries (was vroeger potplantenteler)
Hans@FrogsFarms.com