In het onderzoek en de praktijk rond Het Nieuwe Telen zijn de afgelopen tien jaar nieuwe inzichten verworven over de complexe relatie tussen luchtbeweging, gewasverdamping en plantengroei. Door deze kennis goed toe te passen, kun je het gewas ook zonder dure technieken beter laten presteren. “Wanneer je het gewas centraal stelt, leidt dat automatisch tot energiebesparing”, zegt HNT-pionier Jan Voogt.
Ze gaan als warme broodjes over de toonbank. Het boek ‘De basisprincipes van Het Nieuwe Telen’ (ruim 150 pagina’s), samengesteld met steun van Kas als Energiebron en sinds november vorig jaar verkrijgbaar bij LTO Glaskracht Nederland, geldt met recht als standaardwerk. Vele honderden exemplaren liggen intussen bij telers en adviseurs, in digitale of in gedrukte vorm. Co-auteur Jan Voogt (Hoogendoorn Growth Management), die het boek samen met Peter Geelen (Plantmonitoring NL) en Peter van Weel (Wageningen UR Glastuinbouw) schreef, heeft dus eer van zijn werk.
“Dat geeft een prettig gevoel”, zegt hij in het Vlaardingse kantoor van zijn werkgever. “Temeer daar telers helemaal niet hoeven te investeren in nieuwe kassen of andere kostbare hardware om er profijt van te hebben. Ieder bedrijf kan de principes van HNT toepassen, maar het vergt wel een andere denkwijze dan we van oudsher gewend zijn. Een groeiend aantal telers onderkent dat inmiddels. Een aantal van hen heeft eerst op kleine schaal nieuwe technologie geïnstalleerd om ervaring op te doen en ontdekte later dat je de principes ook prima in standaardkassen kunt toepassen.”
Beter zicht op verdamping
Waarom werd dat in het verleden dan niet gedaan? Het antwoord ligt voor de hand: omdat we toen nog niet wisten wat we nu wel weten. De kennishiaat had onder andere betrekking op het verdampingsmechanisme van planten en op de rol die luchtbeweging daarbij speelt. Daar werd pas op ingezoomd toen in de Gesloten Kas dingen gebeurden die de toenmalige modellen niet goed konden verklaren.
Voogt: “Het was vreemd dat gewassen in een Gesloten Kas op zonnige dagen minder verdampten dan in een normale kas en op donkere dagen juist meer. Nu kunnen we dat goed verklaren, omdat we beter weten hoe verdamping en huidmondjes werken.”
In vroegere modellen werd er van uitgegaan dat huidmondjes open- of dichtstonden. Nu is bekend dat die opening varieert en een resultante is van de water- en energiebalans van de plant. De introductie van de Hoogendoorn Stomatasensor in 2007, destijds genomineerd voor de Horti Fair Innovation Award, maakte het mogelijk om dat nauwkeurig te observeren. “Vanaf dat moment is ook luchtbeweging in de modellen geïntegreerd”, voegt de klimaatexpert toe. “Dat was een doorbraak en een belangrijke aanzet om Het Nieuwe Telen verder te ontwikkelen.”
Energie-, water- en assimilatenbalans
Huidmondjes vormen het centrale regelorgaan waarmee de plant drie balansen kan beïnvloeden: de energiebalans, de waterbalans en de assimilatenbalans. De energiebalans heeft betrekking op de aan- en afvoer van warmte door middel van straling, convectie en – na wat plussen en minnen van de twee voorgaande componenten – van verdamping via stralingsverdamping (in het boek ook wel fluitketelverdamping genoemd) en convectieverdamping (te vergelijken met nattebolverdamping).
De waterbalans wordt bepaald door de verhouding tussen wateropname, verdamping en de watervoorraad in het gewas. De juiste verhouding is van belang voor een goede opname en transport van water en voedingsstoffen en uiteraard het laten toenemen van het versgewicht van de plant. Als de balans uit evenwicht raakt, bijvoorbeeld bij hoge instraling en lage RV, dan zullen de huidmondjes gaan sluiten, waardoor de verdamping en de opname van CO2 worden geremd.
Bij zon ramen dichthouden
Zonder alle achtergronden en scenario’s uitgebreid te beschrijven hebben de nieuwe inzichten in de dynamiek van plantbalans de visie op telen behoorlijk gewijzigd.
“Voor Het Nieuwe Telen is een haakse denkwijze nodig”, vat Voogt samen. “Is het een zonnige dag? Houd de ramen dan zoveel mogelijk dicht, want dan blijft er meer vocht en CO2 in de kas. Bij een hoge RV kan de plant zijn waterbalans beter op orde houden en blijven de huidmondjes van de bladeren verder open, zodat het gewas meer CO2 opneemt en de groeisnelheid toeneemt.”
Voorheen werd er vrijwel uitsluitend geventileerd op basis van kasluchttemperatuur. Bij hoge instraling stonden de ramen wijd open om het energieoverschot af te kunnen voeren, maar het gewas hield het bijbehorende hoge verdampingsniveau maar kort vol. Hierdoor daalde de RV in de kas, gingen de huidmondjes dicht en nam het gewas minder CO2 op, terwijl de kasluchttemperatuur desondanks vaak te hoog bleef.
“Het Nieuwe Telen houdt veel meer rekening met de RV in de kas”, vervolgt Voogt. “Die mag vaak wat hoger blijven, net zoals de kasluchttemperatuur. Daardoor kunnen de luchtramen en het scherm nog langer dicht blijven. Uiteindelijk zul je overtollig vocht of energie moeten afvoeren, maar de kritische grenzen liggen verder weg dan we vroeger dachten.”
Lang schermen, minder ventileren
Luchtbeweging speelt een belangrijke rol in het microklimaat rondom de plant. Het bevordert de afvoer van verdampingsvocht uit het gewas en voert via convectie de energie aan waarmee in de donkerperiode de verdamping op gang kan blijven, wat nodig is om onder andere calcium te blijven opnemen. Het met behulp van ventilatoren actief houden van de plant kost minder energie dan met een minimumbuis.
Een actief gewas met een evenwichtige en stabiele plantbalans kan veel hebben. Door dat met meetboxen en plantsensoren (die intussen redelijk betaalbaar zijn) te monitoren en daar goed op te sturen, door langer te schermen en minder snel te ventileren, daalt de energierekening terwijl het gewas productiever wordt. Een onmisbaar hulpmiddel bij dat sturen is het psychrodiagram, een praktische variant van het Mollierdiagram. Door niet alleen te kijken naar RV of vochtdeficit (VD), maar ook naar Absoluut Vocht (AV), dauwpunt en de energie-inhoud van de kaslucht ten opzichte van de buitenlucht, kan er effectiever en energiezuiniger worden geteeld.
Uitstraling
Een ander aandachtspunt, dat voorheen nauwelijks aandacht kreeg, is uitstraling. “Dat is in 2009 ontmaskerd als dé oorzaak van koprot in gerbera”, vertelt de HNT-pionier. “Tot dan toe dacht men dat vooral een hoge RV de boosdoener was. Door uitstraling kan de planttemperatuur bovenin het gewas tot meerdere graden onder de kasluchttemperatuur duiken, waardoor de verdamping stagneert en vocht gemakkelijk condenseert. De boodschap die hieruit volgt is: trek het energiescherm op tijd dicht en houd het langer gesloten. De kop blijft beter op temperatuur, de plant groeit beter en krijgt ook meer voedingsstoffen. Dat geldt voor de meeste gewassen.”
Samenvatting
Voortschrijdend inzicht in het werkingsmechanisme van verdamping en plantbalans heeft geleid tot een andere visie op telen en klimaatsturing. Zolang planten in balans zijn en de huidmondjes open staan waardoor de verdamping op gang kan blijven, blijven zij ook bij hogere RV en kastemperatuur actief. Hierdoor kunnen de luchtramen en schermen langer dicht blijven, neemt het gewas meer CO2 op en wordt er en passant energie bespaard. Luchtbeweging in het gewas ondersteunt dit.
Tekst en foto: Jan van Staalduinen